Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is uw hart recht voor God?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is uw hart recht voor God?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Want uw hart is niet recht voor God" (Hand. 8:21b)

Handelingen 8 kent niet alleen een ontroerend begin, maar ook een ontroerend einde. Filippus gezonden tot Samaria, waar een gemeente mocht ontstaan, maar niet minder geroepen om het Evangelie te verkondigen aan één die teleurgesteld was in de godsdienst. Daartussen in vinden wij de aangrijpende geschiedenis van Simon de tovenaar. Van hem wordt gezegd, dat zijn hart niet recht was voor God! Een woord, dat hem niet onbewogen heeft gelaten: vs. 24. Simon, hij was als vele anderen in Samaria onder de indruk gekomen van de directe prediking van Filippus. Deze predikte hun Christus, de Gekruisigde. En deze prediking werd rijk gezegend. Maar gold deze zegen ook Simon?
Op het eerste gezicht zou je geneigd zijn te zeggen: ja! Maar bij nader inzien moeten wij toch zeggen: neen! Tussen die beide zienswijzen ligt de ontmaskering van één van wie Jezus zou hebben gezegd, dat hij niet ver was van het Koninkrijk Gods (Mark. 12:34). Er wordt van hem toch maar gezegd, dat hij geloofde en zelfs gedoopt werd, gedurig bij Filippus bleef en zich zelfs ontzette: vs. 13.
Wat kan een mens zich toch vergissen, als hij al te haastig zijn conclusies trekt. Van deze „gelovige" wordt even later toch maar gezegd, dat zijn hart niet recht is voor God. Hij wordt ontmaskerd als een huichelaar. Een mens ziet aan wat voor ogen is! Dat is duidelijk. Wat zullen de Samaritanen verblijd zijn geweest en verwonderd, dat Simon, die hen eerst imponeerde door zijn toverkunsten, nu óók „gelovig" geworden was. Wat moet dat een opzien gebaard hebben. Wij moeten daar niet gering over denken. Eerder moeten wij er ons door aangegrepen weten, dat het kennelijk mogelijk is voor een tijd een gedaante van godzaligheid te vertonen, terwijl ons hart niet recht is voor God. Dat laatste onttrekt zich aan onze waarneming. Daarom blijft het voor ons allen geboden: „onderzoekt uzelf, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelf". Geloof moet blijken uit de levensvrucht, zoals de Heere Jezus dat Zelf geleerd heeft. De boom wordt aan zijn vruchten gekend. Wat stelde het geloof van Simon nu eigenlijk voor?
Calvijn houdt het op een tijdgeloof, met verwijzing naar het Evangelie van Markus. Daar zijn er velen, zegt hij, die, hoewel zij niet door de Geest der aanneming tot kinderen wedergeboren zijn en hoewel zij zich niet met een oprechte liefde des harten aan God overgegeven hebben, toch door de kracht van het Woord overtuigd zijn en niet alleen toestemmen dat het waar is, wat er gepredikt wordt, maar ook door vrees voor God gedrongen worden, zodat zij die leer aanvaarden. Zij zijn van overtuiging, dat men God moet gehoorzamen en dat Hij de Bewerker der zaligheid en de Rechter der aarde is. Zij huichelen dus geen geloof voor de mensen, terwijl het er niet is, maar zij beelden zich in, dat zij geloven(!).
Wie kan zeggen wat er zich in het hart van Simon moet hebben afgespeeld dan God alleen? Uiterlijk scheen het dat hij het Evangelie had aangenomen, totdat deze openbaar kwam als een huichelachtige daad. Onder de indruk van de bijzondere gave van de apostelen, om d.m.v. de oplegging der handen de Heilige Geest mee te delen, biedt hij hun geld aan om ook zelf over deze macht te kunnen beschikken. Door deze goddeloze daad wordt het duidelijk, wat er in zijn hart leefde. Was het hem nu om God te doen óf om eigen eer? Hij werd immers door de Samaritanen aangezien als „de grote kracht Gods" (vs. 10)?
Was hij beducht voor „geestelijke concurrentie"? Vreesde hij het faillissement van zijn winstgevend bedrijfje van toverpraktijken? Hoe het ook zij, Petrus en Johannes laten zich niet omkopen. Met name Petrus doorziet hem en laat hem dat ook in scherpe bewoordingen weten! Het klinkt haast als een harde veroordeling. Ons komt immers het oordeel niet toe? Dat is zeker waar. Wat de apostelen in hun bijzondere situatie was toegestaan, is ons nog niet geoorloofd. Toch mogen wij ons gerust wel eens de vraag stellen, als predikers en kerkgangers, óf wij niet al te gemakkelijk de scherpte van het Evangelie mijden? Bewust of onbewust. Het „spreekt tot ons zachte dingen", ligt ons kennelijk nader dan het „Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart".
Schromen wij de ontdekkende prediking, waarin wij eerlijk behandeld worden? Waarin niets achter gehouden wordt, wat nuttig is (Hand. 20:20). Nuttig ook voor de tijd, waarin wij leven. Een tijd, waarin niet alleen de normen en waarden binnen de samenleving danig onder druk komen te staan. Maar wat veel erger is: de norm en de eis van het Evangelie in het kerkelijke leven het ook zwaar te verduren hebben. Niet alleen het léven, maar ook de léér binnen de kerken moet ons ná aan het hart liggen. Zowel in het leven als in de leer moet ons hart erop gericht zijn om God te verheerlijken. Hoe zou dat anders kunnen dan onder de hartelijke aansporing, van Petrus aan Simon, „Bekeer u dan van deze uw boosheid en bid God of misschien u deze overlegging van uw hart vergeven moge worden".
God weegt immers de harten (Spr. 21:2). Hij ziet het hart aan (1 Sam. 16:7). Want uit het hart zijn de uitgangen van het leven (Spr. 4:23).

J.H. van Dijk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 augustus 1998

De Wekker | 12 Pagina's

Is uw hart recht voor God?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 augustus 1998

De Wekker | 12 Pagina's