Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik heb met die omschakeling zoveel moeite...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik heb met die omschakeling zoveel moeite...

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze opmerking staat in een brief van een ouderling, die spanning ondervindt tussen zijn dagelijks beroep en zijn kerkelijk ambt. Schrijft u er eens iets over, was zijn vraag. Aan te nemen valt dat hij in zijn brief het gevoel van meerderen verwoordt.

Een ambtsdrager die buiten zijn dagelijks werk de kerk van Christus in het bijzondere ambt mag dienen, heeft twee principalen, een hemelse en een aardse. Dat klinkt misschien enigszins schertsend, maar het is een werkelijkheid waarin voor sommige ambtsdragers grote moeite gelegen kan zijn. Het valt niet iedereen even gemakkelijk om na een volbrachte dagtaak, in de avonduren nog eens intensief met kerkelijke dingen bezig te zijn. De vraag of daartoe nog voldoende energie en inspiratie resteren is afhankelijk van de aard van het beroep dat men uitoefent. Beroepen met zware lichamelijke inspanningen komen niet zoveel meer voor, zelfs in de agrarische sector niet meer. Toch wil dat niet zeggen dat de lichamelijke vermoeidheid een te verwaarlozen factor zou zijn. De samenleving is gecompliceerder geworden en in veel beroepen en vakken wordt op de menselijke geest vandaag een steeds grotere wissel getrokken. Meer dan vroeger bestaat er binnen de medische wetenschap oog voor de eenheid van geest en lichaam. Een vermoeide geest heeft onmiskenbaar invloed op ons lichamelijk welzijn. Geestelijke inspanning overdag vraagt om ontspanning in de avonduren, als het kan ook om een stukje lichamelijke ontspanning. Het ene beroep is op dit punt het andere niet. Al naar de plaats die wij innemen zullen de eisen die het dagelijks beroep aan ons stelt, verschillen. Onze leeftijd speelt hierbij al een zeer belangrijke rol. De ambtenaar met een duidelijk omlijnd takenpatroon tussen negen en vijf uur, zal na beëindiging van zijn dagtaak wellicht minder zwaar tegen een avond kerkewerk aankijken dan de manager die in het particuliere bedrijfsleven op een post met méér dan gewone verantwoordelijkheid staat en die de problemen van het bedrijf na het sluitingsuur niet naast zich neerlegt. De landbouwer en de tuinder met hun seizoenpieken en hun grotere beschikbaarheid in de wintermaanden zijn niet te vergelijken met de middenstanders die in veel gevallen ná het werk overdag in de avonduren nog eens met hun administratie aan de gang moeten. Vooral in de laatste categorie kennen de kerken broeders die door God met goede gaven zijn bedeeld, maar die vanwege de zorg voor eigen bedrijf voor een kerkelijk ambt eenvoudig niet beschikbaar zijn.

Vergelijkingen maken is hier misschien niet eens juist, want elk beroep heeft zijn eigen zorgen en elke werkomgeving kent haar eigen problemen. Bovendien spelen in dat alles ook persoonlijke factoren zoals karakter, capaciteiten en niet te vergeten onze gezondheid, een grote rol. De kritische grens tussen belasting en overbelasting ligt niet bij iedereen gelijk. Soms moeten mensen, ook ambtsdrager, op gevoelige wijze ervaren dat die grens in eigen leven niet eens duidelijk waarneembaar is. Men is haar gepasseerd voor men het weet.

Lasten dikwijls op de schouders van weinigen
Voor een verantwoorde inrichting van ons dagelijks leven en bij de ontplooiing van nevenactiviteiten ontkomen we er niet aan prioriteiten te stellen. Binnen bepaalde kerkformaties hebben veel mensen er vandaag weinig moeite mee op dit punt een keuze te maken tussen het dagelijks beroep en het beschikbaar zijn voor de Dienst van God. De maatschappelijke carrière wint het bij velen al te gemakkelijk van de inzet voor de gemeente van Christus, waardoor de vele lasten op de schouders van weinigen terechtkomen. Hoewel deze symptomen ook binnen onze eigen kerken waarneembaar zijn, kan toch met dankbaarheid worden gezegd dat nog altijd velen bereid zijn zich na hun dagtaak enkele avonden per week met grote liefde en toewijding voor de gemeente van Christus in te zetten. Overigens is het een goede zaak wanneer binnen een kerkenraad bij de verdeling van taken en lasten enigermate rekening wordt gehouden met het feit dat de maatschappelijke belasting bij de ene broeder groter kan zijn dan bij de andere.

