Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spiritualiteit bij Augustinus (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spiritualiteit bij Augustinus (II)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar Rome: zoektocht naar waarheid. In 383 vertrok Augustinus naar Rome, waar hij roem meende te zullen vinden. We denken aan Calvijn, die eeuwen later met literaire studies zich een naam meende te maken. Ook hij was nog niet op het goede spoor. Innerlijk was Augustinus echter reeds los van het Manicheïsme. Hier in Rome kwam hij onder invloed van het scepticisme van de Academici, systematische twijfelaars, die van 't plaatsen van vraagtekens hun beroep maakten. Het redelijke denken verschafte hem nu ook geen zekerheid. Wél voelde hij nu reeds, dat op enigerlei wijze slechts goddelijk gezag hem zou kunnen bevrijden.

Maar die bevrijding kwam niet eerder, dan toen hij, na de ontmoeting met Ambrosius in Milaan het christelijk geloof op een andere manier leerde kennen. Ambrosius imponeerde hem eerst vooral door zijn welsprekendheid. De ontmoetingen met hem schenen de verhoring van Monica's gebeden dichterbij te brengen. Het stelsel van de Neo-Platonisten begon hem aan te spreken, omdat God als een zuiver geestelijk wezen gedacht kon worden, terwijl het kwaad gedacht werd als een neiging van de wil die zich van God afwendt.

Crisis en verandering
In de crisissituatie die zich nu ging aftekenen las en bestudeerde hij de brieven van Paulus. De geweldige tweestrijd die hij doormaakte, maakte plaats voor innerlijke rust, toen hij in Rom. 13:13v. de opwekking las om als kinderen van het licht te wandelen. Het verhaal is bekend. Het is de bekende tuinscène. In uiterste vertwijfeling was Augustinus in de tuin gevlucht waarbij kinderstemmen uit de tuin van de buurman riepen: „neem en lees". Er kwam toen een doorbraak tot stand, die leidde tot de christelijke doop. Pasen van het jaar 387, in Milaan door Ambrosius. We bezitten een uitvoerige beschrijving van wat Augustinus in de weken aan zijn doop voorafgaande leerde en ontving. In de kerk van Ambrosius in Milaan is nu nog de doopvont te zien, waarin van vier zijden het levende water samenkomt en waarin Augustinus het teken ontving van de afwassing van zijn zonden.

Factoren die in zijn bekering speelden
Bij zijn bekering hebben een aantal factoren een rol van betekenis gespeeld. Ook toen hij redelijkerwijs reeds overtuigd was van de waarheid van het geloof bleef zijn wil verzet bieden. Een besliste keuze werd gevraagd. Augustinus ontweek deze, totdat hij hoorde van velen in de wereld van toen, die zich terugtrokken uit de wereld, om een leven te leiden dat geheel gewijd was aan God.
In Milaan hoorde hij zulke verhalen van edelen aan het hof in Trier, die de wereld de rug toegekeerd hadden. Hij las de geschiedenis van de monniken uit Egypte die het wereldlijke leven vaarwel zegden. Die verhalen maakten een diepe indruk op hem. Toen het duidelijk werd dat hij zijn leven niet langer naar eigen inzicht kon doorbrengen besloot hij met een aantal vrienden zich terug te trekken. In Cassiciacum, niet ver van Milaan vormden zij op een landgoed een soort commune.

Communaal leven
Het was de verwerkelijking van een ideaal, dat Augustinus zijn leven lang bleef nastreven en koesteren: een leven in afzondering, bijbelstudie, onderlinge bemoediging en hulp in het leven van het geloof.
Terug in Afrika, waar Augustinus dit ideaal trachtte te verwerkelijken, richtte hij zo'n leefgemeenschap op. Zijn moeder was in Ostia, op de terugreis, overleden. Het gesprek dat beiden daar voerden over de eeuwige dingen, staat in de Confessiones. Augustinus was van plan zich aan de Here te wijden, particulier. Maar hij werd al spoedig tot priester benoemd in Hippo Regius (391) en vervolgens tot bisschop gekozen (395).

Dienaar van de kerk
In die functie heeft hij 35 jaar de kerk gediend, het volk geleid, de Here liefgehad, voor het koninkrijk gestreden tegen Donatisten en Pelagianen en vóór de stad van God, die hij beschreef in de Civitas Dei, een groot werk, dat zijn invloed tot ver in de middeleeuwen deed gelden en zelfs lang daarna. Terwijl de Vandalen Hippo Regius belegerden, lag Augustinus op zijn sterfbed. Op de muren van zijn kamer had hij met grote letters de boetepsalmen laten schrijven. De grootste christelijke schrijver, de invloedrijkste kerkvader van het Westen, de man die jaren lang het geestelijk hoofd van het christelijk gemenebest was geweest, stierf als een boeteling, die zijn God had gevonden omdat hij zich door God gevonden wist.
Zijn belijdenis van zonde en genade omvatte niet alleen zijn leven. Zij betrof ook die ogenblikken waarin hij zich onmiddellijk vóór de eeuwigheid wist. De man die zijn gehele leven in de vorm van een gebed beschreef, beëindigde het biddende uit de diepte, tot Hem die hij niet tevergeefs had verwacht.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Spiritualiteit bij Augustinus (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1998

De Wekker | 16 Pagina's