Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed en geloofszekerheid (Het gebed 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed en geloofszekerheid (Het gebed 2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe kom ik tot geloofszekerheid? Die vraag leeft bij meerdere mensen. De twijfel lijkt ook in het geloofsleven een grote plaats in te kunnen nemen. Sommigen worstelen jarenlang met de vraag: is het heil in Christus nu ook voor mij persoonlijk? Anderen worden voortdurend bezet door een twijfel van nog andere aard: bestaat God wel? Is de Bijbel wel waar?

Deze vragen kunnen ook opkomen in het hart van iemand die oprecht de Heere lief heeft gekregen. De duivel kan je bestrijden met veel vragen die twijfel zaaien. Er zijn ook kinderen van God die het levend geloof in de Heere Jezus Christus in zich niet krachtig gevoelen. Sommigen komen pas in hun latere leven tot 'ruimte'. Anderen leven tussen hoop en vrees tot hun sterven toe, als het gaat om het persoonlijk deel hebben aan Christus.

Staan naar zekerheid
Toch hebben we te staan naar geloofszekerheid. Het echte geloof is een vast vertrouwen dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden van God geschonken is. Maar in het hart van een gelovige kan het ongeloof sterker zijn dan het geloof. De Heere Jezus spreekt immers ook over klein geloof bij de discipelen. Wie echt gelooft, maar de geloofszekerheid mist, kan zich dan ook niet neerleggen bij die onzekerheid. Het is niet mijn bedoeling om hier het thema van geloofszekerheid te behandelen. Het gaat ons nu om de plaats die het gebed daarin inneemt.

De tijd van overvloediger genade
De Dordtse Leerregels gaan in hoofdstuk 1 art. 16 in op de moeiten van hen die nog niet zover op de weg van het geloof kunnen komen als zij wel zouden willen. Onze belijdenis gaat hier heel pastoraal mee om. Ons wordt dan de weg gewezen op de middelen der genade te gebruiken. Zij moeten vlijtig voortgaan in het waarnemen van de middelen der genade. Van deze middelen der genade is al eerder beleden dat God beloofd heeft door deze middelen de geloofszekerheid en roem in God door Christus krachtig in ons te werken.
Je zou bij de middelen van de genade dan kunnen denken aan de prediking van het Woord, het gebruik van de sacramenten, het lezen en overdenken van de Schriften. Maar de belijdenis noemt hier naar mijn gedachte ook het gebed als er gezegd wordt: naar de tijd van overvloediger genade vurig verlangen en die met eerbied en ootmoedigheid verwachten.
In het vijfde hoofdstuk van de Leerregels wordt gesproken over de zekerheid van de volharding. De middelen om te blijven in deze zekerheid worden in art. 12 genoemd. Daar komen we ook de uitdrukking vurige gebeden tegen. Wanneer wij verlangen naar de krachtige doorwerking van de Heilige Geest in ons hart, mogen wij niet lijdelijk afwachten. God heeft ons genademiddelen gegeven waaraan de belofte verbonden is dat Hij die gebruiken zal om deze dingen in ons te werken. Een van die middelen is het gebed.
Wanneer wij de geloofszekerheid missen, bidden we dan ook met kracht en ernst om de Heilige Geest, Die het geloof versterkt? Verlangen we naar de tijd van overvloediger genade? Zien we er naar uit? Is het ons gebed: „Ik blijf de Heer' verwachten, mijn ziel wacht ongestoord"? Wanneer we de Heere Jezus niet kunnen missen, zullen we ook niet kunnen afwachten. We gaan Hem verwachten en we bidden om Zijn genadige komst in ons leven.
De Heere reikt ons genademiddelen aan om ze biddend te gebruiken. We mogen de Heere aanspreken op Zijn belofte dat Hij door deze middelen zal werken. Zo mogen we met verwachting het Woord van God lezen. De Heere wil door Zijn Woord het geloof versterken. God heeft in Zijn Woord Zijn beloften overvloedig geopenbaard tot onze troost, (DL. 5,10).
Het gebed bij de lezing van Gods Woord is onmisbaar. Laten we er de tijd voor nemen om het Woord tot ons door te laten dringen. Het lezen van het Woord kan niet zonder gebed om de Heilige Geest. Want alleen de Heilige Geest kan het Woord indragen in ons hart. Alleen de Heilige Geest kan er voor zorgen dat het Woord als middel ook dienstbaar is om te komen tot geloofszekerheid. U begrijpt dat hetzelfde van toepassing is op de prediking. Verlang vurig naar de prediking van het Woord als een middel dat God zal gebruiken om het geloof te versterken. Dat is ook de manier om de sacramenten te gebruiken. Wees biddend werkzaam met de bediening van de Doop en het Avondmaal. Leg de Heere uw verlangen voor naar meer genade en meer zekerheid.

