Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Ik roep U aan ..." (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Ik roep U aan ..." (IV)

(Over de praktijk van ons bidden)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Geest als Leraar. We hebben ons al een aantal artikelen bezig gehouden met de praktijk van ons bidden. In dit laatste artikel wijs ik u nog op 2 aspecten. Het zijn de gebedshulp van de Geest en de voorbede van de Heere Jezus Christus. Eerst iets over de gebedshulp van de Heilige Geest. Paulus spreekt daarover in Rom. 8:26. Daar staat: „En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen".

Hier wordt gesproken over onze zwakheid en hulpeloosheid in het gebed. En dat is een werkelijkheid. Een werkelijkheid die we al meer leren kennen en belijden als we tot geestelijke groei mogen komen. Wat zijn we zwak en ontrouw in onze gebeden. Wat komt de eer van God er vaak bekaaid af. Wat vergeten we vaak de plaats en de betekenis van de voorbede. Als het gaat om onze gebeden is er alle reden om beschaamd het hoofd te buigen. Het is waar: wij zijn zwak en hulpbehoevend. Maar, zo zegt Paulus, in deze hulpeloosheid komt de Geest ons te hulp. Hoe? Door de gebedshulp van de Heilige Geest. Er staat: „Want de Geest Zelf bidt - beter nog is de vertaling 'pleit' - voor ons". En dat „voor ons" heeft hier twee betekenissen: helpend en plaatsvervangend. Vooral het eerste is hier van belang. De Heilige Geest is de Leraar, Die ons in onze zwakheid te hulp komt en de Leermeester, Die ons op de leerschool van het gebed onderwijst. En dat is een rijke belofte. Ervaart u moeite in de praktijk van het bidden? Leeft er innerlijk tegenstand in uw hart? Is uw hart leeg, zodat er geen gebed uit kan? Is alles door de veelheid van tegenstrijdige gevoelens verward? Weet dan: U staat er niet alleen voor. En u hoeft er ook niet zelf uit te komen. In de Heilige Geest schenkt God ons een uitstekende Leermeester. Dan mag u vragen om deze gebedshulp van de Heilige Geest. Dat is: „leer mij, leer ons bidden". En dan zal de Heilige Geest ook u helpen. Want Hij is de Geest van de genade en de gebeden (Zach. 14:10).

De Advocaat
Het laatste, maar zeker niet onbelangrijk, is het gebed van Christus. Christus bidt ook. Christus zegt ook: „Ik roep U aan". Maar Hij bidt niet voor Zichzelf, maar voor de Zijnen. We noemen dat de voorbede van Christus.
En de praktijk van ons bidden heeft alles te maken met deze voorbede van de Heiland.
Hoe? Dat wil ik u graag laten zien aan de hand van de bijbelteksten.
Over de voorbede van Christus wordt o.a. gesproken in Luc. 22:31,23, Rom. 8:34 en Hebr. 7:25.
In Rom. 8:34 is de ernst van het oordeel aan de orde. Toch is Paulus daar in het geheel niet bang voor. Integendeel, hij zingt in deze verzen een lied van overwinning. Hoe dat kan? Omdat hij weet dat het heil van de gelovigen vastligt in het werk van de Heere Jezus Christus. En dan wijst Paulus op de feiten. „Christus is het. Die gestorven is; ja, wat meer is. Die ook opgewekt is. Die ook ter rechterhand Gods is", - en dan komt het - „Die ook voor ons bidt". Daar ligt dus de laatste zekerheid van het heil: in het gebed van Christus. In Hebr. 7:25 staat dat nog duidelijker. Daar gaat het over het werk van de Heere Jezus als Hogepriester en dan zegt de schrijver dat Jezus Christus altijd leeft om voor de gelovigen te bidden. Eigenlijk staat er: Hij leeft om voor hen te pleiten. En dat woord komt uit de sfeer van de rechtspraak. Jezus is dan de advocaat en Zijn bidden draagt het karakter van een pleidooi. Het doel van dit pleiten is gericht op de bewaring bij en in het geloof.

