Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toespraak Schooldag 1998

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toespraak Schooldag 1998

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Broeders en zusters, jongens en meisjes. Mij is gevraagd iets te vertellen over een vak, dat ik aan onze Universiteit mag doceren. Graag wil ik wat grondlijnen doorgeven over het vak: historia revelationis NT. Zoveel in het tweede als derde leerjaar ontvangen de studenten daarin 24 uur college. Bovendien zijn ze hoogst bevoorrecht, dat ze er ook tweemaal tentamen in mogen doen! Het is dan ook een belangrijk vak.

Maar welk vak gaat nu schuil achter die fraaie Latijnse naam: historia revelationis? Letterlijk vertaald: geschiedenis/historie van de openbaring.
In dit vak is er aandacht voor twee polen:
1. de geschiedenis van de openbaring, daarbij zijn namen, feiten en achtergrondinformatie van belang;
2. de theologische ontwikkeling van de Godsopenbaring. Daarbij gaat het om de grote doorlopende lijnen in de bijbelse begrippen en gebeurtenissen. Ik wil proberen dat wat te verduidelijken aan de hand van het bekende woord „en het geschiedde".

I. Het geschiedde daar en toen!
Het Woord van God is geen tijdloze ideologie. In de bijbel geeft de Heere door Zijn Geest de neerslag van Zijn heilshistorisch handelen! Het gaat dan ook om Gods grote daden in schepping, verlossing en voleinding.
Onder het OT neemt Israël daarbij een prominente plaats in, maar de belofte van het heil voor de volkeren wordt ons reeds daar verkondigd. Denk aan de moederbelofte en belofte aan Abraham en zijn nageslacht.
In het NT horen wij van Gods definitieve spreken en handelen door Zijn Zoon Jezus Christus. In Hem gaan Gods heilsbeloften voor Israël en de volkeren in beginsel in vervulling. Gods heil drijft niet als olie op de golven, maar is daadwerkelijk ingegaan in onze historie. Gods heil heeft bijzonder vlees en bloed gekregen in de persoon en het werk van Jezus Christus.
Historia wil de studenten opscherpen om duidelijk te zien
dat Gods heil geschiedde in het verleden;
geschiedt in het heden;
en zal geschieden in de Toekomst
.
Hier heeft de gereformeerde bijbelwetenschap een hoogst belangrijke taak te vervullen. Zij dient tegen de stroom van de moderne theologie in, vast te houden aan de heldere vertolking van Gods heilshandelen - daadwerkelijk in de geschiedenis.
Het geschiedde daar en toen! Aanwijsbaar! Het evangelie is geen abstracte leer, geen eeuwige tijdloze waarheid. Het evangelie is een geschieden, een gebeuren. Gods nieuwe tijd breekt metterdaad door.
Jezus is niet slechts Bode van het evangelie. Zijn optreden stempelt de tijd op beslissende wijze tot heilstijd. De Heiland is Brenger en Inhoud van het evangelie. Het gaat in Hem om Gods beslissend ingrijpen, dat de nieuwe tijd in beginsel doet komen.
Op een bepaalde plaats in de wereld, op een bepaald moment in de tijd is het geschied. Toen en toen, daar in het joodse land.
We hebben dan ook niet te doen met menselijke verzonnen verhalen of mythen. Historia Revelationis concentreert zich op Gods heilshandelen in de historie.
Ook dit Nieuwtestamentisch vak kan van dat handelen van God nooit de diepste motieven verklaren! Deze motieven liggen immers in Gods HART.

