Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eucharistie en avondmaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eucharistie en avondmaal

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kloof. Er ligt een onoverbrugbare kloof tussen de rooms-katholieke leer van de eucharistie en de gereformeerde leer van het avondmaal. Het is of-of. Wie de leer van de rooms-katholieke kerk aanhangt, kan inderdaad niet meedoen aan de viering van het heilig avondmaal van de gereformeerd-katholieke kerk. Dat geldt ook omgekeerd. De leer van de eucharistie en de leer van het avondmaal zijn niet bij elkaar te brengen. En ze kunnen niet alle twee bijbels zijn. Men gevoelt de scherpte van deze uitspraken. De commotie die ontstond na de eucharistieviering in de kerkdienst ter gelegenheid van het huwelijk van prins Maurits en prinses Marilène is in het licht van de leerverschillen te begrijpen.

Eucharistie
In de rooms-katholieke kerk is sinds het jaar 1215 de leer van de zogenaamde transsubstantiatie van kracht. Het woord transsubstantiatie betekent wezensverandering. Door de woorden die de priester spreekt bij de consecratie, komt het wonder van de verandering tot stand. Het brood verandert in het echte lichaam van Christus en de wijn in het echte bloed van Christus. Christus is lichamelijk aanwezig in de misviering. Hij wordt dus opnieuw geofferd. Iedere keer als de eucharistie gevierd wordt, wordt Christus door de handen van de priester geofferd op het altaar. Dit offer is nodig omdat de levenden en de doden anders geen vergeving van zonden hebben. Voor de vergeving van de zonden - van de levenden en van de doden (in het vagevuur) - is het noodzakelijk dat Christus door de mispriesters steeds opnieuw wordt geofferd op het altaar van de kerk. Er is dus geen vergeving van de zonden alleen door het offer, dat Christus voor de Zijnen eenmaal aan het kruis van Golgotha heeft gebracht. Het offer van het kruis van Golgotha heeft de voortzetting nodig van het offer dat in de mis wordt opgedragen. Het misoffer staat niet los van het offer van Christus aan het kruis. Het is er niet onafhankelijk van, maar staat in samenhang met het offer van Christus aan het kruis. Het misoffer is dus een volledig zoenoffer geworden. Zonder dit zoenoffer kan er geen vergeving der zonden zijn. Dit misoffer is verzoenend ook voor de doden in het vagevuur. Hun lijden kan er door bekort worden. Vandaar de rooms-katholieke praktijk van de zielenmissen: dat zijn missen die men laat lezen voor gestorvenen.

Indien Christus lichamelijk tegenwoordig is in de gestalten van brood en wijn, moet Hij in die gestalten ook worden aanbeden. De heilige hostie is aanbidding waardig. Men kan en moet er voor knielen. Het concilie van de Contra-Reformatie, het concilie van Trente in de 16e eeuw, heeft deze rooms-katholieke leer uitgebouwd en vastgelegd en men sprak een aantal anathema's (vervloekingen) uit over hen die vasthielden aan de gereformeerde leer van het avondmaal. De rooms-katholieke kerk verwacht dus geweldig veel van de misoffers. Deze offers moeten steeds nieuw door de priesters aan God worden opgedragen als toepassing van het offer van Christus aan het kruis. Deze verwachting van de misoffers en deze praktijk van het opdragen van de offers aan God door de kerk is de aanleiding tot en de achtergrond geweest van de scherpe reactie van de Heidelbergse Catechismus in zondag 30, vraag en antwoord 80. Daar belijdt de gereformeerde kerk, dat de mis in de grond van de zaak niet anders is dan een verloochening van het enige offer en het lijden van Jezus Christus en een vervloekte afgoderij. Dat is scherp gezegd, maar wie de leer en de praktijk van de eucharistie op zich laat inwerken, moet toestemmen dat hier niets te veel is gezegd. Te bedenken is dat de rooms-katholieke kerk nog nooit is teruggekomen op de leeruitspraken en de vervloekingen van het concilie van Trente. En dat zal Rome ook niet doen, want dan laat ze haar hele, in de loop van de eeuwen zorgvuldig opgetrokken leergebouw instorten. Wie meent dat de Heidelbergse Catechismus in zondag 30 te scherp heeft gesproken, bedenke dat hier een leer wordt veroordeeld. Rome heeft niet geaarzeld om reformatorische gelovigen te vervloeken!

