Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De islam dichterbij (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De islam dichterbij (III)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wij geloven in alle profeten; Adam, Abraham, David, Jezus... Waarom geloven jullie niet in Mohammed?" De vraag wordt christenen nogal eens gesteld, wanneer tussen moslims en christenen een geloofsgesprek opbloeit. Een te snel gegeven antwoord, op de vraag zó gesteld, kan tot misverstanden leiden. Beter is het eerst te bespreken wat men bedoelt met „geloven" en vooral ook wat de moslimse gesprekspartner bedoelt met zijn of haar „geloof in Jezus"? Wie is Jezus voor hem? Om maar gelijk tot de kern te komen: is Hij de Gekruisigde en Opgestane? Is Hij Immanuël, God met ons? Het antwoord is nee. En dat antwoord bepaalt het Godsbeeld en mensbeeld alsook de weg des heils.

Christenen en moslims hebben veel begrippen, namen en verhalen gemeenschappelijk. Arabische moslims zowel als christenen spreken van Allah. Moslims in Nederland in gesprek met christenen duiden God aan als de Almachtige, de Barmhartige, de Vergevende. Maar inhoudelijk gaan de woorden uiteen en is geen verschil zo wezenlijk als wat wij belijden aangaande God en Jezus Christus.

Jezus in de koran
Voor moslims is Jezus een bijzonder profeet, begiftigd met macht om wonderen te verrichten, zelfs doden op te wekken. Hij is op wonderbaarlijke wijze geboren uit de maagd Maria. Maar, hoe uitzonderlijk ook. Hij is en blijft voluit mens. Wat christenen aangaande Jezus belijden, namelijk dat Hij op unieke wijze de Zoon van God is, wordt door alle moslims verworpen. Centraal staat voor hen de belijdenis aangaande Gods eenheid en enigheid. In de context van het veelgodendom van de wereld waarin Mohammed aan het eind van de zesde eeuw optrad, en waarschijnlijk ook later in de context van de polemiek met christenen, wordt krachtig Gods eenheid gepredikt als behorend tot het wezenlijke van de openbaring. De belijdenis van de eenheid is „de bedding van de islam" (Maududi) en staat voor moslims haaks op de belijdenis van christenen aangaande Gods openbaring in Christus, het vleesgeworden Woord.
In de koran wordt in één vers (soera 4¹⁵⁷ ) gesproken van de (schijn)kruisiging van Jezus. Omdat we hier dieper op in willen gaan, geven we hieronder het vers weer in de vertaling van Fred Leemhuis.
„...en wegens hun zeggen:
„Wij hebben de masieh „Isa, de zoon van Marjam,
Gods gezant gedood".
Zij hebben hem niet gedood en zij hebben hem niet gekruisigd, maar het werd hun gesuggereerd.
Zij die het daarover oneens zijn, verkeren erover in twijfel.
Zij hebben er behalve het afgaan op vermoedens geen kennis van; zij hebben hem vast en zeker niet gedood".

De context van het vers
Het vers komt uit een latere periode van het leven van Mohammed te Medina (ca. 625 na Chr.) toen er een dispuut gaande was tussen de moslims en de joden. Mohammed valt de joden er op aan dat zij ongelovig zijn aan Gods tekenen, dat zij zonder enig recht profeten doden en dat zij niet geloven in de maagdelijke geboorte van Jezus. Zij spreken zelfs blasfemisch over Maria die zij van overspel beschuldigen. In vers 156 staat: „...wegens hun ongeloof, hun geweldige kwaadsprekerij over Maria". Ook beweren ze dat ze Jezus gedood hebben aan een kruis. Er zijn weliswaar joodse plannen geweest om Jezus te kruisigen, maar God heeft hun plannen verijdeld en heeft Jezus gered uit hun handen. Vandaar het nadrukkelijke: Zij (de joden) doodden hem niet en zij kruisigden hem niet. Naar moslimse overtuiging doet God zijn „gezondenen" vroeg of laat de overwinning behalen. Dat een profeet zo schandelijk aan het kruis het onderspit zou moeten delven is onmogelijk. Als Jezus gekruisigd zou zijn, zo is de redenering, dan is God niet almachtig of is Jezus geen profeet. En aangezien Gods almacht ontwijfelbaar is, alsook het profeetschap van Jezus, wordt de kruisiging van Jezus ontkend.

