Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prediking: bediening der verzoening (Prediking IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prediking: bediening der verzoening (Prediking IV)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is het wel echt Gods bedoeling? In de prediking van het evangelie wordt ons met ernst de boodschap gebracht, waarachtig en betrouwbaar. God betuigt daardoor dat het Hem ernst is, wanneer Hij zondaren nodigt. Welmenend en oprecht komt Hij, die niet liegen kan tot ons met de boodschap van het heil.

Wij horen echter alleen maar de stem van een mens, die van gelijke beweging is als wijzelf zijn. Hoe kunnen we weten, dat wat deze mens ons zegt werkelijk de stem van God is? Met andere woorden: Welke garantie hebben wij, dat we inderdaad de stem van God in de preek horen, wanneer wij deze slechts via de stem van een mens vernemen? Het antwoord op deze vraag is van belang, voor ieder die de prediking hoort. Met welk gezag komt de predikant tot ons? Het antwoord kan op diverse manieren gegeven worden. De prediker is gezonden, d.w.z. hij is van Godswege met de opdracht belast om het evangelie en niets anders dan het evangelie te brengen. We zouden ook kunnen zeggen, dat de prediker gecontroleerd kan worden. Men moet hem herkennen als een dienaar van het Woord. Zijn prediking moet conform het Woord zijn. Men mag hem daar op aanspreken.
Op de keper beschouwd zijn deze twee antwoorden op een geheel formele manier te geven. Ik zou nu willen wijzen op een andere maatstaf: het is deze, of de prediker werkelijk de verzoening wil bedienen aan de gemeente. Daarvoor kunnen we verwijzen naar de bekende teksten over verzoening en prediking, zoals Paulus daarover heeft geschreven in 2 Cor. 5.
„Dit alles is uit God, die door Christus ons met zich verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft, welke immers hierin bestaat, dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen, en dat Hij ons het Woord der verzoening heeft toevertrouwd. Wij zijn dus gezanten van Christus, alsof God door onze mond u vermaande; in naam van Christus vragen wij u, laat u met God verzoenen", 2 Cor. 5:18vv.
Het gaat om de bediening der verzoening, om het toevertrouwde Woord der verzoening, het gaat er om dat God door onze mond de hoorders vermaant: laat u verzoenen!
De stem van God is dan herkenbaar wanneer het evangelie der verzoening wordt gepredikt. Zij is herkenbaar aan het Woord der verzoening, dat komt uit de mond van de prediker. „Alsof God door onze mond u vermaande...". Dit „alsof" is niet bedoeld om de waarachtigheid van de verkondiging in twijfel te trekken. We doen maar alsof God onze mond gebruikte. Nee, dit „alsof" wil verstaan worden als de aanduiding van de volkomen betrouwbaarheid van de prediking van het evangelie.

Niet: „We doen maar alsof..."
De dienaar spreekt. Maar de hoorder verneemt uit de mond de stem van God. Calvijn: „Dit dient niet weinig om het geloof in het ambt van de gezant te vermeerderen. En dit is volstrekt noodzakelijk. Want wie zou met betrekking tot zijn eeuwige zaligheid willen rusten in het getuigenis van een mens? Dat is een te belangrijke aangelegenheid dan dat wij tevreden kunnen zijn met het getuigenis van een mens, tenzij het vaststaat dat zij door God verordend zijn en dat God door hen tot ons spreekt. En dit is de strekking van de uitspraken waarmee Christus zijn apostelen heeft willen onderscheiden: wie u hoort hoort Mij enz. en wat gij op aarde zult ontbinden, zal in de hemel ontbonden zijn, en dergelijke meer".
Hoe weet ik, dat de mond van de predikant op dat moment voor mij de mond van God is? Wanneer hij zich houdt aan het woord der verzoening en aan niets anders. Of: wanneer hij het evangelie verkondigt, zoals het Woord van God het biedt, het evangelie van Christus Jezus en die gekruisigd. Wie deze boodschap niet bedient, zegt Calvijn, kan niet voor een herder of voor een apostel worden gehouden.
De preek kan nimmer de stem van God laten horen wanneer niet het evangelie weerklinkt. Christus heeft de verzoening tot stand gebracht. Hij heeft zijn werk volbracht aan het kruis. De bediening daarvan houdt in dat de kracht van die verzoening in ons leven doorbreekt. En dit geschiedt door de bediening van het Woord. Door niets anders. Het Woord alleen. En het Woord in zijn totaliteit.

Geen particuliere liefhebberij op de preekstoel
Het Woord alleen. Dat betekent dat op de preekstoel elke particuliere liefhebberij volstrekt contrabande moet zijn. Alles wat zich niet met het Woord van God laat rijmen is daar verboden. Dit maakt de preekstoel tot een zo gevaarlijke plaats. Er zijn heel veel gevaren die de dienaar van het Woord op de kansel bedreigen. Ze belagen ons, wanneer een psychologisch effect van de prediking uitgaat, waardoor een mens met zijn woorden macht krijgt over medemensen. Maar dit psychologisch effect is daarom zo misleidend, omdat het maar al te vaak wordt aangezien voor geestelijke kracht en invloed. Dit laatste functioneert echter op een geheel ander niveau. Psychologische macht is iets anders dan geestelijke leiding, waarbij de prediker door de Heilige Geest wordt ingeschakeld. Daarvan geldt: niet door kracht of door geweld, ook niet door psychologische kracht of retorisch geweld. Het zijn wezenlijke gevaren, die eigenlijk iedere spreker bedreigen. Over die gevaren wil ik nu echter niet schrijven. Het gaat nu over de inhoud van de prediking. Hoe gemakkelijk gaan wij ons te buiten aan eigen ideeën, opvattingen of inzichten, die dan met gezag aan de mensen worden opgelegd, „alsof God door onze mond de mensen vermaande". Er is slechts één middel om daaraan te ontkomen. Het is de zuivere verkondiging van niets anders dan het Woord van God: sola scriptura.
Maar dan ook opgevat in de meest brede zin: de gehele Schrift. God heeft ons geen tekstenboek gegeven, maar zijn Woord. Het is een goudmijn, die nimmer uitgeput raakt. Achter dat Woord staat de prediker veilig, wanneer hij ook de volle raad van God verkondigt. Hij mag dán, maar ook dan alleen spreken met een gezag, dat steunt op het spreken van God zelf. Wanneer de prediker het rijke evangelie van de verzoening zo verkondigt, dat de Schriften zelf opengaan, dan is er het spreken als machthebbende, een betoning van Geest en kracht. Niet maar een formeel gezag doet zich dan gelden, maar het evangelie zelf legt beslag op de harten.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Prediking: bediening der verzoening (Prediking IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1998

De Wekker | 16 Pagina's