Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee keer een lied van Mozes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee keer een lied van Mozes

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is vakantietijd. Ik weet niet wat uw vakantiebestemming is. Misschien wel strand en zee. Als dat zo is, dan zult u, dan zul jij ook wel eens aan de oever van een zee staan, 's Avonds, als het stil is. Je ziet de grote watervlakte voor je. Het water komt maar aanstromen. Je hoort het geluid van de golven. Vanzelf kom je tot meditatie, tot bezinning.
In de bijbel komen we twee liederen tegen, die gezongen werden aan de oever van een zee. Het zijn de twee liederen van Mozes. Het eerste lied vinden we in Exodus 15:1-21, het tweede lied in Openbaring 15:3-4. Beide liederen gaan over redding en oordeel. In deze meditatie wil ik er met u bij stil staan, ook als handreiking voor meditatie, als u/jij aan de oever van een zee staat en de gedachten laat gaan.

Het eerste lied wordt gezongen aan de oever van de Schelfzee. Het lijkt allemaal heel gewoon. De oppervlakte van het water ziet er uit alsof er niets is gebeurd. Israël aan de oever van deze zee weet wel beter. Onder de oppervlakte van dit water ligt de legermacht van Egypte bedolven.
De vijand zei: Ik achtervolg, haal in, deel de buit;
ik koel mijn lust aan hen, trek mijn zwaard;
mijn hand roeit hen uit.
De vijand had niets te zeggen. God sprak. Het water kwam en als lood zonken zij weg in diepe wateren.
Israël had het gezien. Zij gingen op het droge midden door de zee en wateren waren hun rechts en links als een muur. Voor Egypte was het water oordeel, voor Israël was het verlossing geweest. Lang hadden ze gezucht onder de harde druk van Egypte. God had gehoord naar hun roepen en verloste Zijn volk.

Het tweede lied wordt gezongen staande aan de glazen zee. Het glas van de zee is met vuur vermengd. De zee is glad, maar in het glas zie je de vuurgloed van Gods oordelen. De overwinnaars van het beest en van zijn beeld en van het getal van zijn naam zingen.
Zij hebben de strijd achter de rug. Zij hebben overwonnen dankzij het Lam dat staat als geslacht.
Maar de strijd moet doorgaan. Nog steeds gaan de beesten uit de aarde en de zee tekeer op Gods schepping. De tempel waar God woont is nog onbereikbaar. Ja, de tempel is inmiddels vol van de rook die duidt op de heerlijkheid van God, maar niemand mag die tempel binnengaan voordat de zeven plagen van de zeven engelen voleindigd zijn. De oordelen moeten voltrokken worden over de kwade machten en hen die zich verkocht hebben aan die machten. Dat gaat nu gebeuren. De overwinnaars hebben hun lied gezongen en dan zien ze, dat de hemel open gaat. Zeven engelen, die de zeven plagen hadden, komen uit de tempel en deze zeven engelen krijgen zeven gouden schalen vol van de gramschap van God, die leeft tot in alle eeuwigheid. God gaat door! Hij rust niet, voordat de tent van God bij de mensen is en Hij bij hen woont. Zij zullen Zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn. Daarom wordt er gezongen bij de glazen zee, omdat dit perspectief er is.

Twee liederen. Beide liederen spreken van redding en oordeel. Redding voor Israël, redding voor de schare die niemand tellen kan, oordeel voor Egypte, dat dacht de buit al binnen te hebben, oordeel voor de machten uit de afgrond, die zich niet onderwierpen aan de macht van God en het Lam.
Israël wist wat er op de bodem van de Schelfzee lag. De zangers aan de glazen zee wisten, dat zij overwonnen hadden, tegelijk wisten zij ook, dat de strijd nog niet was afgelopen. Het vuur in de glazen zee moest verder branden.

Twee liederen.
In de bijbel wordt veel gezongen. God troont op de lofzangen van Zijn volk. Het zijn de liederen die gaan over redding en oordeel. We zingen het als het ware naar ons toe. Gods bevrijdende werk en het oordeel over de machten die kapot maken.
Het gaat door de diepten heen, telkens weer, maar Gij alleen zijt heilig. Want alle volken zullen komen en zullen voor U nedervallen in aanbidding, omdat Uw gerichten openbaar zijn geworden.
Dat mogen we bedenken aan de oever van een zee. Ik wens u een gezegende vakantie toe!

Emmeloord, P.J. van Dam

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 1998

De Wekker | 12 Pagina's

Twee keer een lied van Mozes

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 1998

De Wekker | 12 Pagina's