Diaken op de generale synode
„Hoe is het om als diaken lid van de generale synode te zijn?" Dat is de vraag die me door de redactie werd gesteld. Deze vraag roept een aantal andere vragen op: • Zijn er diakenen op de synode? • Hoe komt een diaken op de synode? • Wat doen diakenen op de synode? • Wat is er op de GS '98 over diaconaat aan de orde geweest? In dit artikel wil ik graag op deze vragen ingaan.
Zijn er diakenen op de synode?
We waren met vier diakenen op de synode aanwezig. Dat diakenen op bredere kerkelijke vergaderingen zijn, is niet altijd even vanzelfsprekend geweest. Onze kerken hebben pas op de synode van 1962 uitgesproken dat de diaken tot de kerkenraad behoort en derhalve ook naar de bredere kerkelijke vergaderingen behoort te worden afgevaardigd.
Hoe komt een diaken op de synode?
Het zal bij de andere afgevaardigde diakenen wel niet anders gegaan zijn dan bij mij. De kerkenraad vaardigt een aantal ambtsdragers af naar de classis, de classis naar de particuliere synode en de particuliere synode naar de generale synode. De aantallen staan vast, de personen niet. De verkiezingen vinden zoals gebruikelijk schriftelijk plaats en zijn dus geheim.
Het valt overigens niet helemaal mee om naast een volledige baan aan alle vergaderingen van de generale synode deel te nemen, ook al krijg je hiervoor medewerking van je werkgever.
Wat doen diakenen op de synode?
Als diakenen hebben we in de eerste plaats de taak het diaconaat te behartigen. Naast deze primaire taak, zijn er nog de zaken van algemene kerkregering. Te denken valt aan zaken van organisatorische en financiële aard. Deze laatste vullen de agenda van de synode het meest. Je kunt dus zeggen dat we als diakenen er vooral als kerkenraadslid zitten, zij het met „een diaconale blik".
Wanneer er zaken van opzicht en tucht zijn, zaken die expliciet tot de taak van de ouderlingen behoren, mogen we niet mee stemmen. Op de generale synode van 1998 is dat niet voorgekomen. Een keer heeft de preses geaarzeld, maar toen is toch vastgesteld dat het aan de orde zijnde agendapunt geen zaak van opzicht en tucht was.
Diaconale zaken, die op bredere vergaderingen komen, betreffen (bijna) nooit personen. In theorie is het mogelijk dat een lid van de gemeente met een klacht over de diaconie in appèl gaat bij de classis, waarna hij/zij opnieuw in appèl kan gaan bij de synode.
Wat is er op de GS '98 over diaconaat aan de orde geweest?
Wanneer het gaat over het diaconaat op de generale synode van 1998, valt allereerst te denken aan de rapporten van de deputaatschappen ADMA (Algemene Diaconale en Maatschappelijke Aangelegenheden) en HBB (hulpverlening in binnen- en buitenland). Daarnaast zijn we met verschillende andere rapporten bezig geweest die raakvlakken hebben met het diaconaat. Te denken valt aan zending, pastoraat in de gezondheidszorg, contacten met de overheid. Ook bij de behandeling van rapporten over de TUA (theologische universiteit), evangelieverkondiging onder Israël, onderlinge bijstand en advies, geestelijke verzorging van varenden, financiële zaken en andere rapporten of instructies vielen diaconale vragen te stellen of voorstellen in te dienen.
Drie voorbeelden wil ik noemen:
1. Nagenoeg met algemene stemmen werd het voorstel aangenomen dat betrekking had op het rapport van het deputaatschap geestelijke verzorging varenden. Deputaten werd opgedragen bij hun werk niet alleen aan ouderlingen voor de varenden te denken maar ook aan diakenen.
2. In het kader van de bespreking van het rapport van het deputaatschap voor evangelieverkondiging onder Israël, werd aan deputaten gevraagd om in hun bezinning en in hun activiteiten meer aandacht te besteden aan het diaconaat. Gewezen werd op Rom. 11:31 en 32. Deputaten zegden toe hierover na te denken.
3. Bijzondere besluiten werden genomen met betrekking tot het functioneren van het diaconaat en de diaken op de kerkelijke vergaderingen. De besluiten komen hierop neer dat deputaten ADMA de classes gaan verzoeken om elke gemeente te vragen naast een predikant en een ouderling nu ook een diaken af te vaardigen naar haar vergaderingen. De CDC's (classicale diaconale commissies) kunnen via het toerustingswerk diakenen hierin bijstaan. Ook wordt de classes gevraagd het diaconaat een ruimere plaats op de agenda te geven, met name bij de kerkvisitatieverslagen en bij de rapportage naar art. 41 K.O. De generale synode heeft begrepen dat deze zaken niet allemaal direct overal even goed zullen kunnen functioneren, ze sprak daarom ook over „een groeimodel".
Tenslotte
Voor wat betreft het diaconaat was de generale synode een goede synode. Veel diaconale zaken zijn aan de orde geweest en belangrijke besluiten zijn er genomen. Wanneer je voor het eerst wordt afgevaardigd naar de generale synode valt het niet altijd mee om alles goed te volgen, laat staan om een inbreng te hebben.
Een gevaar op de kerkelijke vergaderingen vind ik, dat je door de vele zakelijke en organisatorische besprekingen je het geestelijke aspect uit het oog dreigt te verliezen. Het is echter onjuist om het zakelijke van het geestelijke te scheiden, dit geldt ook voor het diaconaat. Diaconaat is onlosmakelijk verbonden aan de liefde van Christus. Het vindt daarin z'n bron en roeping. Een altijd weer mooie omschrijving van diaconaat vind ik: „diaconaat is de zichtbare liefde van Christus". Dit is niet alleen de roeping van de diakenen op de kerkelijke vergaderingen, maar de roeping van iedere christen, in de gemeente, de samenleving en de hele wereld.
Diaken A. Heystek
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 1999
De Wekker | 16 Pagina's