Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar zullen we beginnen? (II, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar zullen we beginnen? (II, slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag van verleden week. In het eerste artikel ging ik in op de vraag of we bij de mens of bij de Bijbel moeten beginnen. Het antwoord viel in tweeën uiteen: als het om een vraag of om een (ethisch) vraagstuk gaat, zullen we eerst naar de vraag luisteren. Hoe kunnen we immers in de Bijbel een antwoord zoeken als we niet eerst naar de vraag geluisterd hebben? Zonder de vraag verwerkt te hebben is het onmogelijk om een bijbels verantwoord antwoord te geven.

In het geval van een preek ligt de zaak anders. Dan komt het er op aan het Woord van God te bedienen aan de gemeente van Christus. Wie het Woord bedient, dient van het Woord uit te gaan. Hoe zal hij immers Gods Woord overbrengen als hij niet eerst naar het Woord geluisterd heeft? Daar ligt toch het vertrekpunt van de preek.
Ik sloot het artikel af met de vraag: Is er niet meer te zeggen? Met deze vraag wilde ik de belangstelling van de lezer wekken voor het volgende.

Raakt de preek de hoorder?
Het feit dat een predikant bij de Bijbel begint, betekent niet altijd dat hij de hoorders echt raakt. Soms preekt een dominee in een getrouwe Schriftuitleg toch langs de gemeente heen. Hij zegt bij de uitleg van de tekst geen onwaarheden. Hij blijft binnen de grenzen van de belijdenis. Toch raakt hij het hart van de gemeente niet, althans slechts van enkelen in de gemeente, maar van velen niet.
Hoe komt dat? Als we over dit probleem nadenken onder het gezichtspunt van het verstaanbaar maken van de Schrift (we noemen dat: onder hermeneutisch gezichtspunt), dan zeggen we: een dominee moet zijn gemeente kennen. Hij moet de mens kennen tot wie hij spreekt en voor wie hij preekt. Een lezer zal de vraag stellen: Wat is dan eerst nodig: kennis van de bijbeltekst, het Woord van God of kennis van de hoorder?

Moderne, hedendaagse predikers
Denk niet te gemakkelijk over deze vraag. Veel moderne predikers hebben daarom zo'n succes bij hun gehoor, omdat zij de hedendaagse mens kennen. Zij gaan in op wat hem bezighoudt. In hun prediking geven zij antwoord op zijn vragen. Hetzelfde geldt van moderne theologische schrijvers. Ik hoef hier geen namen te noemen. De lezer kent de theologische best-sellers uit de negentiger jaren. Bij duizenden en duizenden zijn hun boeken verkocht.
Wat is het geheim van hun „succes"? Als predikanten spreken we daarover met elkaar. In meer dan één gesprek heb ik als antwoord gehoord: Deze schrijvers of predikanten raken het hart en het hoofd van de mensen. Zij weten welke vragen daar leven en geven op die vragen antwoord. Zij gaan in op wat de mensen bezighoudt.
De conclusie is dan dikwijls: En dat doen zij, die bij de Schrift beginnen niet. Wordt hier de kloof zichtbaar? Of ligt de oorzaak van succes of mislukking ergens anders?
Voor ik tracht de vraag te beantwoorden wil ik er wel op wijzen, dat deze moderne predikers hun preken toesnijden op hun gehoor. Zij blijken hun gehoor zo goed te kennen, dat zij weten wat hun gehoor graag hoort of wat goed valt bij hun gehoor. Met de kennis van hun gehoor gaat gepaard een inhoudelijke afstemming van de boodschap op hun gehoor.
Nu komt opnieuw de vraag naar boven: Lukt het deze predikers zo goed omdat ze bij hun gehoor beginnen?
Dan komt onwillekeurig de vraag naar boven: Kan het een dominee die van de Schrift uitgaat dan niet lukken, zoals zijn moderne collega?
Is het dan toch een hindernis om bij je gehoor te komen, als je niet van het gehoor maar van de Schrift uitgaat?

