Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johan Weij - Mijn zonden heb ik U gebiecht. Uitgeverij: Boekencentrum Zoetermeer. Prijs ƒ 21,50.
De schrijver is (tot nu toe) Gereformeerd predikant te Sint Jansklooster. Hij voert in dit boek een pleidooi voor het biechten in protestantse kring. Daarmee bedoelt hij: het vrijwillig belijden van de zonde tegenover een pastoor of een medegelovige om bevrijding van de schuld te ontvangen. Hij beschrijft de geschiedenis van de biecht in de R.K. Kerk en wat er in die kring fout gegaan is. Hij wijst op de positieve kanten van de biecht, die door Luther en Calvijn naar voren zijn gebracht en laat zien hoe gelovigen voor elkaar tot zegen kunnen zijn. Hij pleit ervoor om niet alleen voor de pastor te biechten, maar ook te denken aan het biechten tegenover medegelovigen, zodat het niet louter een zaak van ambtsdragers is. Maar in dit standpunt is hij niet consequent. Aan het einde van het boek staan een aantal biecht-liturgieën. Zo wordt het toch weer een zaak van ambtsdragers. Er zijn over dit boek en de zaak, die aan de orde gesteld wordt veel goede dingen te zeggen. Het is waar, dat belijdenis van schuld moet plaats vinden om vergeving van de zonde te ontvangen (Ps. 32). De Bijbel wijst in Jakobus 5 ook op de zegen van de schuldbelijdenis tegenover medegelovigen. Er worden veel zaken aan de orde gesteld, die het overwegen waard zijn. Toch zijn er ook dingen, die vragen op roepen. In hoofdstuk 5 bij voorbeeld worden de protestantse gelovigen in drie groepen ingedeeld op grond van hun omgaan met het Woord van God en hun benadering van de zonde. Daarbij constateer ik bepaalde eenzijdigheden en een tegemoetkomendheid ten aanzien van het modern theologische denken, die het boek weer aan kracht doen inboeten.

M.J.O.


Ds. W. van Vlastuin, Het huwelijksformulier. De actualiteit van het klassieke formulier. Uitgave Groen, Heerenveen 1999, 104 blz. Prijs ƒ 22,50.
Een boekje dat aan de hand en naar aanleiding van het huwelijksformulier heel wat zaken rond huwelijk en gezinsvorming en de verantwoordelijkheden in een christelijk huwelijk ter sprake brengt. Het bevat veel moois. Mensen die worstelen met hun christelijke roeping in de gecompliceerde maatschappij van vandaag zullen echter soms beseffen niet klaar te zijn met de hier gegeven aanwijzingen.

J.W. Maris


Eduard Schweizer, Jezus, de gelijkenis van God. Wat weten wij echt over het leven van Jezus? Uitgave Kok, Kampen 1999 (vertaald uit het Duits). 141 blz. Prijs ƒ 29,90
Een van de meest vooraanstaande geleerden op het gebied van het Nieuwe Testament blijkt ook als hij de tachtig is gepasseerd nog te worstelen met de vraag hoe beslissend een wetenschappelijke benadering van de tekst van het NT kan zijn. Een aantal zaken uit het leven van Jezus staat ook voor de historisch-kritische bijbelwetenschap wel vast. Ook om het feit dat Hij als de Opgestane is verschenen aan de discipelen die daarvan getuigen kunnen we wetenschappelijk gezien niet heen. De opstanding zelf kan echter nooit historisch worden benaderd. Die wordt nergens beschreven. Daarom noemt Schweizer „opstanding" een woord uit de mythologische taal. Zulke woorden hebben we ook nu nog nodig om aan ons geloof uitdrukking te geven. Hij wijst hartgrondig af, dat de opstanding berust op een hallucinatie of een visioen van Petrus en anderen, zoals wel is beweerd. Het is meer! Het blijkt dat wie eerlijk worstelt om het Woord van God te verstaan zich er niet van af kan maken. Door de manier waarop allerlei in het Nieuwe Testament intensief besproken wordt kunnen met name predikanten altijd heel wat leren van een boek als dit. Maar je zou zielsgraag willen dat het over nog een drempel heen was gekomen. Dat gezegd en geschreven zou zijn: Door het geloof verstaan wij!

J.W. Maris


Hans Werkman, Het hondje van Sollie. Roman. Uitgave Kok Kampen, 1999. 317 blz. Prijs ƒ 34,90
Niet altijd vermeldt een roman uitdrukkelijk dat het een roman is. Niet voor niets staat het er hier wel bij, want het gaat hier over het drama van de kerkscheuring in de jaren zestig die leidde tot het ontstaan van de Gereformeerde Kerken (buiten verband), later de Nederlands Gereformeerde Kerken. In diverse kerkelijke bladen in „Vrijgemaakte" en Nederlands Gereformeerde kring is de vraag al een aantal keren gesteld of de personages wel echte romanfiguren zijn. In de figuur van de prof. Goes uit het boek is prof. J. Kamphuis zonder moeite terug te vinden, ondanks wat veranderingen. Zo zijn ook de predikanten Visée en Mulder uit die jaren, met wat vrijheden van de schrijver, onder andere namen toch herkenbaar. De schrijver laat zien dat zijn sympathie aan de kant van de „buitenverbanders" zit. En daar zit weer een stuk autobiografie in, want de schrijver Hans Werkman is terug te vinden in de jonge onderwijzer Tijs Cox. Vanuit het perspectief van diens ervaringen is het boek geschreven. Het laat zich denken dat Hans Werkman, die in die jaren in de gemeente van de buitenverbanders bleef maar later toch weer gereformeerd-vrijgemaakt werd, de behoefte had dit drama op de een of andere manier te verwerken. Dat voor hem dit litteraire middel voor de hand lag kunnen we ook wel volgen.
Toch geloof ik niet dat hij er goed aan gedaan heeft. Voor welke lezers is dit boek immers interessant behalve voor degenen die weten waar het ècht over gaat? En wie van díe lezers is ermee gebaat de vertaalslag weer terug te moeten maken van fictie naar realiteit?
Als Hans Werkman een boodschap wilde uitdragen met dit boek had hij het meer rechtstreeks moeten doen. Die boodschap is er nu wel. Hij komt er op neer, dat in die kerkstrijd alle betrokkenen oprecht waren in hun dienen van God en dat het daarom verkeerd en dus onnodig is geweest dat de kerk stuk ging. En dat deze scheuring aan oprechte gelovigen grote schade heeft berokkend is dus ook nodeloze ellende geweest. Van de vragen die daardoor blijven hangen kan niemand zich af maken. Of deze benadering in romanvorm helpt het gesprek over wat er toen gebeurd is werkelijk te bevorderen betwijfel ik.
Een kerkscheuring als die van 1967 kan voor niemand van de betrokkenen als een fait accompli in de historie worden bijgezet. Als signaal dat de dingen zich toen zo hebben ontwikkeld dat oprechte kerkmensen in verschillende kerkverbanden ook na dertig jaar zich er nog niet van kunnen vrijmaken ligt Het hondje van Sollie nu toch op tafel. Als roman, ondanks de talenten van Werkman - die overigens nòg verdienstelijker zijn in zijn werk als literair criticus - weet ik er niet zo goed raad mee.

J.W. Maris

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1999

De Wekker | 16 Pagina's