Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed op goede grond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed op goede grond

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ik ben de Uwe, verlos mij". Psalm 119:94a

Wat David hier zegt vloeit voort uit de genadige aanneming van Gods kant (Calvijn). David houdt hier aan de Here zijn eigen weldaad voor. Ik ben van U. Dit is een uitspraak waaraan men niet zo maar voorbij kan gaan. Een mens is gereed om te zeggen: Ik ben van mijzelf. Dat was de allereerste zonde. Ik ben van mijzelf, zei Adam. En daarmee begon de ellende, die hem buiten het paradijs bracht.
Ik ben van mijzelf zegt de mens die autonoom wil zijn, en zich in geen enkel opzicht aan de Here wil toevertrouwen. Ik ben van mijzelf, en ik regel de zaken ook zelf. Met niemand heb ik iets te maken. Aan niemand ben ik verantwoording schuldig. Ik neem zelf de verantwoordelijkheid.
Wat David zegt, berust derhalve niet op een eigen prestatie. Het is de vrucht van goddelijke adoptie. Daarachter staat het verbond der genade. Daarin kwam God als eerste tot de mens. Achter het verbond der genade staat de eeuwige liefde. Ik heb u liefgehad. Daarom heb Ik u Mij tot een eigendom gemaakt. En daarachter staat het welbehagen, waarover een mens wel denken kan. Hij kan het echter nimmer begrijpen. Het welbehagen van God is er ook niet om begrepen te worden, men kan er slechts van zingen. Dat hebben de engelen ons voorgedaan in de Kerstnacht. En zo zien we alle heil in Christus die geboren werd in ons vlees, opdat wij door Hem tot God zouden komen, en van God zouden zijn.
Wezenlijke troost is het derhalve, wanneer iemand kan zeggen, dat hij met lichaam en ziel niet zijn eigen eigendom is, maar dat van zijn getrouwe Zaligmaker, Jezus Christus. Het is de unieke troost, die in deze belijdenis ligt opgesloten: Ik ben de Uwe!

Velen menen dat, wanneer zij dit kunnen zeggen, alles klaar is. Dit is echter niet het geval. Het begint nog maar. Immers David zegt op grond van het feit dat hij aangenomen is - ik ben de Uwe - maak mij zalig, verlos mij, red mij. Augustinus schrijft: Het is alsof hij wil zeggen, ik wilde van mijzelf zijn en ik heb mezelf tot een verlorene gemaakt. Ik ben de Uwe, maak mij zalig. Daar hebben we het woord, waarin de naam van de Zaligmaker ligt opgesloten. De volle verlossing berust op de aanneming, waarmee God ons tot de zijnen maakt. En God heeft het werk der zaligheid overgegeven aan zijn Zoon, de Here Jezus Christus. Alle dingen zijn Hem door zijn Vader overgegeven. En zo bidt David om volkomen heil, op grond van het feit, dat hij van God is.
Maak mij zalig. Dat ziet op de verlossing van zonde en schuld. De bevrijding van de binding aan onszelf. Ook de verlossing van de macht van de zonde.
Maak mij zalig: dat ziet ook op de volkomen verlossing van het lichaam. Het lichaam van deze dood, zoals Paulus het noemt. Heel het aardse bestaan, het verblijf hier, staat in het teken van het onverloste leven. Daarom zuchten de kinderen van God. Zij verlangen naar de volle aanneming der heerlijkheid der kinderen Gods: de verlossing van dit lichaam.
Maak mij zalig: dat is uiteindelijk ook de volle, heerlijke zaligheid, die we bij de Here mogen ontvangen. Dan zal God alle tranen van de ogen afwissen. Dan zal God ook zijn alles en in allen. Maak mij zalig, want ik ben van U.

Wie dit kan zeggen, ik ben van U, die is er niet. Hij moet zelfs door vele verdrukkingen ingaan. Psalm 119 heeft daarover ook veel te zeggen. Maar het eind is: zaligheid. Zekerheid daarvan ligt buiten onszelf in de Here Jezus Christus: dat ik zijn eigendom ben. Hij betaalde. Hij zond zijn Geest. Hij maakt zo van harte gewillig en bereid om voor Hem te leven. En Hij verzekert in die weg van het eeuwige leven.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Gebed op goede grond

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's