II. Het geschiedde als vervulling
Binnen de historia revelationis van het NT is het van groot belang oog te houden voor de theologische verbanden in het Woord van God. Daarbij spelen o.a. begrippen als belofte en vervulling; oud en nieuw verbond een belangrijke rol.
De beloften van het heil - die opkomen uit Gods hart - vinden hun hoogste uitdrukking in Christus Jezus. In Hem gaan zij in vervulling. II Kor. 1:20 „Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons". In de synagoge van Nazareth (Luk. 4:16vv) heeft Jezus dit openlijk betuigd. Het blijde jubeljaar van de verlossing, geprofeteerd in Jes. 61:1 en 2, is in Hem daadwerkelijk aangebroken. „Heden is deze Schrift in uw oren vervuld" (vs. 21b).
Lukas laat in de evangeliebeschrijving op dit uitgangspunt alle licht vallen. Jezus is de Knecht des Heeren, waarvan Jesaja profeteerde. Als de Gezalfde des Vaders staat Hij midden onder het volk en wijst op de heilsbetekenis van Zijn persoon en werk.
HIJ staat daar in de volle bedauwing van de Heilige Geest - om als Heiland Zijn opdracht te volbrengen. In Hem is de Messiaanse tijd aangebroken.
Het spreken over het Nieuwe Verbond bij de instelling van het Heilig Avondmaal, laat ons duidelijk zien hoe belangrijk de verbondsgedachte is. Het door Jezus verkondigde evangelie wordt erdoor bepaald.
Binnen het kader van de instellingswoorden moet ook aandacht gegeven worden aan Jer. 31:31-34, waarin van het nieuwe verbond gesproken wordt. Het spreken over de vergeving der zonden bij het Heilig Avondmaal legt bijzonder de verbinding met Jer. 31:34 (zie ook Luk. 22:20).
In dit nieuwe verbond neemt Godzelf de voorwaarde voor de instandhouding voor Zijn rekening. Hij schrijft de Wet in het binnenste van het volk. Hij gedenkt niet meer aan hun ongerechtigheid. Dat is de nieuwe genadegemeenschap, die haar fundament vindt in Christus' plaatsbekledend lijden en sterven.
Het vak historia revelationis van het NT wil bijzonder ook die categorie van de vervulling in Christus duidelijk maken.
Het geschiedde ook met het oog op het heden én de toekomst.

III. Niet blijven steken in de geschiedenis
Wij dienen ons er van bewust te zijn, dat Gods heilshandelen ook nu doorwerkt. We zijn er dan ook niet met een nuchtere orthodoxe constatering, dat wij vasthouden aan het Woord Gods van kaft tot kaft.
Het Woord van God is ons toevertrouwd ook met het oog op het heden. Anno 1998. Als belangrijkste doel - voor wie het Woord horen - noemt Joh. 20:31:
„Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam".
Dan is Gods geopenbaarde heil in Jezus ook een heel persoonlijke zaak. De tekenen van het Koninkrijk worden ons door betrouwbare getuigen voor ogen gesteld. Het komt aan op geloof in de Gezondene des Vaders! Die de Zoon van God is. Juist in het licht van de verrijzenis valt er een bijzonder licht over alle tekenen die Jezus heeft gedaan. Zo zien wij, wie Hij werkelijk is: De Opgestane, de Gezalfde, de Zoon van God.
Bijzonder Lukas hecht er sterk aan om de historische betrouwbaarheid van Gods heilshandelen in Christus te onderstrepen. Dat zien wij duidelijk in Luk. 1:1-4. Lukas spreekt van „dingen die onder ons volkomen zekerheid hebben...".
Dit is ons overgeleverd door mensen die het zelf hebben gezien! Lukas voert tevens aan, dat hij alles heeft onderzocht! Als doel stelt Lukas het kennen van „de zekerheid der dingen". Maria en Zacharias hebben dat heilshandelen van God mogen bezingen. Het gaat daarbij om de grote verlossingsdaden van de Heere. Zijn denken aan Zijn barmhartigheden en Zijn verbond (Luk. 1:46-55; 1:67-80). Dat verlossingshandelen van God in de historie raakt mensenharten op het allerdiepst; maakt de tongen los om God te prijzen. En het geschiedde: God heeft Zijn Woord luisterrijk waargemaakt: daadwerkelijk, tastbaar - het Kind van Bethlehem, de Man van smarten op Golgotha, de Heere der Heerlijkheid in de Hof van Arimathea en bij Zijn hemelvaart.

Historia revelationis NT vraagt ook Anno 1998 om een heldere bijbelse visie. Een tijdloze ideologie of filosofie geeft Gods kerk geen houvast! Dan hebben we geen Woord voor de wereld. De bijbelse boodschap van Gods heilshandelen in Jezus Christus heeft het hoogst denkbare realiteitsgehalte! Daar kun je van op aan! God maakt Zelf Zijn Woord waar.
Dat heeft de Heere gedaan.
Dat doet Hij
en dat zal Hij doen tot in eeuwigheid.
Als je dat in geloof mag ontdekken, overstijgt dat heilshandelen van God verre ons denken. Dan kun je er alleen nog maar van zingen!
Nu en straks tot in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Toespraak Schooldag 1998

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1998

De Wekker | 16 Pagina's