Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aandachtspunten voor de biddag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aandachtspunten voor de biddag

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woensdag 10 maart zal weer de jaarlijkse biddag voor gewas en arbeid worden gehouden. Zo staat het nog altijd in de moderne agenda aangeduid. Het zou dit jaar eigenlijk een nationale gebedsdag moeten zijn, met in de prediking en in het gebed gelijkgerichte aandachtspunten. Een dag van algemene verootmoediging. De tijden en de dingen die zich aan ons voordoen, zijn er naar en de gedachte aan de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen dringt er toe.

En méér dan dat. Moet het gebed van de kerk gericht zijn op behoud van de welvaart in de rijke geïndustrialiseerde landen? Niet zo uitgesproken in de zin waarin wij dat wensen. Er zal het besef moeten zijn dat ook een economische eb-periode in de wereldgeschiedenis een plaats zal hebben in het Godsbestuur en dat processen daarin - ten goede en ten kwade - niet altijd direct beïnvloedbaar zijn, maar hun tijd nodig hebben om uit te woeden of onder beheersing te worden gebracht. Wel mag er gebeden worden, dat er in zo'n eb-periode voor een ieder nog voldoende mogelijkheden van bestaan zullen zijn. Gebeden moet er ook worden - en de prediking moge daarop ook gericht zijn - dat er onder ons christenen, maar ook onder ons volk als geheel, een mentaliteitsverandering mag ontstaan, waardoor we in de ontwikkeling der dingen de goede plaats zullen weten in te nemen en de juiste opstelling zullen kiezen.
Wat door politici en managers in het bedrijfsleven wel wordt onderkend (zij het nog niet openlijk erkend), dringt tot de gemiddelde burger nog onvoldoende door, namelijk dat er duidelijke tekenen zijn van afvlakking van onze economie. Het lijkt er voor dit moment nog niet op. De kooplust is nog groot en de reislust naar verder weg gelegen oorden scoort nog steeds hoog (al of niet met geleend geld), maar schijn bedriegt. In de prediking en in het gebed van de komende biddag mogen deze dingen zeker een plaats hebben.

Herstel van de morele standaard
Daar hoort dan bij een krachtige oproep tot een indringend gebed om herstel van de morele standaard van ons volk. De ongekend grote omvang van allerlei vormen van fraude in veel sectoren van de samenleving, ƒ 325.000.000,- aan winkeldiefstallen door eigen personeel (opmerkelijk verschijnsel in een welvaartstijd), waarbij de cijfers van de externe dieven achterblijven, het geeft met andere ethische deraillementen zeer te denken voor een samenleving, die zo lang in de waarden van het christelijk geloof gedrenkt is geweest. Hier mag de kerk van Christus zich afvragen in hoeverre zij mede schuldig is aan het proces van ontkerstening dat in ons volksleven al zo diep is voortgevreten. Waar ligt in een volksleven zonder goede geestelijke grondslag een draagvlak om de gevolgen van een economische teruggang op te vangen? Een beangstigende vraag. Laat er ook gebed zijn om begrip van en waarachtig christelijke en humanitaire solidariteit met allen die van een hoger naar een lager welvaartsniveau moeten door ontslag en die daardoor in grote gezinsbudgettaire moeilijkheden komen, met alle spanningen die dat meebrengt. En laat er ook gebed zijn dat de economische teruggang die wij in West-Europa waarschijnlijk zullen moeten doormaken niet leidt tot een onbeheersbare competitie en confrontatie met de vreemdeling in onze poorten, maar dat er ook voor hem en haar aan een misschien minder goed gevulde tafel een blijvende plaats gegund zal zijn.
God zelf lere ons door zijn Geest hoe wij voor dit alles zullen bidden naar behoren, zodat allen die nu al in grote zorg zitten de kerk, de gemeente van Christus, als een schuilplaats mogen ervaren. Een plaats waar men zich dicht bij God mag voelen.

De islam en andere wereldgodsdiensten
De aanwezigheid van miljoenen medemensen, die de islam of een andere wereldgodsdienst aanhangen, plaatst ons niet alleen voor het probleem van hun maatschappelijke integratie. Wie ogen en oren niet dicht heeft zal zich bewust zijn dat we op termijn gezien te maken zullen krijgen met een zich vergrotende invloed in onze westerse samenleving, met name van de islam. Binnen de besloten orthodoxe circuits, waarin men zich sterk toespitst op de betekenis van de bewaring van de christelijke geloofsinventaris, wordt nog maar nauwelijks onderkend hoezeer wij - en zeker onze kinderen - met deze invloed zullen worden geconfronteerd. Er zijn onmiskenbare tekenen die erop wijzen dat de islam haar toenemend aantal volgelingen in Europa wil gebruiken als speerpunt in het hart van dit werelddeel. En zelfs zonder bewuste strategie zal het dat zijn. Het missionaire streven van de islam wordt vergemakkelijkt door de toenemende belangstelling voor oosterse godsdiensten in de westerse wereld. In westerse theologische kringen wint de gedachte veld dat de grote wereldgodsdiensten elkaar nodig hebben en dat door middel van de dialoog over en weer een beïnvloeding kan worden bewerkstelligd die het ontbrekende in een bepaalde godsdienst kan aanvullen. De roep om een ontmoeting van de grote wereldgodsdiensten in een dialoog op basis van gelijkheid, met in elk geval minstens de erkenning dat vanuit elke godsdienst wegen naar God leiden, wordt steeds sterker. Het is niet ondenkbaar dat binnen het raam van zo'n dialoog een oosterse godsdienst als de islam in Europa zich op langere termijn aan de westerse cultuur zal weten aan te passen, zonder haar eigen identiteit te verliezen.

