Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweemaal naar de kerk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweemaal naar de kerk?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Gereformeerd Kerkblad voor Midden-Nederland schrijft de (vrijgemaakte) gereformeerde predikant ds. H.J. Siegers een artikel over het tweemaal naar de kerk gaan. Soms hebben ook kerkenraden in onze kerken er moeite mee om in de gemeente duidelijk te maken wat de zin is van het tweemaal naar de kerk gaan. 'Het staat immers nergens in de Bijbel' is het soms gehoorde argument, of men werpt tegen: 'als ik één goede preek heb gehoord heb ik genoeg voor de hele week.' In het artikel van ds. Siegers staan behartigenswaardige dingen over de wijze waarop de momenten van het morgen- en het avondoffer in Israël het uitgangspunt vormen voor de diensten in de synagoge die uit later tijd stammen, en hoe ook de apostelen in het Nieuwe Testament een dergelijke verbinding hebben aangehouden, overigens zonder dat daarin een wettische trek was. Terecht wijst ds. Siegers op het element van de vreugde daarin, '...als we nu al moeite hebben om die vreugde van het samenkomen twee keer per zondag te beleven, hoe moet dat dan later gaan in de eeuwige vreugde?' Het is evenzeer zinvol, dat hij met historische argumenten benadrukt hoe het karakter van de tweede dienst een eigen betekenis heeft gekregen als leerdienst. Inderdaad - reden om de waarde van de tweede dienst zorgvuldig te schatten en in te vullen. We laten het grootste gedeelte van het artikel van ds. Siegers hieronder volgen. (J.W. Maris)

Gods gebod?
De eerste vraag die we natuurlijk stellen is of het houden van twee diensten op zondag een gebod van God is. „Kunnen we in de Bijbel lezen dat God dit zo wil? Waar staat het dan?" En dan moeten we eerlijk het antwoord geven dat we dit zo niet letterlijk in de Bijbel lezen. Er staat dus ook niet in de belijdenis (zondag 38 HC) dat we twee keer naar de kerk moeten gaan. Kortom, afnemend kerkbezoek kunnen we niet te lijf gaan met woorden als: „God zegt in zijn Woord dat we tweemaal moeten". Maar is daarmee dan niet de grond onder de twee diensten gehaald? Komen we dan niet in de zelfde praktijk terecht als de grote protestantse kerken die het in de vrijheid van ieder laten met als gevolg dat de morgendienst nog wel redelijk bezet is maar in de middagdienst komt nog maar een handjevol mensen. Die kant zou ik toch niet graag op willen en dat hoeft ook helemaal niet, want ook al is er geen bijbels voorschrift er is wel meer van te zeggen dan alleen dat het een goede gewoonte is.

Twee offers
Welke bijbelse aanknopingspunten zijn er voor de twee diensten op zondag? In de oudtestamentische tijd werden er dagelijks twee offers gebracht in de tempel. Een morgen- en een avondoffer (Ex. 29 en Num. 28). Beide keren werd een lam geofferd en daarbij gevoegd een spijs- en pleng-offer. Op de sabbat werd per offer het dubbele geofferd. Deze offers worden genoemd „een lieflijke reuk voor de Here". Voor Hem bestemd dus. Hij wil het graag zien. Die twee offers van morgen en avond stempelen de gewone dag.

Het is natuurlijk duidelijk dat we van uit deze twee dagelijkse offers niet zomaar kunnen zeggen dat we dus op zondag tweemaal naar de kerk moeten gaan. Maar we krijgen in deze twee offers wel de aanwijzing dat een gewone werkdag aan God gewijd moet zijn. Je kunt niet leven zonder dat je Hem zoekt en je leven van 's morgens vroeg tot 's avonds laat aan Hem opdraagt.
En dit voorbeeld in gedachten houdend kunnen we wel zeggen dat we in het nieuwe verbond die eerste dag van de week, de rustdag, helemaal aan Hem wijden. En dat laten we zien door 's morgens en 's avonds (middags) naar de kerk te gaan.

Synagoge
De twee offers werden iedere dag in de tempel gebracht. Maar er is ook een periode geweest dat die gelegenheid er niet was. Dat was de ballingschap. In die tijd is de synagogedienst ontstaan. De priesters die ook weggevoerd waren konden niet meer hun hoofdtaak, d.i. het offeren in de tempel, verrichten. Wat zag men als enige taak? De schriftstudie. De boeken van Mozes en de profeten uitleggen. Dat studeren kreeg nu een zware nadruk, want het was het enige werk dat een priester in de verstrooiing kon doen. Dit deed men in het studiehuis, de synagoge (dat woord betekent „vergadering"). Daar kwamen dan ook de joodse gelovigen naar toe om onderwezen te worden. Dat was in Babel het geval en ook in andere streken waar de joden in de verstrooiing terecht waren gekomen.