De Heilige Geest
Wanneer wij het vaste vertrouwen op Christus in onszelf niet zo duidelijk waarnemen, hoeven we niet wanhopig te worden. God heeft beloofd dat Hij door deze middelen zal werken. Gebruik deze middelen dan met het gebed om de Heilige Geest.
Het gebed om de Heilige Geest zal de Heere zeker verhoren. De Heiland zegt in Lukas 11:13:
„Indien dan gij die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven degenen die Hem bidden?".
Deze belofte geeft grond onder het gebed om de zekerheid van het geloof door de kracht van de Heilige Geest. Want het is de Geest die zekerheid geeft door het geloof in de belofte van God. Het is de Geest die de Geest van de aanneming tot kinderen is en Die doet zeggen: Abba, Vader. De Heilige Geest verzekert van het kindschap. Dit woord van de Heere Jezus over de hemelse Vader, Die de Heilige Geest geeft, lokt uit tot het gebed om de Heilige Geest. Het nodigt uit tot een vertrouwen op de Heere, Die Zijn Geest geeft aan degenen die Hem bidden. De Heere Jezus gebruikt het beeld van een aardse vader. Hij zal zijn kinderen geen stenen voor brood geven. Wanneer kinderen om een ei vragen, geeft hij ze geen schorpioen. Zo gaat een aardse vader, die boos is, met zijn kinderen om. Zie dan op de hemelse Vader, Die volkomen goed en barmhartig is. Hij is de Fontein van alle goeds. Zal Hij dan de Heilige Geest niet geven in de weg van het gebed? Zal Hij Zijn belofte niet waarmaken? God is immers geen Man dat Hij liegen zou. We kunnen op Zijn Woord aan. We kunnen aan op Wie Hij in Christus is.

Blijven in de geloofszekerheid
Tegelijk is het gebed een middel om te blijven in de geloofszekerheid. Opnieuw kunnen we verwijzen naar de Dordtse Leerregels, 5, art. 12. Wie de zekerheid van het geloof en de volharding kent, kan niet gaan rusten in geestelijk opzicht alsof het nu vanzelf allemaal wel goed komt. De zekerheid van het geloof, gewerkt en versterkt door de Heilige Geest, schept een levenshouding in diepe afhankelijkheid van de Heere. In die levenshouding hebben de vurige gebeden een plaats. Zo bewaren we de zekerheid van het geloof. Niet in eigen kracht, maar door in onze gebeden onszelf aan de Goede Herder toe te vertrouwen. Zijn schapen zullen nooit uit Zijn hand gerukt worden. We bidden om voortdurend in Hem te blijven. We waken in het gebed om niet in verzoeking geleid te worden. We bidden om de Heilige Geest, in het besef dat Hij alleen ons in de gemeenschap met de Heere Jezus kan houden. We bidden in de verwachting dat de Heilige Geest het ook zal doen.

Genemuiden, H. Polinder

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Gebed en geloofszekerheid (Het gebed 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1999

De Wekker | 16 Pagina's