Moet het roer om?
Ik denk dat menig predikant met deze vragen tobt. Moet ik het roer omgooien? Moet ik mijn vertrekpunt bij de mens nemen?
Ter voorkoming van misverstand moet ik opmerken dat de hierboven bedoelde predikanten niet allen bewust hun vertrekpunt bij de mens kiezen. Wie hun dat zou voorhouden, zou wellicht als antwoord krijgen: Ik begin ook bij de Bijbel. Dan zou ik in antwoord daarop zeggen: in hun vertolking van de Bijbel zijn ze zo met de vragen (en de antwoorden) van de moderne mens behept, dat ze in hun uitleg daaraan niet kunnen ontkomen. De bijbeltekst en de levenstekst van de hoorder vloeien zo in elkaar, dat ze één geheel gaan vormen. De boodschap van de tekst vloeit samen met wat de hoorder bezighoudt.
In populaire bewoordingen heb ik in bovenstaande regels een moderne hermeneutische methode weergegeven. De Duitse filosoof Gadamer is de ontwerper van deze theorie: het ineensmelten van twee horizonten, namelijk die van de Bijbel en die van de hoorder. Deze hermeneutische methode ziet het als een onmogelijkheid naar de bijbelse boodschap te luisteren zonder tegelijk wat de hoorder beweegt en verwacht, erbij te betrekken.
Hier ligt voor mijn besef de kloof.

Hermeneutiek van de Heilige Geest
We zullen bij de Bijbel moeten beginnen. Wij geloven dat de Bijbel zo veel kracht heeft dat die voor zichzelf spreekt. De Bijbel spreekt zijn eigen woord.
Bij het overbrengen van de bijbelse boodschap moet een prediker zich richten op zijn gehoor. Hij zal de vragen van zijn gemeente en hun leefwereld, hun beleving en ervaring moeten kennen. Daarop zal hij zijn boodschap afstemmen.
Om het nog eens scherp te formuleren: Wat is dan het verschil met de moderne hermeneutische methode? Het verschil is dat bij deze methode Bijbel en gehoor samen bepalen wat er gezegd wordt. Van het gehoor hangt af of de dominee verstaanbaar preekt. De gemeente heeft de maatstaf voor het oordeel daarover in eigen hoofd en hart. Wie van de Schrift uitgaat, wil eerst luisteren naar wat God zegt.
De HEERE heeft Zijn Geest beloofd. Die doet ons deze boodschap verstaan. Daarom spreek ik over een hermeneutiek van de Heilige Geest. In onze hermeneutiek staat de Geest centraal. Dan zullen we de boodschap van de tekst overbrengen naar de gemeente. Een predikant verplaatst zich in de leefwereld, de denk- en gevoelswereld van de gemeente. Daarin spreekt hij het Woord van God. Dat Woord komt niet van onderop. Het komt niet uit ons denken, voelen of willen. Het is juist omgekeerd. Het Woord werkt daarop kritisch in. Het oordeelt en het richt op. Het veroordeelt èn het bouwt op.
De predikant moet de gemeente kennen. Hij moet weten wat in de gemeente leeft, omdat zij het adres is van de prediking. De gemeente bepaalt niet de inhoud van de preek. De gemeente moet zich wel herkennen in de preek die aan haar gericht is.
Ik pleit voor een prediking die ervan getuigt dat de prediker het Woord kent en dat hij de gemeente kent. Dat noemde ik in het vorige artikel: recht doen aan het Woord en aan de gemeente. Een hermeneutiek van de Geest respecteert de prioriteit van de openbaring. Het Woord gaat aan de mens vooraf. Het verstaan van het Woord geschiedt in de weg van het gegrepen worden door het Woord.

W.H. Velema

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Waar zullen we beginnen? (II, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1998

De Wekker | 16 Pagina's