Maar, en dat is het opvallende, toen ze later weer terug kwamen naar hun eigen land namen ze die synagogedienst mee. De joden schaften het niet af alsof het een ontwikkeling was geweest voor die ene periode in het „buitenland". Dus ook toen er weer werk in de tempel en tempelbezoek mogelijk was, hield men de synagoge in stand. En wanneer kwam men dan in de synagoge samen? Op de tijden van het morgen- en avondoffer.

Tijdstippen
We kunnen wel stellen dat de apostelen zich bij deze tijdstippen hebben aangesloten. We lezen in Handelingen wel dat ze samenkwamen of predikten tijdens het morgenoffer of avondoffer („het uur van het gebed", bijv. Hand. 3). Als we in het NT zoeken naar de tijden van samenkomen van de christelijke gemeente kunnen we niet iets vinden van een morgendienst op zondag. Het zal in die eerste tijd ook wel vrijwel onmogelijk geweest zijn om op de tijd van het morgenoffer samen te komen, omdat de zondag toen een gewone werkdag was. We lezen wel over een avonddienst (Hand. 20). Er zijn wel studies die erop wijzen dat ook een morgensamenkomst al enkele tientallen jaren na de voltooiing van het NT regelmaat was.
Het is dus heel sprekend dat de zondag begint met de morgendienst. Zo ga je de dag wijden. Zoals Christus ook bij het morgengebed opgestaan is. En als we ook op de middag of avond samenkomen is dat het teken dat die hele dag staat in het kader van de wijding aan God.
De conclusie die we trekken is dus dat we goede redenen hebben om tweemaal op een zondag samen te komen als gemeente. Het is meer dan een gewoonte en traditie. De tweede dienst is zeker niet overbodig. Je mag wel stellen dat die tweede dienst de vreugde van het ontmoeten van de Here en van elkaar verdubbelt. Er is geen enkele reden om dat te veranderen en dus de vreugde te verminderen. En als we nu al moeite hebben om die vreugde van het samenkomen twee keer per zondag te beleven, hoe moet dat dan later gaan in de eeuwige vreugde?

Twee dezelfde diensten?
Als we nu deze conclusie trekken, dan kan wel deze vraag opkomen: behoren die twee diensten dan ook hetzelfde karakter te hebben? De twee diensten die wij nu kennen lijken als twee druppels water op elkaar. Maar als we twee diensten hebben die wat vorm en inhoud betreft precies op elkaar lijken kan gemakkelijker gezegd worden: „ik heb die ene dienst al gehad, dus waarom zou ik naar die tweede gaan als het eigenlijk ongeveer hetzelfde is als de eerste".

Preken en leren
Als we nu eens de geschiedenis induiken en proberen te ontdekken wat het karakter van die tweede dienst is geweest komen we wellicht tot een antwoord.
Wat zien we dan? Ik noemde al de synagoge. Daar werd in de Schrift onderwezen. Het was het leerhuis van de joden. We lezen heel vaak in het NT dat Jezus naar de synagoge ging om te leren. In de tempel vonden de offers plaats, daar werd de verzoening bediend, maar in de synagoge werd je onderwezen door de rabbi, de schriftgeleerde. Het onderscheid dat er is tussen preken en leren moeten we in de gaten houden.

De woorden die in het NT met ons woord preken te maken hebben, hebben de betekenis van „dienst van het woord" of „dienst van de verzoening", je kunt ook zeggen het is „de blijde boodschap verkondigen", „de boodschap proclameren".
Terwijl de woorden in het NT voor leren veel meer aangeven: „onderricht geven", „onderwijs geven". Prof. C. Trimp schreef hierover: „Het leren wordt dus gekenmerkt niet zozeer door de proclamatie van de heilsfeiten (dat gebeurt in de prediking, hjs), als wel door de nadere uiteenzetting daarvan onder aanvoering van het bewijs uit de Schriften".
Dat onderscheid dat er dus is tussen preken enerzijds en uitleg van de leer anderzijds zou de twee diensten nader kunnen karakteriseren. Zeg maar zoals het priesterlijke ambt in de tempel op de voorgrond staat, zo staat het profetische ambt in de synagoge op de voorgrond. Dan is het de moeite waard om zowel het aspect van de tempeldienst als van de synagoge in onze beide diensten herkenbaar te bewaren. Dan zou de morgendienst getypeerd kunnen worden naar het werk in de tempel, de offerdienst, de bediening van de verzoening, het heil van Christus wordt uitgedeeld en verkondigd. En de middagdienst zou gekenmerkt kunnen worden naar de synagoge, de uitleg van de leer, het heil wordt verklaard, de leer van de Schrift wordt onderwezen.

