Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Marginaal?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Marginaal?

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een staatsman niet! Een evangeliebelijder
In 1864 heeft Groen van Prinsterer in een van zijn „vliegende blaadjes" de kiezers gewezen op de aard van zijn aanwezigheid in de Kamer. Hij presenteerde zich daar niet primair als een staatsman. Hij wenste er op te treden als een belijder. Hij was eerlijk en ook royaal genoeg om te bekennen dat hij niet de man was die op een directe manier de taal van het volk sprak. Hij was geboren aristocraat. Hij behoorde tot de rijksten van Nederland. Hij had een adeldom van denken, gevormd door een klassieke toerusting, zoals slechts bij weinigen het geval was. Hij was echter in geloof en kerk een van de eenvoudigsten. Hij putte rechtstreeks kracht uit het geloof, dat hem aan de bijbel bond. Het was niet minder een band aan de geschiedenis van Nederland, waarvan hij het verhaal met grote kundigheid heeft beschreven. Zijn tegenpool was de liberaal Thorbecke, met wie hij wonderlijk genoeg door een vriendschap op basis van kundigheid verbonden was. Liberalisme vond echter in Groen een krachtige bestrijder. De manier waarop is van betekenis. Niet door partijpolitiek. Niet door marchanderen in de sfeer van machtsdenken. Maar op grond van krachtige overtuiging. Zo kwam hij tot de uitspraak, die ons vandaag veel, heel veel te zeggen heeft: geen staatsman! Een evangeliebelijder.

De les niet vergeten
We mogen de les van Groen van Prinsterer niet vergeten. Als het om partij-invloed gaat, hebben de christenen in Nederland afgedaan. Het wordt wel duidelijk uit wat er zo rond het Binnenhof allemaal gezegd, soms meer nog uit wat er niet gezegd wordt. Wat blijft er voor geloof en kerk anders over, dan het terugvallen op die grondhouding, waarvan voor zijn Hemelvaart Christus zelf gezegd heeft, dat zij opdracht en belofte is: Gij zult mijn getuigen zijn. Dat betekent binding aan het Woord, aan het evangelie. En dan een binding aan het Woord en 't evangelie niet als principe, waarvan wij in deductie de onmiddellijkheid kunnen verliezen. Niet dus die principe-vasthouderij, waarbij een mens steil overeind blijft staan, met principe en mogelijk zonder God. Integendeel. Het gaat om een belijden van het evangelie, dat alleen in staat is om het getij van ongeloof en revolutie te keren. Déze les mogen we niet vergeten: dat we geroepen zijn om in een post-christelijke tijd niets anders te begeren dan getuigen te zijn van Christus. Maar hebben de christenen daarvoor zelf al niet te veel het Woord losgelaten? Hebben zij niet in een meegezogen worden met de welvaart al te veel de geschiedenis vergeten? Hebben zij niet zelf door onderlinge twist en tweedracht de kracht van het getuigenis verlamd en afgezwakt door kerkelijke verdeeldheid? Niettemin is in deze deplorabele toestand ook voor de christenheid zelf geen ander medicijn dan het evangelie en het geloof daarin. Want het is dit geloof, dat de wereld overwint.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Marginaal?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1998

De Wekker | 16 Pagina's