Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een aangevochten bestaan (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een aangevochten bestaan (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als wij stilstaan bij aanvechting dienen wij te bedenken, dat dit thema voor Luther geen zaak van beschouwing of theologische doordenking was. Het was voor hem voluit een zaak van ervaring. Vanuit deze dingen kon Luther spreken. Reeds vanuit de tijd dat hij monnik was.

De aangevochten monnik
Voor hij geestelijk tot een doorbraak kwam, heeft hij heel wat afgeworsteld in zijn kloostercel. Hij was een zeer nauwgezette monnik. Als het nog veel langer geduurd had, had hij zich dood gemarteld met waken, bidden, lezen en ander werk. Hij heeft bijzonder nauwgezet gebiecht en toch bleef hem de vraag kwellen: hoe krijg ik een genadig God? Luther wist van de strijd, die voortkwam uit zijn ik-zucht. Hij heeft geworsteld met de toorn van God over zijn leven. Niets baatte daarbij. Zelfs de bijbel was voor hem aanvankelijk een gesloten boek, waarin vooral de straffende gerechtigheid hem tegemoetkwam en Christus als de Grote Wereldrechter. De predestinatieleer van Augustinus stortte Luther in nieuwe hevige aanvechting. Hij haatte God en kon zich dus nooit tot de verkorenen rekenen. Naderhand heeft Luther een tipje van de sluier opgelicht:
„Ik ken een mens, die verzekert, zulke kwellingen dikwijls doorleden te hebben, weliswaar in een zeer korte tijdsspanne, maar zo geweldig, zo hels, dat geen tong het uitspreken kan, geen pen het neerschrijven kan, niemand het vermag te geloven, die het niet zelf heeft doorgemaakt". Het is volgens Luther niet uit te houden! God verschijnt in vreselijke toorn en er is geen ontvluchten mogelijk. De ziel is a.h.w. met Christus uitgespannen, zodat men al haar beenderen tellen kan, geen hoek in haar „die niet opgevuld is met dodelijke bitterheid, met ontzetting, angst en treurigheid.
Gelukkig heeft Luther in zijn kloostertijd ook adempauzes gekend in zijn aanvechtingen en zielszorg ontvangen van medebroeders. Zijn biechtvader sprak eens tegen hem: „Je bent een dwaas. God toornt niet tegen jou, maar jij toornt tegen God". Mooie dingen zijn ons hier overgeleverd, o.a. uitgesproken door Von Staupitz. Zo hielp hij Luther rond zijn predestinatieaanvechting met de woorden:
„Wanneer je over de predestinatie wil disputeren, begin dan bij de wonden van Christus, dan zal terstond het dispuut over de predestinatie ophouden". ...„In Christus' wonden is de predestinatie te zoeken en te vinden, nergens anders". Men moet de Man aanzien, die Christus heet".
Via een tussenfase, waarin de hemel nog bedekt was, maar waarin de zon zo nu en dan doorbrak, is Luther tot het licht geleid. Rom. 1:17: „Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve (evangelie) geopenbaard" vervulde de sleutelrol. Daardoor ging voor de aangevochten monnik de poort naar he paradijs open. Vroeger haatte hij dat woord gerechtigheid, daarin hoorde hij alleen eis en verschrikkelijke toorn en straf. Hij bleef kloppen op dat woord!
Tot hij zag: het is de door God in geloof geschonken gerechtigheid. Toen voelde hij zich „als geheel en al nieuw geboren". Het woord gerechtigheid Gods werd hem nu bijzonder lief! In 1518/1519 brak voor Luther zo de zon door. Haar koesterende warmte en helder licht is heel de kerk Gods ten goed gekomen.
Na de doorbraak kende Luther toch nog aanvechtingen.
Mogelijk denkt u: die geloofsdoorbraak was dan het happy end voor Luther. Toen was het lek boven water en was de strijd gestreden en het leed geleden. Niets is minder waar! Al heeft God Luther in de vrijheid geplaatst. Luthers geloof is al de jaren door een aangevochten geloof gebleven, met hoogten en diepten, met strijd en overwinning. Terwijl Luther enerzijds geweldig rijk kan spreken over de zekerheid van het geloof en het staan in de vrijheid, heeft hij maar al te zeer ervaren, dat het een aangevochten geloof en een aangevochten vrijheid bleef.
