Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale handreiking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale handreiking

Ten behoeve van kerkenraden en predikanten van de Christelijke Gereformeerde Kerken, uitgaande van de „Deputaten pastoraat in de gezondheidszorg"

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om de betekenis die deze zaak ook in de gemeenten heeft, nemen we deze brief van deputaten op in ons blad.

INCEST

Casus
Irma is een vrouw van rond de 30. Vanaf haar 20e jaar is zij depressief, vaak overspannen, en heeft zij lichamelijke klachten.
Opname in een Psychiatrisch Ziekenhuis vindt plaats. Daar blijkt een incestverleden. Irma is van haar 14e tot haar 18e jaar seksueel misbruikt door haar oom. Na behandeling van 2 jaar komt Irma weer terug in de maatschappij. Daar gaat zij werken aan verder herstel. In het kader daarvan confronteert zij de dader met wat hij in haar leven heeft aangericht. De dader ontkent en beschuldigt het slachtoffer van grove leugens. Hij brengt dit zo ook in openbaarheid. Irma zoekt hulp bij familie, pastor, kerkenraad en politie. De familie kiest voor het bewaren van de lieve vrede. De pastor blijft steken tussen de beschuldiging van de vrouw en de ontkenning van de dader. De kerkenraad vraagt om bewijs van politie en de politie constateert dat het misdrijf zojuist is verjaard. Dit alles maakt het leven voor Irma bijzonder moeilijk. Zij is teleurgesteld in God en mensen en voelt zich vaak eenzaam en verlaten.

Terreinverkenning
Van de vrouwen in Nederland is 16 procent voor haar zestiende jaar seksueel misbruikt door verwanten. Van de daders is 19 procent een vader of vaderfiguur. In ongeveer de helft van de gevallen is er sprake van verkrachting of ernstige pogingen daartoe. Ook jongens zijn soms slachtoffer van incest, maar meestal zijn het meisjes. Incest komt in alle milieus voor, ook in alle religieuze geledingen van de bevolking. Vaak wordt het voor onmogelijk geacht dat zoiets in eigen kerk zou
voorkomen. Helaas, ook in onze kerk komt het voor.
Bij incest is de dader een verwante: Vader, pleegvader, oom, neef, broer. Hij doet er alles aan zijn daden geheim te houden. Menigmaal is er sprake van bedreigen van het kind. Soms maakt een incestdader meerdere slachtoffers. De omgeving reageert vaak met ongeloof over incest. Niet alleen de dader maar ook het slachtoffer kan door de omgeving als een bedreiging ervaren worden, waardoor de goede naam van het gezin, de familie of de kerk geschaad zou kunnen worden.
Slachtoffers voelen zich vaak schuldig en beschaamd. Traumatische ervaringen kunnen zich voordoen in de emotionele ontwikkeling. Deze beschadigingen leiden later tot problemen zoals angst voor relaties, moeite met vertrouwen in mensen, zich voor het leven getekend voelen, gebrek aan zelfrespect.
Als gevolg van incest krijgen veel slachtoffers te maken met ernstige psychiatrische en soms ook fysieke problemen. Als kinderen een gevoelige inbreuk in het vertrouwen in een vaderfiguur meemaken kan dit ook hun vertrouwen in God als hemelse vader ernstig schaden.
Incest is een misdrijf dat strafbaar wordt gesteld in verschillende wettelijke bepalingen.
Voldoende bewijs om tot een juridische veroordeling te komen is vaak moeilijk door het slachtoffer te leveren. In recente uitspraken is duidelijk geworden dat ook een psychiatrisch rapport in de bewijsvoering een plaats kan krijgen. De verjaringstermijn loopt in de meeste gevallen tot de 30-jarige leeftijd van het slachtoffer (verjaringstermijn 12 jaar, maar aanvangend op het 18e levensjaar).

