Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gezalfde des Heren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gezalfde des Heren

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren". Lukas 4:18,19

Jezus, onze Heiland, typeert zichzelf in de tekst, nadat Hij Zich door Johannes in de Jordaan heeft laten dopen (Luk. 3:21,22), als de gezalfde. Hij zegt, terwijl Hij de profeet Jesaja citeert: „de Geest des Heren is op Mij" (Jes. 61:1).
Het messiaanse koningschap dat Jezus uitoefent heeft duidelijk een geestelijke zijde. Lukas plaatst Jezus daarmee in een oeroude joodse traditie. Het is David geweest die deze godsdienstige kant van het koningschap in Israël naar voren gebracht heeft. In de tijd dat Saul hem achtervolgt, krijgt David gelegenheid Saul het leven te benemen. Hij weigert hem echter te doden en motiveert zijn weigering met de treffende woorden: „want hij is de gezalfde des Heren" (1 Sam. 24:7; vgl. 26:9-11). De Geest des Heren grijpt Israëls koningen aan. Dit wordt van Saul gezegd (1 Sam. 10:9-22), waarbij God hem „een ander hart" schenkt (vers 9). Gods Geest, die echter later van hem wijkt, bekwaamt hem tot zijn taak als koning. Koning Salomo ontvangt door deze zo directe band met de Here wijsheid, zo lezen we in 1 Kon. 3.
Van de koning bij uitstek in Israël, David, aan wiens koningschap dat van anderen telkens wordt gemeten, wordt na zijn zalving door Samuel gezegd: „Van die dag af greep de Geest des Heren David aan" (1 Sam. 16:13).
Jezus gaat, zo wil Lukas ons zeggen, het koningschap in Israël tot zijn vervulling brengen. Is het dan zo belangrijk dat de koning een gezalfde is? Ja zeker! Het is zelfs bepalend voor het geestelijk leiderschap dat hij uitoefent. Immers, alleen door Gods Geest geleid spreekt hij het woord van God. Ook dat motief vinden we bij David terug. In 2 Samuël 23:2 horen we hem zeggen: „De Geest des Heren spreekt door mij, zijn woord is op mijn tong". In deze unieke bijbelverzen zegt David dat God tot en door hem spreekt. Tegen deze achtergrond krijgen de woorden van Jesaja: „om aan armen (ootmoedigen) het evangelie te brengen", die door Jezus op de lippen genomen worden, groot gezag en een geweldig diepe betekenis. Jezus spreekt niets minder dan het woord van God Zelf. Als „arme" - een woord dat in het O.T. naast een sociale altijd ook een geestelijke betekenis heeft -, ja als ootmoedige mogen we het evangelie horen, de blijde boodschap. God wil ons genade verlenen en een nieuw leven schenken in en door de Geest.
Dat vindt z'n grond in het feit dat de gezalfde koning in het spreken van Gods woord een geweldig mooie taak mag vervullen. Hij mag, om met l Samuel 8:5,20 of om met de bede van Salomo in 1 Koningen 3:9 te spreken, het volk, dus ons, richten. Het is m.a.w. de plicht van de koning om naar recht en gerechtigheid te handelen en te regeren. Het is voor hem een eerste vereiste om recht en gerechtigheid lief te hebben. Jezus mag en moet dus, als messiaanse koning, naar Gods recht en naar Zijn gerechtigheid met ons handelen.
Dat woord kan, als we open en oprecht ons leven overzien, voor ons een huiveringwekkende klank hebben. Jezus... die ons richt... naar recht en gerechtigheid. Moet dat ons niet arm of ootmoedig maken?! Wat zullen we dan vervolgens, vanuit zo'n ootmoedige houding, verwonderd opkijken als Jezus zijn taak om ons naar recht en gerechtigheid te richten nader invult met de prachtige woorden van bevrijding: „en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren". Dat mag nog eens recht en gerechtigheid heten. Het is vrijspraak ontvangen, om niet! We mogen het Jubeljaar vieren.
Tegelijk zie ik evenwel het beeld van u en mij als christen opdoemen. Een christen is toch iemand die met recht een gezalfde mag heten omdat hij of zij met de Geest van Christus gezalfd is?! Het is het beeld van een arme, d.w.z. een ootmoedige, die met z'n naaste naar recht en gerechtigheid, op de wijze waarop Jezus het heeft ingevuld, mag omgaan.
Ook dat kan, als we open en oprecht ons leven overzien, een huiveringwekkende klank hebben.
Ik... met de ander... naar recht en gerechtigheid omgaan...?! Deed ik dat? Wil ik dat eigenlijk wel? Doe ik dat ook?!
En toch, is er wel iets mooiers te bedenken dan dat we onder leiding van koning Jezus samen met anderen het Jubeljaar gaan vieren?

Jeruzalem, C.J. van den Boogert

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's

De Gezalfde des Heren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's