Luc. 22:31,32
De laatste tekst die ik noem, en waar ik wat langer bij stil sta, is het woord van Jezus uit Luc. 22:31,32. Jezus richt zich daar tot Petrus en in hem tot de andere discipelen. Zij hebben aan de avondmaalstafel ruzie gehad over de vraag wie de meeste is. Dan spreekt Jezus eerst een indringende waarschuwing uit: „Simon, Simon, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe". Maar daarna komt een rijke belofte. Jezus zegt: „Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude". Ik vind dat een juweel van een belofte. Waarom? In de eerste plaats wel om het gezag waarmee Christus hier spreekt. Het staat er met nadruk „Ik". Waar de satan de bedoeling heeft de band tussen Christus en de gelovigen door te snijden, en waar de gelovigen in zichzelf geen kracht hebben om zich daartegen te verzetten, daar komt Christus en zegt: „Ik". En dat zegt de Heiland dan in de laatste nacht van Zijn leven. Dat betekent: Ik, Die straks door jullie verlaten, verloochend en verraden word. Ik, Die straks Mijn leven zal geven tot in de vloekdood van het kruis. Ik heb voor u gebeden.
Het tweede is dat Jezus dit woord tegen Petrus zegt. En dat maakt de belofte nog rijker. Petrus, de discipel die het altijd beter wist, die Jezus zo vaak voor de voeten liep, die door ongeloof in het meer dreigde te verdrinken. Petrus, die deze avond Jezus drie maal zal verloochenen, tegen hèm zegt Jezus: „Ik heb voor ù gebeden".
Trek hier de lijnen maar. Ik heb voor u gebeden, zegt Christus, voor u, die in de strijd van het geloof zo vaak onderop ligt; voor u, die met het gebed soms geen raad weet, voor u, die in uw omgang met de Heere zo vaak verslapt; Ik heb voor ù gebeden.
Het derde is dat Christus in dit woord spreekt over de bewaring bij en in het geloof.
Daar vraagt Hij de Vader om: „Dat uw geloof niet zal bezwijken". Als het aan de gelovigen ligt zou het zonder twijfel gebeuren, zeker in onze verwarde en verwarrende tijd. Dan zou het geloof ophouden. Maar dat wil Christus niet. Daarom bidt Hij. Daarom pleit Hij: „Vader, bewaar ze in Uw naam, die Gij Mij gegeven hebt" (Joh. 17:11). En dat gebed is zeker van verhoring.

Betekenis
Beseffen we de grote betekenis van deze voorbede van Christus? Het gebed van de gelovigen tot God is belangrijk. En door het Evangelie worden we ook opgeroepen om dat ter harte te nemen. Maar nog belangrijker is Christus' voorbede voor de gelovigen.
In de praktijk van ons bidden zal altijd moeite en strijd blijven. Dat maakt ons klein en doet ons bidden om de hulp van de Heilige Geest.
Maar toch hoeven we daar niet krampachtig onder gebukt te gaan. Want wie oprecht in Christus gelooft mag weten: Hij bidt voor mij. En dat geeft rust.
Hij bidt voor mij, als ik soms in de gebeden verslap. Hij bidt, als ik het niet meer weet te formuleren en alleen maar kan zeggen: Heere, U weet wat er m mijn hart leeft. Hij bidt als de vertwijfeling mij in zijn greep heeft. Hij bidt, als ik soms te ziek ben om te bidden. Hij bidt, ook als ik later misschien dement zal worden. En Zijn bidden garandeert: De Heer' is zo getrouw als sterk. Hij zal Zijn werk, voor mij, aan mij en in mij, volenden.

G. van Roekel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1997

De Wekker | 20 Pagina's

„Ik roep U aan ...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1997

De Wekker | 20 Pagina's