Bijbelse noties
Bijbelse wetgeving over seksuele verhoudingen lezen we in Leviticus 18-20. In dat gedeelte wordt ook de bloedschande (geslachtsgemeenschap tussen nauw verwanten) streng verboden en bestraft. In Ef. 6:4, Kol. 3:21 en Matth. 7:9-11 staat beschreven hoe een vader met zijn kinderen dient om te gaan.
Deut. 6:7 vertelt over geloofsopvoeding. In verband met deze tekst kan de vraag gesteld worden of een vader als incestdader niet te ongeloofwaardig is geworden om een kind nog over Gods geboden te onderwijzen. Matth. 7:9-11 roept op tot bescherming van de zwaksten en tot een heilig leven. Bij incest is veelal ook sprake van ontrouw aan de levenspartner.
Ex. 20:14 vermeldt een verbod tot echtbreuk.

Pastorale handreiking
De kerk heeft het vaak moeilijk met incest- situaties. Menigmaal behoren slachtoffer en dader tot dezelfde kerkelijke gemeente. Openheid en een bekentenis kan voor het slachtoffer van grote therapeutische waarde zijn, maar kan soms op gespannen voet staan met het beschermen van de „goede naam" en bewaren van de „lieve vrede" in kerk en familie. Ook kunnen andere tegenstrijdige belangen een rol spelen in incestsituaties. Goede pastorale begeleiding is belangrijk niet alleen voor het incestslachtoffer maar ook voor de incestdader en zijn naaste familie. Begeleiding van slachtoffer en dader moeten niet door dezelfde persoon gedaan worden ter voorkoming van problemen rond een dubbele en tegenstrijdige pastorale relatie. Het ambtsgeheim kan versluierend werken en kan de pastor in een onmacht-positie manoeuvreren.
Ten aanzien van de pastorale begeleiding moet rekening gehouden worden met langdurige processen waarin zich allerlei ontwikkelingen kunnen voordoen, zowel ten aanzien van het slachtoffer als ook van de dader en andere gezinsleden. Het is heel belangrijk dat de pastor zich hierin verder verdiept, wanneer hij te maken krijgt met de problematiek rond incest.
Incest is in onze rechtsstaat een ernstig misdrijf Politieonderzoek behoort plaats te vinden, hetgeen overigens niet automatisch inhoudt dat er ook aangifte wordt gedaan. Wanneer er geen zorgvuldig onderzoek en krachtige maatregelen worden genomen, is het gevaar van continuering van het kwaad niet denkbeeldig. Degenen die van het kwaad weten of er een ernstig vermoeden van hebben, maar er geen werk van willen maken kan medeverantwoordelijkheid verweten worden. Samenleving en slachtoffer hebben er recht op dat een dergelijk misdrijf niet wordt toegedekt. Naast pastoraat is ook andere professionele hulpverlening vaak onontbeerlijk.
Het slachtoffer, iemand die kennis heeft van een incestsituatie, of iemand, die daarvan een ernstig vermoeden heeft, kan zich, eventueel vertrouwelijk of anoniem, voor advies wenden tot:
a. Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn (SGJ), Parkweg 14, 8011 CK Zwolle, tel. 038-4215515.
b. De Driehoek, Instelling voor maatschappelijk werk. Parkweg 14, 8011 CK Zwolle, tel. 038-4215515.
c. Gliagg „De Poort", vestiging Dordrecht, Postbus 490, 3300 AL Dordrecht, tel., 078-6315040.
d. Gliagg „De Poort", vestiging Amersfoort, Printerweg 23, 3821 AP Amersfoort, tel. 033-4559409.
e. De Vluchtheuvel, instelling voor maatschappelijk werk uitgaande van de Gereformeerde Gemeente, Houttuinen 7, 3447 GM Woerden, tel. 0348- 4221218.
f. Stichting Schuilplaats, Postbus 7, 3900 AA Veenendaal, tel. 0318-5261123
g. Bureau vertrouwensarts, meldpunt voor (seksuele) kindermishandeling. Adres: Australiëlaan 16a-b, Postbus 8400, 3503 RK Utrecht, tel. 030-2885959.
h. Raad voor de Kinderbescherming, zie telefoonboek bij elke provinciehoofdstad.
i. Gemeente- of Rijkspolitie, zie telefoonboek.

