Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Theologische Universiteit staat toch in Apeldoorn?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Theologische Universiteit staat toch in Apeldoorn?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Net voor koninginnedag hebben veel christelijke gereformeerde lezers zich de ogen uitgewreven bij het lezen van een bericht in enkele dagbladen, dat zo ongeveer de suggestie bevatte dat „Apeldoorn" zich opmaakt om de vrijkomende gebouwen van de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken (synodaal) in Kampen te gaan betrekken. Het is reeds geruime tijd bekend dat „Kampen I" binnen vrij korte tijd uit Kampen zal weggaan door een gedwongen fusie met de theologische faculteit van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Van een vertrek van Apeldoorn naar Kampen hadden de kranten echter niet eerder gerept.

Op de universiteit in Apeldoorn gingen kopieën van dit „nieuws" dan ook van hand tot hand en werden, door docenten en studenten, vragen gesteld over wat hun boven het hoofd zou hangen. Ook in de kerken is het begrijpelijk dat vragen opkomen als: Wat is daar aan de hand? Waar komt ineens een dergelijk bericht vandaan? En hoe serieus moet het worden genomen? Sedert 1919 is onze theologische opleiding in Apeldoorn gevestigd? Is Apeldoorn als vestigingsplaats ineens niet meer geschikt?
De kranten maken als bron van hun informatie onder meer melding van antwoorden die door de huidige rector van de Theologische Universiteit, prof. dr. H.J. Selderhuis, op hun vragen gegeven zijn. Daarom hebben wij hem een aantal vragen voorgelegd waarop wij menen dat de lezers van De Wekker de antwoorden wel willen weten.

Mag ik misschien eerst er naar vragen of we eigenlijk wel bij u moeten zijn, prof. Selderhuis, voor dergelijke vragen. Is het niet eerder iets waar het curatorium van de universiteit over moet spreken? Ik kom natuurlijk bij u terecht omdat u in de dagbladberichten werd geciteerd.

Ik denk dat u dezelfde gedachte heeft gehad als de kranten, namelijk dat je voor informatie over zo'n zaak te rade moet gaan bij de rector van de universiteit die in dergelijke gevallen als aanspreekpunt geldt. Vanzelfsprekend ligt de uiteindelijke beslissing bij de generale synode en ook dan pas nadat het curatorium zich erover heeft uitgesproken.

Prof. Selderhuis, hoe is het mogelijk dat er nu ineens sprake is van een te krappe behuizing van de Theologische Universiteit? In de kerken is daar niet eerder iets over vernomen. Op de generale synode is er door het curatorium niet over geklaagd. Toen zes jaar geleden de laatste verbouwing plaatsvond werd daarmee een stuk uitbreiding van de aula, de senaatskamer en de bibliotheek gerealiseerd. Wat toen wel gehoord is, is opmerking dat het gebouw aan het Wilhelminapark een fijn gebouw is waarin het prettig werken is, en dat juist met die verbouwing een knelpunt werd opgelost. Is dat plotseling niet meer waar?

Ons gebouw aan het Wilhelminapark is niet maar een prettig gebouw, het is een prachtig gebouw. Het is een gebouw met geschiedenis en met sfeer en gezelligheid. Echter, ons probleem is dat er in toenemende mate knelpunten zijn. Ik wil ze wel even noemen. De bibliotheek zal over enkele jaren zo vol zijn, dat we geen ruimte meer hebben om enigszins bij te blijven met wat er in de theologie aan nieuws verschijnt. Bovendien is de bibliotheek ontoegankelijk voor gehandicapten, en dat geldt ook voor grote delen van de rest van het gebouw. Een lastig punt dat heel actueel is, is dat de werkplek van de conciërge, de heer Rozema, volgens de huidige normen van de ARBO-wet volstrekt onacceptabel is. Onderwijskundig gezien zou het goed zijn als de hoogleraren een eigen werkkamer hadden om studenten te ontvangen. Onze plannen om een Calvijninstituut op te richten om zo de studie van de theologie van Calvijn te bevorderen, kunnen niet gerealiseerd worden omdat er geen ruimte is. Zo zou er nog meer te noemen zijn.
Dat deze zaken niet op de synode aan de orde zijn geweest is, omdat wij verwachtten dat een grondige verbouwing alle knelpunten zou kunnen verhelpen. Gedachten daarover hadden nog niet een zo concrete vorm dat daarover iets te melden of te besluiten was. Bij de eerste voorlopige oriëntatie hoorden we pas onlangs van de gemeente Apeldoorn dat een verbouwing uitgesloten is.

Maar waar komt nu ineens dat verhaal over Kampen vandaan? Ik weet ook wel dat de opleiding van de kerken van de Afscheiding sedert 1854 in Kampen gevestigd was, maar dat onze opleiding daar niet meer is - daar hebben we vanaf de stichting van onze Theologische School in 1894 al mee kunnen leven. Is dat nu ineens veranderd?