Onderwijs in de leer
De kerk heeft dit onderwijs ook steeds gegeven. Eén van de woorden die in het NT voorkomt voor ons woord „leren" is „katecho" en daarin te herkennen ons woord catechisatie en catechismus. In de vroege christelijke kerk werd ook al catechetisch onderwijs gegeven. Cyrillus, een predikant te Jeruzalem (350 n.Chr.), hield catechismuspreken. Dus ook ver voordat de Heidelbergse Catechismus werd gebruikt (1563) werden andere Catechismi in de kerk gebruikt. Een catechismus betekent gewoon een leerboek, vaak in de vorm van vragen en antwoorden; het is een boek om de leer van Christus te onderwijzen. Door de tijden heen is er altijd onderwijzing in de leer in de kerkdienst gebleven. In de tijd van de Middeleeuwen stond dit wel op een laag pitje, maar de Reformatoren hebben die draad weer helemaal opgepakt. Ik noem uit veel voorbeelden er twee: In Sankt Gallen (Zwitserland) werd vanaf 1527 - dat is nog geruime tijd voor de grote werkzaamheden van Calvijn - in de kerkdienst van drie uur 's middags de openbare catechisatie gehouden. Dit was de uitleg van de gereformeerde (of zo u wilt lutherse) leer. En in 1563 verschijnt de gereformeerde kerkorde in het land de Palz (waarvan Heidelberg de hoofdstad is) waarin o.a. staat dat in de middagdienst voor de volwassenen een catechismuspreek gehouden zal worden en in ook die dienst zal de jeugd het betreffende deel van de catechismus opzeggen. Met het oog hierop wordt de Heidelbergse Catechismus verdeeld in 52 zondagen.
De grens die wij nu trekken tussen onze catechisatie (in de week) en de catechismuspreek (op zondag) werd toentertijd niet zo scherp getrokken. Deze middagdiensten hebben dus duidelijk het karakter van de leerdienst.

Om leeraspect te benadrukken werd door de Geref. Synode van 1586 (en dat wordt herhaald door de synode van 1618-19) bepaald: „de dienaars zullen zondags ordinaarlijk in de namiddagse predicatie, de hoofdsom van de christelijke leer in de Catechismus vervat, kortelijk uitleggen" (art. 61). Dat heeft ook eeuwenlang in onze kerkorde gestaan. Dit betekent dat de gereformeerde kerken dus een tweede dienst op zondag wilden hebben en dat ze die dienst een andersoortige inhoud dan de eerste dienst wilden geven.

Terug naar toen
Het zou goed zijn dat we weer terug gaan naar dat onderscheid, juist om de waarde van de tweede dienst goed te kunnen beklemtonen. In de tweede dienst dus de leer uitleggen. Dat kan aan de hand van de Catechismus, die er ook heel goed geschikt voor is, maar we hebben meer belijdenisgeschriften waarin de leer is vastgelegd en die behandeld kunnen worden.

De waarde van de eredienst, ook van de middagdienst is duidelijk. De ontmoeting met God, het horen naar zijn Woord en de uitleg van de leer vanuit dat Woord. De waarde van de tweede dienst wordt alleen maar vergroot als we weer zover komen dat die dienst de inhoud krijgt van de leerdienst, dus een ander karakter krijgt dan de morgendienst. Ik ga nu niet in op de vraag hoe dit verschil dan in de vormgeving (liturgie) tot uitdrukking kan komen. Van groot belang is dat we als gereformeerde mensen de waarde inzien van de twee diensten en de twee manieren waarop de christelijke kerk de diensten heeft willen inrichten. Als we daaruit een les trekken zal het de waarde van de tweede dienst op zondag alleen maar versterken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Tweemaal naar de kerk?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1999

De Wekker | 16 Pagina's