Bezinning noodzakelijk
De grotere ingang voor oosterse godsdiensten en tradities in het „avondland" hangt nauw samen met de treurige omstandigheid dat het christelijk geloof voor velen bezig is zijn diepte en glans te verliezen. Dat moet geen verwondering wekken wanneer vanuit de leidende theologische wereld onomwonden wordt verklaard dat het christelijk geloof als godsdienst in elk geval niet het alleenvertoningsrecht voor zich mag opeisen.
En deze gedachte wordt te gemakkelijker overgenomen naarmate de christenen in Europa binnen hun moderne leefklimaat onzekerder worden in hun omgang met God. In het leven van de Europese mens zijn de God van de Bijbel en de tradities van het christendom niet meer beheersend. Er ontstaat een leegte. En leegten worden altijd, met wat dan ook, opgevuld. Op de bodem van elke menselijke ziel blijft er bewust of onbewust een onuitsprekelijke zucht naar God. Dat zal waarschijnlijk de verklaring zijn voor het feit dat duizenden die het christelijk geloof lieten vallen, toch een alternatief zoeken en grijpen naar bepaalde godsdienstvormen van het oosten. Ook de hang van veel jongeren naar de oosterse mystiek zal hierdoor wellicht moeten worden verklaard.
Een herbezinning op de rijkdommen van het christelijk geloof is voor ons en onze kinderen zeer nodig. Met die herbezinning bedoelen wij dan niet alleen of allereerst een hernieuwde inventarisatie van de geloofswaarheden waarmee wij van onze kinderjaren af vertrouwd zijn gemaakt. Waar het op aankomt is dat het christelijk geloof zijn aanhangers vanuit de Heilige Schrift opnieuw leert hoe de gelovige als enkeling en de gemeente van Christus als gemeenschap door volkomen overgave en door geregelde gebedspraktijk omgang kan hebben met de God en Vader van Jezus Christus. En hoe die omgang een werkelijk integrerend onderdeel van de dagelijkse levenspraktijk kan zijn. Of de inzet, de trouw, de eerbied en de overtuiging waarmee de christenen hun God dienen die van de volgelingen van de oosterse godsdiensten evenaart of overtreft is een vraag die bij een nadere kennismaking met de andere wereldgodsdiensten wel eens negatief voor ons zou kunnen uitvallen. En het antwoord op die vraag zal voor de toekomst van het christendom in de confrontatie met de andere wereldgodsdiensten van erg groot belang zijn. Er mag wel veel worden gebeden dat christenen van nu en van de toekomst voor hun geloof zullen weten te staan. Niet met gevoelens van superioriteit, maar met een sprekend getuigenis van het geloof in God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus. Op de ontmoetingsdag van de Arabische Wereld Zending heeft onze ex-zendeling ds. H.P. Brandsma over de daarbij te volgen strategieën opmerkelijke dingen gezegd en zinnige adviezen gegeven.

Taxatie van gebeurtenissen en ontwikkelingen
Die taxatie is moeilijk geworden. Ze tegen het licht van de Bijbel houden vraagt voorzichtigheid en het gebed erom heen om zorgvuldige afweging. De veelheid, intensiteit en samenhang van de dingen die zich aan ons voordoen bemoeilijkt soms de vraag hoe de gemeente van Christus ermee om moet gaan. Vroeger sprak men van de oordelen Gods die over de wereld gingen. En welsprekende theologen wijdden er tijdreden aan. Dat woord oordelen is in de kerk in onbruik geraakt. Men durft het misschien niet meer zo goed te gebruiken omdat de mens van nu er in lijkt te slagen om grote gebeurtenissen, opmerkelijke ontwikkelingen en felle tegenslagen door middel van wetenschappelijke analyses causaal vanuit de verhoudingen en verbanden van hier beneden te verklaren. Maar of de kerk nu dat woord oordelen wil hanteren of niet, zij moet het in elk geval tot haar taak rekenen om uit de ontwikkelingen en gebeurtenissen van allerlei aard op dit ondermaanse met een gespitst oor vanuit het Woord en door de Heilige Geest iets op te vangen van de stem van God en met een gescherpt oog iets te zien van de hand Gods die de geschiedenis van deze wereld schrijft. Van die God, Die de waanwijze mens die zich tegenover de Schepper van hemel en aarde voortdurend en op allerlei wijze buiten de grenzen van psalm 8 opstelt, duidelijk wil maken dat zijn kennen en kunnen niet tot aan de hemel reiken.
Prediking en pastoraat dienen de gemeente van Christus ook op te voeden tot voortdurend gebed voor deze wereld. Een biddende kerk is de kerk waarop de wereld drijft, is wel eens gezegd. Het heeft er de schijn van dat aan het gebed van de kerk voor de wereld geen grote betekenis meer wordt toegekend. De dingen nemen toch de loop zoals die in de omstandigheden en de verhoudingen van dit moment besloten ligt, denken velen. Gods Woord spreekt er anders over. Ik pleit er niet direct voor om temidden van de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de wereld het instituut van de bijzondere bidstond weer in ere te herstellen, maar de drang er toe zou in de kerk des Heren sterker te zien moeten zijn.
Gericht bidden is overigens niet gemakkelijk. Dat vraagt in onze tijd veel voorbereidende bezinning.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Aandachtspunten voor de biddag

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1999

De Wekker | 16 Pagina's