Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Effatha!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Effatha!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

....en zij brachten tot Hem een dove, die moeilijk sprak... n.a.v. Mar. 7:31-34

In dit ene zinnetje vinden we een nauwkeurige tekening van een mens die doofgeboren is. Zulke mensen ontmoet ik dagelijks. Als je doof geboren bent, kun je geen klanken horen. Met veel inspanning kun je leren hoe je praten moet, maar de klanken zullen nooit precies hetzelfde zijn, omdat je niet kunt horen hoe anderen het uitspreken. Zo is dus een dove. Een mens die niet horen kan, en daarom moeilijk praat. Hij is niet stom. Aan de stem mankeert niets. Laten we daarom dat voor doven kwetsende woord „doofstom" nooit meer in de mond nemen. [En laten we proberen dat ene schuingedrukte opschrift boven dit gedeelte uit de bijbelvertaling (van het NBG) te krijgen. Want het staat niet in de bijbeltekst.] Dit ene zinnetje is ook een prachtige typering van het dovenpastoraat. Zij brachten een dove bij Jezus. Dat is het kerkelijk werk onder doven. Doven meenemen naar de Here Jezus toe. Want daar is de redding te vinden. En voor hen geldt nog veel meer: Zij moeten meegenomen worden. Geldt dat al in heel het evangelisatie- en zendingswerk. Het woord moet gebracht. Iedereen moet het horen. Als het verteld wordt, kunnen horende mensen er op af komen. Doven kunnen dat niet. Zij blijven verstoken van informatie als een ander het hun niet speciaal zegt en hen meeneemt. Vaak blijft ook nog die informatie beperkt, omdat de Nederlandse taal voor mensen die doof geboren zijn moeilijk blijft.
In het dovenpastoraat draait daarom alles om het doorgeven van de kern van het evangelie. Zaken als vertalingen en berijmingen zijn nooit knelpunten. De doven kiezen voor de eenvoudigste vertaling. Als zij het maar begrijpen kunnen. Nederlands is een probleem. Oudere taal al helemaal. Het gaat maar om één ding: Dat ook zij de Here Jezus ontmoeten als de Verlosser door God gegeven.
De Here Jezus zien! Dat moet ieder mens. Horenden en doven. Hier zien we Hem in zijn ontferming. Kijk, hoe Hij met een dove omgaat. De Here Jezus spreekt ook de dove mens aan op een manier die hij verstaat. De Here Jezus gaat ons voor in de taal van de gebaren. Het is hier één en al gebaar. Jezus doet veel meer, dan alleen een hand op hem leggen, zoals de mensen vroegen. De dove moet weten wat er gebeurt. Jezus geeft hem informatie over de verlossing die Hij geven gaat.
Het begint ermee dat de Here Jezus hem apart neemt. In gesprek met een dove is de volle concentratie nodig. Er moet oogcontact zijn, anders kun je niets doorgeven. Hier zien we de Here Jezus ons dat voordoen. Daarom even buiten de schare.
Dan steekt de Here Jezus zijn vingers in de oren van de dove. De dove begrijpt: het zal gaan om zijn aangetaste oren. Jezus spuwt op de grond. Speeksel werd in die tijd vaak gebruikt als een soort medicijn. Niet dat de man genezen wordt door het speeksel van Jezus. Dit spuwen is teken dat het gaat om de genezing van de man. Zijn oren worden genezen. Jezus raakt daarna zijn tong aan. Zijn tong zal ook beter gaan functioneren.
Vervolgens kijkt Jezus omhoog. Daarvandaan komt de hulp. Mijn hulp is van de Here, die hemel en aarde gemaakt heeft. Jezus geneest in de naam van God. God brengt de genezing voor deze man. Dan voelt de man de luchtstroom van het zuchten van Jezus. Door de sprekende adem zal de man genezen worden. Zo klinkt dan het machtswoord van Jezus, het spreken Gods: Effatha. En de man is genezen. God verlost van alle gevolgen van de zonde. Ook doven zullen horen. Eens zullen alle handicaps verdwenen zijn. Op de nieuwe aarde zal er geen doofheid en blindheid en spasticiteit meer zijn. Want God maakt alle dingen nieuw.
De Here Jezus zien! Dat is noodzakelijk. Hem ontmoeten, zo dat Hij ook ons redden kan. Zien we Hem zo in Zijn ontferming? Hij kent ons. Hij kent ieder mens die bij Hem komt. Hij kent ieder mens in zijn of haar nood. Hij spreekt ook ons aan in de taal die wij begrijpen. In de taal van ons hart. Hij kent de nood van ons leven. Hij is gericht op redding. Hij spreekt over zonde, die ons van het leven berooft. Die ons kapotmaakt en gehandicapt. Hij maakt alle dingen nieuw. Bij Hem terechtkomen is vergeving ontvangen. En zicht op nieuw leven krijgen. Ook als we nu nog niet de totale verlossing ontvangen van al onze handicaps. Hij geeft uitzicht op nieuw leven, dat eens helemaal gaaf zal zijn. Dan kun je het leven met een handicap aan, omdat Hij kracht geeft. Wonderlijke kracht in grote zwakheid.
Niemand die bij Jezus komt of bij Jezus gebracht wordt blijft onverlost. Wie tot Hem komt in nood, vindt Zijn gunst oneindig groot!
Wie die gunst ondervonden heeft krijgt andere ogen. Die kijkt niet alleen naar binnen, naar zichzelf. Zo iemand krijgt oog voor anderen, voor mensen in nood. De eigen ervaring gun je ook aan anderen, die er even slecht aan toe zijn. Dan zijn we weer aan het begin.... En zij brachten een dove... tot Jezus.

Zwolle, A. Dingemanse, dovenpredikant

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Effatha!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1998

De Wekker | 16 Pagina's