Avondmaal
Wat is dan het heilig avondmaal?
In veel commentaren op de gebeurtenis in de Loolaankerk te Apeldoorn kon men lezen dat brood en wijn slechts symbolische betekenis hebben. Het avondmaal zou een herinneringsmaaltijd zijn. Maar zo oppervlakkig ligt het niet. Het avondmaal is van een veel grotere rijkdom! Maar het avondmaal is geen offer. Het kan nooit een offer zijn. Want de Schrift getuigt dat het offer van Christus slechts eenmaal gebracht kan worden. Hij heeft Zichzelf aan het kruis eenmaal, eens voorgoed, geofferd tot verzoening van de zonden van al de ware gelovigen. Dit offer heeft niet de minste aanvulling en/of vernieuwing nodig. Het offer van Christus, aan het kruis volbracht, is volmaakt en in alle delen beantwoordend en overeenkomend met het recht van God. Het is door de Vader goedgekeurd! Het is ook door de Vader aanvaard. Daarom heeft het heilig avondmaal op geen enkele manier en in geen enkel onderdeel het karakter van een offer. Ook niet van een offermaaltijd. Het heilig avondmaal is maaltijd, maaltijd des Heren, maar een maaltijd van een geheel uniek karakter en met een geheel uniek voedsel. Christus geeft Zichzelf te eten en te drinken. Ook in het heilig avondmaal is Christus tegenwoordig. Deze tegenwoordigheid is echt. Niet minder „echt" dan in de rooms-katholieke leer. Maar de tegenwoordigheid van Christus aan het avondmaal is geestelijk van karakter. De levende Heiland is met Zijn Heilige Geest en genade tegenwoordig. Daarom is het heilig avondmaal allereerst het sacrament van de gemeenschap met Christus. De geestelijke tegenwoordigheid van Christus is zo werkelijk, dat de gelovigen Hem ontmoeten en Zijn gemeenschap ontvangen. Deze ontmoeting en gemeenschap worden ontvangen en beleefd door het geloof. In de zondagen 28 en 29 geeft de Heidelbergse Catechismus het rijkste onderwijs over deze zaken. Niet minder mooi is artikel 35 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. In de geloofsgemeenschap met Christus nemen wij met een gelovig hart aan dat Hij voor ons leed en stierf. En wij worden door de Heilige Geest, Die en in Christus en in ons woont, zo met Zijn heilig lichaam steeds meer verenigd dat wij al is Christus in de hemel en wij op de aarde - vlees van Zijn vlees en been van Zijn been zijn en dat wij door die Geest eeuwig leven en geregeerd worden (zondag 28, antwoord 76). De gemeenschap met Christus is niet allereerst de gemeenschap zoals zij door ons wordt ervaren, maar het is het deel hebben aan Christus en aan al Zijn schatten en gaven. Christus sticht de gemeenschap en wij delen er door het geloof in. Hier is nog veel meer van te zeggen, maar ik beperk me tot het meest wezenlijke.
Het avondmaal kan dus alleen maar door wedergeboren mensen tot hun troost genoten worden. Het is, omdat Christus de inhoud van en de „Gastheer" aan het avondmaal is, tevens tot versterking van het geloof. Het heilig avondmaal is, met de mond van het geloof gegeten en genoten en met het gelovig hart ontvangen, ware spijs en ware drank: spijs en drank tot het eeuwige leven. Het avondmaal is, gelovig gesproken, de maaltijd van de onsterfelijkheid. Er wordt eeuwig leven uitgedeeld en ontvangen.

Men mag het avondmaal niet oppervlakkig, als in het voorbijgaan, vieren. Het vraagt een concentratie op de heilige dingen en een opening van het hart door de Heilige Geest. Daarom moet met de voorbereiding en de zelfbeproeving ernst gemaakt worden. De zelfbeproeving richt zich vooral op de vraag of wij wel in het geloof zijn. De juiste zelfbeproeving, waarover het avondmaalsformulier zo rijk spreekt, is gericht op de gelovige viering van het avondmaal! Zelfbeproeving leidt tot het avondmaal! Maar dan wel in de juiste weg en op de juiste wijze.

Het is inderdaad voor een gereformeerd mens onmogelijk om deel te nemen aan de rooms-katholieke eucharistieviering. Het is ook onmogelijk voor een rooms-katholiek die achter de leer van de roomse kerk staat, deel te nemen aan een gereformeerde avondmaalsviering. Mengvormen zijn bedenkingen en vondsten van mensen, die weinig voorstellen.
Als de rooms-katholieke kerk werkelijk gehoorzaam wordt aan het Woord van God, aan de Heere Zelf, zal men het offerkarakter van de Mis afschaffen. En laten gereformeerde christenen de rijkdom van het avondmaal steeds opnieuw verstaan en beleven.

P.D.J. Buijs

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Eucharistie en avondmaal

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1998

De Wekker | 16 Pagina's