Tijdens onze bezinning op de huisvestingsmoeiten kwamen we in contact met de burgerlijke gemeente Kampen. Die ziet namelijk de Theologische Universiteit aan de Oudestraat/Korenmarkt node vertrekken, en heel graag zou de gemeente weer een onderwijsinstelling in die gebouwen gevestigd zien. Van de kant van de gemeente Kampen is aan ons de suggestie gedaan deze gebouwen te kopen. Wij zullen dat zeker als een van de mogelijkheden in onze overwegingen moeten betrekken. Het is voor ons een optie temidden van andere opties, niet meer en niet minder. De gedachte komt daarbij wel boven, dat het iets bijzonders zou hebben als we de gebouwen zouden kunnen terugkrijgen die we in 1892 hebben moeten verlaten! Dat is natuurlijk wel een heel bijkomende gedachte, dat zal echt geen rol in de overwegingen spelen.

Er is in Apeldoorn al een hele traditie van vergrotingen en verbouwingen van de School geweest. In 1963 is de aula gebouwd, met een senaatszaal en studiezaal en is daaronder een souterrain voorde bibliotheek ingericht. In 1979 werd de bibliotheekruimte aanzienlijk uitgebreid, er werd een multifunctionele gemeenschapsruimte gerealiseerd, in gebruik als kantine en voor allerlei bijeenkomsten. Daarboven is toen een grote collegezaal gebouwd. En in 1993 vond nog een fraaie verbouwing plaats die ik al noemde. Al deze verbouwingen hadden vooral te maken met groei van de universiteit, zowel wat het aantal studenten betreft, als wat de intensivering van de studie en ook de mogelijkheden van doctoraal- en promotiestudie betreft. Als er dan weer krapte is, dan hebben we een traditie gevormd voor de manier waarop we dat kunnen oplossen. Er is toch ruimte genoeg rond het gebouw?

Ruimte genoeg is misschien teveel gezegd. Wel zijn er volgens ons voldoende mogelijkheden het gebouw zo uit te breiden en aan te passen dat onze problemen grotendeels verholpen zijn. In het gesprek met vertegenwoordigers van de gemeente Apeldoorn werd ons echter duidelijk gemaakt, dat bestemmingsplannen, schoonheidseisen, parkeerbeleid, milieunormen en nog wat meer van deze verordeningen elke zinvolle verbouwing op onze locatie in de Apeldoornse parken onmogelijk maken.

Wat een beetje vreemd lijkt is dat enkele maanden na de generale synode er opeens krantenberichten verschijnen over een contact dat er zelfs al met de makelaar van de gebouwen in Kampen is geweest, zonder dat de synode er ook maar iets van heeft vernomen. Een ingrijpende beslissing als hiermee gemoeid is zal toch niet buiten de synode om kunnen gaan?

U hebt al wel begrepen, dat door de acties vanuit Kampen er de laatste paar maanden meer druk op onze bezinning over de huisvesting is komen te staan. Dat van onze kant serieus wordt onderzocht hoe reëel zulke Kampense alternatieven zijn is begrijpelijk. De geruchten over de contacten tussen de gemeente Kampen en ons werden zo sterk dat de pers er lucht van kreeg, en het leek ons goed te reageren op vragen om te voorkomen dat er allerlei onjuiste verhalen gaan ontstaan. Maar nogmaals: vanzelfsprekend kan geen beslissing genomen worden zonder goedkeuring van de synode.

Als ik het goed begrijp, zijn het curatorium en deputaten-financieel van de TUA nog helemaal niet in een fase dat er concrete voorstellen liggen en kan het nog alle kanten uit. Er zal toch zeker onderscheid moeten worden gemaakt tussen wat wordt gewenst en tussen wat echt noodzakelijk is? Want we praten zeker wel over forse bedragen die met dit soort plannen gemoeid zijn?

Inderdaad gaat het om forse bedragen, maar het is allereerst zo dat er hoe dan ook op tamelijk korte termijn iets moet gebeuren. Er zal wel moeten worden geïnvesteerd vanwege de knelpunten die ik noemde. Het is trouwens ook denkbaar dat een verhuizing naar Kampen voor de kerken financieel voordeel kan opleveren. Het is derhalve zaak alles heel zorgvuldig op de rij te zetten om rustig tot een weloverwogen besluit te komen.
De berichten die intussen in de kerken zijn doorgedrongen hebben wel veel reactie opgeleverd, vooral in die zin dat iedereen het over de absolute noodzaak eens is dat we een optimaal gebouw hebben voor een zo belangrijke zaak als de theologische opleiding. Daar zal ieder mee instemmen.

Prof. Selderhuis, hartelijk dank voor uw toelichting. We blijven ook ten behoeve van de lezers van De Wekker graag op de hoogte!

J.W. Maris

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1999

De Wekker | 16 Pagina's

De Theologische Universiteit staat toch in Apeldoorn?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1999

De Wekker | 16 Pagina's