Wanneer de dader zijn schuld belijdt, hetgeen niet vaak voorkomt, zou dit moeten leiden tot vergeving. Maar voor het slachtoffer, dat soms „levenslang" heeft gekregen, kan vergeven (vooralsnog) onmogelijk zijn. Het komt voor dat ten gevolge hiervan het slachtoffer ten onrechte onder vermaan van onverzoenlijkheid wordt geplaatst. Van de pastor wordt betrouwbaarheid, kennis ' van zaken en een professionele beroepshouding ten aanzien van toenadering en distantie gevraagd. Soms is het goed anderen bij de pastorale contacten te betrekken of het slachtoffer de gelegenheid te geven samen met een vertrouwd persoon de pastor te ontmoeten. Van groot belang is het onderkennen dat veelal het „basisvertrouwen" in liefde, genegenheid en betrouwbaarheid van mensen is beschadigd. Vandaar dat eigen betrouwbaarheid van de pastor zo belangrijk is. In de pastorale contacten kan gesproken worden over de nood van Gods kinderen en ook over woede, teleurstelling en angst. Dergelijke gevoelens mogen niet weggeduwd worden. De betrouwbaarheid van God en de liefde van Jezus, juist voor hen die vernederd zijn, mogen genoemd worden, maar het kan voor het slachtoffer moeilijk zijn om dat persoonlijk te aanvaarden. Erkenning van de geloofwaardigheid van het verhaal van het slachtoffer wordt haarfijn aangevoeld. Gewaakt moet worden voor een ongezonde nieuwsgierigheid naar details van gepleegde seksuele handelingen. De pastor moet zich ook niet een rol van rechercheur aanmeten. Een onderzoek moet door een echte rechercheur gedaan worden.

Gespreksvragen
1. Is er in uw gemeente wel eens aandacht geweest voor incest in catechese of verkondiging?
2. Incest komt helaas veel voor. Gemiddeld krijgt 1 op de 6 meisjes ermee te maken, ook jongens kunnen slachtoffer van incest worden. Wat zou in algemene zin hiertegen te doen zijn?
3. Heeft u wel eens een concreet vermoeden gehad dat er ergens sprake zou kunnen zijn van incest? Wat heeft u in die situatie gedaan?
4. Weet u iets over de ernst van incest en over de gevolgen voor het slachtoffer?
5. Is er iets bekend over hulp voor mensen die te maken hebben gekregen met seksueel misbruik en voor hen die lijden onder de gevolgen van incest?
6. Hoe zou een kerk met incestslachtoffers en -daders om moeten gaan?

Literatuur
Incest, een informatieve en praktische handreiking in bijbels licht, J. Kok e.a., uitg. J.J. Groen en zn. 1992.
Incest en hulpverlening. H. Baartman en A. Burgers, Amersfoort/Leuven 1990.
Incesthulpverlening, F. Bruinsma, Utrecht 1994.
Sexueel misbruik van meisjes door verwanten, N. Draijer, Den Haag 1988.
Incest. Een informatieve en praktische handreiking in Bijbels licht, J. Kok e.a. Leiden 1991.
Ethische vragen in prediking en pastoraat, W.H. Velema, Kampen 1989.
Gij zijt die man, een onderzoek naar de pastorale zorg voor incestdaders, J.C. Borst, Leiden 1995.
Sexualiteit in Bijbels perspectief, onder redactie van J. Schilperoord, Kok, Kampen 1996.

Deputaten pastoraat in gezondheidszorg van de christelijke gereformeerde kerken
G. van Brenk, voorzitter
ds. E.E. Slofstra, 2e voorzitter
dhr. K. Visser, secretaris, Fuikhoren 7, 2201 VT Noordwijk, 071-3649330
dhr. T. Brand, penningmeester
drs. C.K. van der Ent
mw. M. de Graaf-Floor
dhr. H. v.d. Laan
dhr. J. Roode

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1997

De Wekker | 16 Pagina's

Pastorale handreiking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1997

De Wekker | 16 Pagina's