De omschakeling
Een belangrijk aspect van de spanning tussen ambt en dagelijks beroep vormt de moeite die veel ambtsdragers hebben met de omschakeling van het gewone dagelijkse werk naar de geestelijke arbeid van de avonduren. Ouderlingen, ongeacht of zij pas voor het werk in Gods kerk aangetreden zijn of al jaren ervaring hebben, ervaren het als niet gemakkelijk om ná een volbrachte dagtaak, met een korte onderbreking, ineens op het geestelijke over te gaan. De dagtaak slorpte wellicht veel energie op; bij thuiskomst van het werk dienen in het gezin de ervaringen van de dag te worden uitgewisseld, waarbij iedereen recht op evenveel aandacht heeft, terwijl het niet zelden voorkomt dat tussen avondeten en het moment van de afspraak voor een huisbezoek nog enkele dringende zaken moeten worden geregeld. In de gejaagde tijd waarin wij leven wordt het de ouderling bijna niet gegund tussen de beëindiging van het dagelijkse werk en het kerkewerk in de avonduren even tot zichzelf te komen. Dat kan negatieve gevolgen hebben, zowel voor de ouderling zelf als voor de kwaliteit van het werk dat hij in de gemeente doet. Men moet de scheiding tussen het werk overdag en het kerkewerk 's avonds natuurlijk niet overtrekken, maar de omschakeling van het ene naar het andere zal nooit automatisch mogen zijn. Het is geen kwestie van een knop omdraaien. Er zal even tijd moeten worden genomen om zich in te stellen op dingen die toch van een andere orde zijn dan de zaken waarmee men overdag bezig was. Maar hoeveel tijd dan en op welke wijze? Voorwaarde voor een vruchtbaar bezig zijn op huisbezoek kan zijn dat de ouderling zichzelf de discipline oplegt een half uur vóór het vertrek naar het afgesproken adres, zich in een rustige sfeer bezig te houden met de vraag welke dingen tijdens het bezoek aan de orde zullen moeten komen. Elke individuele gelovige en elk gezin heeft zijn eigen vreugden, zorgen, vragen en misschien wel ingrijpende problemen. Van tevoren nadenken over de invalshoeken voor het gesprek en over de Schriftplaatsen die daarbij als uitgangspunt kunnen dienen, het overwegen van argumenten die in bijzondere situaties tot troost of vermaning zullen moeten worden gehanteerd en vooral ook het gebed om de inspiratie van Gods Geest, waardoor in ons spreken en handelen de ambtsdrager van Christus herkenbaar zal zijn, het kan alles bijdragen tot een geleidelijke en gerichte omschakeling van het gewone naar het bijzondere werk. Ideaal en werkelijkheid kunnen hier ver uit elkaar liggen. Een rustige voorbereiding wordt ons niet altijd gegund. Hoe dikwijls overkomt het een ouderling niet dat hij zich in het gesprek over God en de geestelijke dingen belemmerd of geremd voelt door de gedachte aan ervaringen in het werk overdag. Fricties met collega's, ook al ontstonden ze niet door zijn toedoen, kunnen aan hem knagen. Zorg om kinderen die andere wegen dan die van de ouders kiezen kan zijn enthousiasme drukken. Men schudt dat maar niet zo van zich af. De ouderling is mens en niets menselijks is hem vreemd. Zijn zorgen neemt hij ook mee op huisbezoek en naar de kerkeraadskamer.

Op hoop van zegen
Soms lukt het met die omschakeling in het geheel niet, òf omdat de tijd ervoor ontbreekt òf omdat de geest het vermogen mist van tevoren op de golflengte van het geestelijke werk af te stemmen. Men gaat dan op bezoek op hoop van zegen. Een hoop die wel eens op verrassende wijze vervulling vindt, met name als in het gebed van tevoren om Gods bijstand is gevraagd.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Ik heb met die omschakeling zoveel moeite...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's