Het werd gesuggereerd
Vervolgens lezen we de kernwoorden: sjoebbiha lahoem, in het Nederlands verschillend vertaald met: het scheen zo voor hen (Wessels), het werd hun gesuggereerd (Leemhuis), doch voor hen werd een schijnbeeld van hem gemaakt (Kramers).
Er zijn een paar belangrijke vragen te beantwoorden. Allereerst, waarom staat er een passivum „het werd hun"? Waarom, want dat wordt met het passivum bedoeld, deed God het erop lijken dat Jezus gekruisigd werd? Wat is Gods bedoeling daar dan mee? Er zijn moslims die dit zo raadselachtig vonden, dat zij zijn gaan zoeken naar een antwoord hierop en op hun zoektocht het antwoord tenslotte in de bijbel vonden.
Moslims weten niet waarom God de kruisiging van Jezus suggereerde. Het antwoord daarop laten zij over aan God, die zij in dit verband „de beste Plannenmaker"
(soera 8³°) noemen. Hij zal daar zijn bedoelingen mee gehad hebben. We moeten niet meer willen weten dan geopenbaard is, zo is de reactie.
Er is nog een belangrijke vraag: „ Wat werd hun gesuggereerd, wat scheen hen zo toe?" Gaat het om Jezus (persoonlijk) die werd gesuggereerd, of om de kruisiging (onpersoonlijk)? Veel moslims houden het op het eerste: zij zouden de vertaling van Kramers zien als de juiste interpretatie, namelijk dat er een schijnbeeld van Jezus werd gemaakt. Iemand die op Hem leek stierf. Wonderlijk genoeg stierf dan niet Jezus plaatsvervangend voor mensen, maar stierf een dubbelganger plaatsvervangend voor Hem. In het zogenoemde „evangelie van Barnabas", een veertiende-eeuwse falsificatie waar moslims nogal eens mee naar voren komen, wordt Judas Iskarioth genoemd. Ook zijn er die Simon van Cyrene noemen.
Anderen houden het bij de opvatting dat de joden dáchten dat Jezus gekruisigd werd, dat het hen zo toescheen, maar dat het feitelijk niet gebeurde. De kracht van het „niet werd hij gedood en niet werd hij gekruisigd" is zo groot, dat een andere verklaring manipulatie van de tekst is.

Andere visies
Toch zijn er moslims die van deze traditionele exegese afstappen en verder ingaan op „het leek hen zo toe". Er zijn er die de kruisiging tot de dood ontkennen, maar de kruisiging op zich niet.
Na de kruisiging was er nog leven in Hem. De Ahmadiyyah-moslims geloven dat er na de kruisiging nog leven in Jezus was. Later zou Hij in Kashmir een natuurlijke dood gestorven zijn. Andere visies komen kort en bondig hierop neer dat de joden wel dachten dat zìj Jezus gekruisigd en gedood hadden, maar dat het God Zelf was die dat deed. Het vers beoogt dus een wisseling van perspectief. Zoals ook elders in de koran geschreven wordt over een kleine groep moslims die te Badr de overwinning had behaald op de ongelovige Mekkanen, waarop ze zich echter niet mogen beroemen als zou het hùn prestatie zijn. Mohammed zegt daar (soera 8¹⁷): Niet jullie hebben hen gedood, maar God heeft hen gedood. Basetti-Sani legt het accent bij de interpretatie van soera 4¹⁵⁷ nog iets anders: „Nee, de joden deden het niet, maar Jezus bood zichzelf spontaan als offer aan". Weer anderen ontdekken elementen uit het docetisme in de formulering. Het Arabische woord sjoebbiha komt overeen met het Griekse dokeo, het scheen zo toe dat Jezus stierf (zijn lichaam „gaf de geest"), maar op een ander plan, in werkelijkheid, overwon Jezus en werd zijn Geest niet aangetast. Men kan het lichaam aanraken en doden, maar niet de ziel. Hoewel de leer van de islam haaks staat op het docetisme, is het zeer wel mogelijk dat dit element door Mohammed is opgepakt om Jezus te handhaven.
Jezus kan in deze visies symbool worden voor hen die lijden, die in hun bestaan bedreigd worden, maar weten dat zij met Jezus zullen overwinnen op geestelijke wijze. Kamel Hoesain schrijft in City of Wrong (stad des verderfs): „De tekst betekent dat de joden dachten dat ze Christus hadden gedood, maar God verhoogde hem op een manier die we onverklaard kunnen laten temidden van de verschillende mysteries die we alleen door geloof voor vanzelfsprekend hebben aangenomen."
Samenvattend kunnen we stellen dat er onder enkele moslims verrassend nieuwe visies op de kruisiging van Jezus zijn. Visies die ons doen denken aan visies van moderne christentheologen die Jezus weliswaar zien als inspirerend voorbeeld, als iemand die zich in liefde gaf, het kwade overwinnend door het goede, maar niet als de Heiland die zich tot een zoenoffer heeft gesteld en plaatsvervangend lijden en sterven op zich heeft genomen.

