Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maar zelden komt het echt goed... (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maar zelden komt het echt goed... (I)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bedoeld zijn conflicten die zich in alle kerken, ook in de onze, steeds vaker voordoen. We wijzen in geen enkele richting, maar we weten van verschillende gemeenten waarin om uiteenlopende redenen en door verschillende oorzaken spanningen bestaan die - met verdriet moeten we het vaststellen - in de regel met alles wat het Evangelie daartoe aan aanwijzingen en middelen aanreikt niet in te dammen zijn. Ze moeten doorgaans met weinig geestelijke „ingrepen" tot een oplossing worden gebracht. Tot een oplossing die in veel gevallen bijna niet anders is aan te duiden dan met de woorden frustratie, discontinuïteit en desoriëntatie. En je kunt ambtsdragersconferenties over conflictbeheersing houden zo veel als je wilt en op de zogenaamde Haamstede-conferentie een pleidooi houden voor echt geestelijke benadering en behandeling van kerkelijke conflicten zoals ds. P. den Butter enige tijd geleden terecht deed, van de heilzame uitwerking ervan zie je in de praktijk maar al te weinig. Hoe zou dat toch komen?
In enkele bijdragen willen we ook hier nog eens een poging doen er iets over te zeggen. En dat dan vooral toegespitst op het functioneren van de ambtsdragers in conflictsituaties.

Eerlijkheid en geestelijk onderscheidingsvermogen
In kerkelijke conflictsituaties, zeker wanneer ze geestelijke oorzaken hebben en het geestelijk welzijn van de gemeente als geheel raken, geldt als eerste voorwaarde dat de ambtsdrager, in goede samenwerking met zijn medebroeders, maar ook persoonlijk, zich een duidelijk beeld van de situatie tracht te vormen. Het zoeken naar achtergronden en het analyseren van verschijnselen bij conflicten is voorwaar geen eenvoudige taak. Om dit objectief te kunnen doen zijn eerlijkheid en geestelijk onderscheidingsvermogen nodig. Zonder deze zal het onmogelijk zijn vast te stellen waarin een verantwoorde aanpak en heilzame oplossingen gelegen zouden kunnen zijn. De ambtsdrager drage naar het hem door God verleende inzicht gedachten aan om daartoe te geraken. De kerkelijke praktijk leert dat in de conflictbeheersing binnen de gemeente van Christus vaak teveel op enkelen neerkomt.
Wie al wat langer in het kerkewerk meedoet, weet dat elke kerkenraad bemand is met broeders die zich bij moeilijkheden in de gemeente, van welke aard die moeilijkheden ook zijn, uit angst om met een duidelijk standpunt partij te zullen moeten kiezen, liever wat op de achtergrond houden. Men heeft misschien wel een mening, maar men spreekt deze liever niet uit. Misschien ziet men wel waarin de aanpak of de oplossing van een conflict gelegen zou kunnen zijn, maar men participeert liever niet in een besluit daartoe, omdat men persoonlijk naar de gemeente toe alle opties graag openhoudt. Ook kan het voorkomen dat men het met het door de kerkenraad uitgestippelde beleid in cruciale problemen en conflicten volstrekt oneens is, maar men durft daarvoor niet rondweg uit te komen.
Elke ambtsdrager bidde om en streve naar oprechtheid en vroomheid, ook als het gaat om een duidelijke en eerlijke standpuntbepaling in conflictueuze situaties. Vooral bredere kerkelijke vergaderingen gaan soms mank aan te weinig zelfstandige oordeelsvorming van de afgevaardigde ambtsdrager. Kwesties en conflicten, alsmede ter tafel zijnde tuchtprocedures tegen personen, worden in de oordeelsvorming door sommigen niet zelden méér benaderd vanuit de vraag naar de herkomst en de geestelijke signatuur van de personen die er bij betrokken zijn dan dat er sprake is van een objectieve weging van de aard, de oorzaken van conflicten en het gedrag van mensen daarin.
Voor een verantwoorde behandeling van conflicten die de inrichting van het kerkelijk leven, de liturgische vormgeving, de functionering van de predikant en van diens prediking in de gemeente en de toepassing van kerkelijke tuchtzaken raken, is nodig dat de ambtsdragers beschikken over het vermogen om de dingen die in geding zijn te beoordelen in het licht van Schrift en belijdenis. Voorzover het gaat om zaken, waarvoor door de kerken in breder verband onderling afspraken zijn gemaakt, is een goede kennis van de kerkorde onontbeerlijk. Wat voor de uitoefening van het bijzondere ambt in de gemeente van Christus als algemene eis geldt, is in elk geval ook voorwaarde voor het beoordelen van controversiële zaken in de gemeente, namelijk dat men zich gedurig oefent in het verstaan van de Heilige Schrift en in samenhang daarmee in het luisteren naar wat de kerk van vroegere tijden in toelichtende zin over het Woord Gods in haar belijdenissen heeft vastgelegd. Moet niet met spijt worden geconstateerd dat het meedenken en meespreken in moeilijke zaken bij sommige ambtsdragers te weinig gedrenkt is in bijbelse wijsheid en daardoor meer gevoelsmatig dan bijbels gefundeerd is? In een ander verband willen we op de gevolgen van dit laatste verderop in dit hoofdstuk nog terugkomen.