Reeds enkele jaren na de doorbraak zien wij Luther op de Wartburg (1521/ 1522) onder veel en zware strijd. Waar is zijn geloof en geestelijke vrijheid? Als hem de vraag kwelt: Ben jij alleen wijs? Zijn zoveel eeuwen door dwaling verloren gegaan? Wat nu als jij nu eens dwaalde en vele mensen daardoor misleidde? Hij voelt zich uitgeschakeld, nutteloos; hij leed aan voorbijgaande depressies. Luther die anderen met geloof gordde, had voor zichzelf veel strijd om in de ware vrijheid van het geloof te staan. Zijn plaats in de geestelijke strijd van die dagen heeft hem diep getroffen en met veel geestelijke zorg vervuld!
Hij beschrijft een aanvechting uit 1527:
„Voor meer dan een week lag ik in dood en hel, zodat ik aan het gehele lichaam gekwetst nog over al m'n leden sidder. Daar Christus voor mij bijna geheel verloren was, werd ik meegesleurd door stromen en stormen van vertwijfeling en lastering tegen God".
Luther heeft gewerkt aan een middel tegen de depressies. Allereerst zag hij onder ogen, dat zware innerlijke ontroering onvermijdelijk was om religieuze problemen op te lossen. Zo werden de dingen wel buiten proporties getrokken door de satan, die maakt volgens Luther van „een luis een kameel". Luther had naar eigen zeggen best nog weleens een boek willen schrijven over de aanvechtingen, „want zonder deze kan een mens noch de Heilige Schrift, noch het geloof, of de vreze en liefde Gods verstaan; ja, wie nooit in aanvechtingen verkeerde, kan niet weten wat hoop is", zegt Maarten Luther.
Luthers leven stond in het teken van de geloofsworsteling. In dit stuk van zaken is hij een zielszorger, die persoonlijk weet van de moeiten. Als kind van zijn tijd kan hij de tweekamp met de duivel in schrille kleuren en realistische termen tekenen. Satan houdt hem vaak zijn zonden voor. Krasse, sarcastische woorden voegt Luther hem toe. Satan: „jij hebt nooit kwaad gedaan en bent alleen heilig. Ga naar God en verwerf voor jezelf genade. Als je mij vroom maken wil, zo zeg ik jou: Arts, help jezelf".
Soms strijdt Luther ook met God:
Ik disputeer veel met God in grote ongeduldigheid... en houd Hem Zijn beloften voor. De Kanaänesche vrouw was voor Luther een bron van verbazing en troost. Zij hoorde niet alleen het neen van de satan, maar Gods eigen neen, bij monde van Jezus Christus. Ons hart houdt dat neen voor totaal en definitief. Maar zo staat het er in waarheid helemaal niet voor.
Daarom moet het hart zich van zo'n gevoelen afkeren en het diepe heimelijke ja onder en boven het neen uit met vast geloof in Gods Woord aangrijpen". Het is de grootste aanvechting wanneer God Zijn ja diep verbergt onder Zijn neen! De Kanaänesche vrouw worstelde aanhoudend met Christus. Brood voor de kinderen en niet voor de honden. De vrouw greep Hem op dat Woord aan, ik weet het... meer ben ik niet, maar een hond eet toch van de kruimels die van de tafel vallen. Dan behandelt Christus haar als kind Israëls! Zo diep kan God Zijn genade verbergen. Wij moeten niet naar ons gevoel en denken te werk gaan, maar regelrecht naar Gods Woord. Wij moeten leren om door Gods neen heen te luisteren, op het goddelijke Ja dat daarachter ligt. Zo wordt door de aanvechting heen de vrijheid en bevrijding van het geloof ons deel.

T.M. Hofman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Een aangevochten bestaan (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's