Niet Gods wil
Met een beroep op de koran en in het bijzonder soera 4¹⁵⁷ zullen veruit de meeste moslims de feitelijke kruisdood van Jezus ontkennen. Toch is het al te simpel gesteld als er gezegd wordt dat de kruisiging in de koran geen plaats heeft. Er is in ieder geval al de intentie om Jezus te kruisigen. Kenneth Cragg, Anglicaans bisschop en islamkenner, verheldert het één en ander door drie elementen te onderkennen: de wil om het te doen (van de kant van de daders), de wil om kruisiging en lijden te ondergaan (van de kant van Jezus) en de wil in dit alles van de kant van God. Voor christenen betekent het kruis alle drie: de mens die de vreselijke daad verricht, Jezus die zich geeft in liefde, en Gods daad in genade. De koran brengt de eerste twee elementen naar voren, maar bestrijdt dat het gaat om Gods handelen daarin. Dit wordt leerstellig het sterkst ontkend. God was niet de wereld verzoenende met Zichzelf in Jezus Christus. Hij trok Jezus tot zich in de hemel. Er is de historische ontkenning van het gebeuren, de morele weigering van de mogelijkheid en de leerstellige verwerping van de noodzaak, zo zegt Cragg. God grijpt in. Hij redt zijn profeet van de „ondergang" en van de „schande van het kruis". Sommige moslims zijn ver gegaan in de uitwerking van de eerste twee elementen, namelijk dat de kruisiging zou geschieden door boosdoeners en dat Jezus hieronder leed en bereid was verder lijden op zich te nemen. „Zal Ik de beker van het lijden niet drinken?" echter zonder „die de Vader mij te drinken heeft gegeven". De feitelijke kruisdood hoefde niet plaats te vinden, omdat er geen goddelijke noodzaak toe was.

Goddelijke noodzaak
Voor moslims is Jezus een profeet die in hoog aanziet staat en behoort tot hen die in de nabijheid van God zijn (soera 3⁴⁵). Onverdraagbaar is voor hen de gedachte
dat Jezus, van wie christenen geloven dat Hij „Zoon van God" is, door een hemelse Vader verlaten wordt en dat God, zijn Beschermer en Heer, machteloos moet toezien hoe Jezus door de beraadslagingen van de joden verslagen zou zijn. Misschien is het woordje „machtig" wel een sleutelvers in dit verband. Want ook christenen geloven niet dat Jezus de dood inging als iemand die machteloos het onderspit moest delven. Hij ging bewust die weg. Hij was gehoorzaam tot de dood, ja, tot de dood des kruises (Filippenzen 2). Zijn macht was Hem niet ontnomen maar openbaarde zich in liefde tot het einde. Daarin is een plan van de almachtige God. „Wat zijn liefde wil bewerken ontzegt Hem zijn vermogen niet" zegt lied 291 uit het Liedboek voor de Kerken. We worden in het gesprek met moslims over het evangelie uitgedaagd het ook te hebben over de diepere vragen van het waarom van de weg van lijden en dood. Dan komen we ook uit bij de vraag wie de mens is en wat zonde is. Het werd de Emmaüsgangers duidelijk toen zij op weg waren met Jezus: „Moest de Christus dit niet lijden om in zijn heerlijkheid in te gaan?" „Als moslims kunnen gaan zien waarom God kon toelaten dat Jezus werd gekruisigd, zijn ze wellicht meer bereid het/e/f dat Hij werd gekruisigd te accepteren" (Colin Chapman in Kruis & halve maan).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1997

De Wekker | 16 Pagina's

De islam dichterbij (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1997

De Wekker | 16 Pagina's