En als de predikant in het geding is?
In geval van conflicten rond of met de predikant kan het een kerkenraad en kerkenraadsleden persoonlijk al erg moeilijk worden gemaakt. Hoewel de positie die de predikant in de gemeente inneemt niet mag worden verabsoluteerd, hangt met zijn persoon en werk toch een zeer wezenlijk element van het leven van de gemeente samen, namelijk de ambtelijke verkondiging van het Woord van God. Verstoorde verhoudingen tussen predikant en leden van de gemeente hebben in de regel negatieve invloed op de prediking. Er dreigt al gauw niet meer zonder vooroordelen en in onbevangenheid te worden geluisterd. Gesproken is dan nog niet over de narigheid, dat zulke verstoorde verhoudingen snel ook buiten de kring van de direct betrokkenen bekendheid krijgen en de reputatie van dienaren der kerk schade kunnen toebrengen. Het is een heilige plicht van elke kerkenraad alles in het werk te stellen om de verhouding tussen predikant en gemeente zo zuiver mogelijk te houden en bij verstoring ervan in volstrekte onpartijdigheid al datgene te doen wat tot herstel van de verhoudingen kan leiden, eenvoudig omdat anders het gezag van de prediking van het Woord er onder te lijden kan krijgen. De gedachte aan en de bescherming van dit gezag moeten bij de beoordeling en de behandeling van conflicten steeds centraal staan. Dit sluit natuurlijk niet uit dat in bepaalde situaties ook de predikant tot de orde kan moeten worden geroepen. Ook hij is mens en niets menselijks is hem vreemd. Een geïrriteerde uitval, een misplaatste opmerking, een al te scherpe karakterisering, negatie van broeders en zusters van wie hij tegenspraak te duchten heeft, het versluierd of op heel directe wijze uitdelen van reprimandes vanaf de preekstoel, snelle opvliegendheid wanneer de dingen in de gemeente een andere loop nemen dan men zich had voorgesteld, het zijn allemaal dingen waaraan predikanten zich schuldig kunnen maken en uit de kerkelijke praktijk is genoegzaam bekend hoeveel conflictstof in zulke dingen opgeslagen ligt. In broederlijke liefde en uit besef van verantwoordelijkheid voor het heil van de gehele gemeente, zal een kerkenraad in zulke situaties de moed moeten hebben ook de predikant onder correctie te stellen en hem in positieve zin bij te sturen. Zonder aanzien des persoons. De geest van broederlijke samenwerking binnen een kerkenraad wordt alleen maar verdiept en bevorderd wanneer men als broeders, in het onderlinge opzicht dat er behoort te zijn, elkaar recht in de ogen kijkt. Met onuitgesproken negatieve gedachten over elkaar rondlopen (hoewel het ons natuurlijk duur te staan zou komen wanneer we alles maar hardop zouden zeggen) schept een sfeer van onoprechtheid in de onderlinge omgang.
Overigens hoeven gesprekken over deze dingen met een predikant niet altijd in de voltallige kerkenraadsvergadering te worden gevoerd. Afhankelijk van de omstandigheden, de aard van een conflict en de mentale instelling van de predikant, kan men een zaak ook laten behandelen door één of enkele broeders, bij wie de wijsheid daartoe aanwezig kan worden geacht.
In de tweede aflevering nog iets over andere aspecten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Maar zelden komt het echt goed... (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1998

De Wekker | 16 Pagina's