Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wie heeft u tot rechter aangesteld?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie heeft u tot rechter aangesteld?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een terechte vraag. Waarschijnlijk herkent u de vraag wel, die boven dit artikel staat. Deze vraag wordt aan Mozes gesteld als hij twee Israëlieten berispt die met elkaar aan het vechten zijn. De schuldige van die twee vechtende mensen herinnert Mozes er fijntjes aan, dat hij kort geleden als eigen rechter is opgetreden door een Egyptenaar dood te slaan. Dan stelt hij de vraag: Wie heeft u tot overste en rechter over ons aangesteld? Waar haal je eigenlijk het recht vandaan om over mij rechter te spelen? Deze vraag brengt Mozes tot bezinning. Hij beseft, dat hij zijn boekje te buiten is gegaan. Hij vlucht uit Egypte weg om zijn leven te redden.

Deze vraag, die aan Mozes gesteld wordt, kan ook aan veel kerkmensen gesteld worden. Wie heeft u tot rechter aangesteld? Wij zijn als kerkmensen heel snel geneigd om over broeders en zusters te oordelen omdat ze bepaalde dingen anders benaderen dan wij ze benaderen. Wij veroordelen gemeenten en ambtsdragers omdat hun kerkelijke gebruiken iets anders zijn dan de onze. Soms vindt dat oordelen plaats met een scherpte en een beslistheid, die je doen schrikken. Zeker binnen onze kerken waar nogal wat verschil in benadering van bepaalde zaken is, doet zich die houding van het veroordelen van de ander heel gemakkelijk voor. Vandaar, dat die vraag aan veel christenen gesteld kan worden. Wie heeft u tot rechter over uw mede-gelovigen aangesteld?

Waarom eigenlijk?
De hele kerkgeschiedenis door is er tussen gelovigen verschil van mening geweest. Wij vinden dat bij voorbeeld al in de brieven van Paulus. Op zich is dat ook niet erg. Wij zijn als mensen allen verschillend geschapen. Er is verschil in aanleg en in gaven en in achtergronden. In al die verschillen zien wij de veelkleurigheid van Gods scheppingswerk. De Here God gaat ook met al Zijn kinderen een eigen weg om hen Zijn wegen en Zijn genade te leren. Dat maakt het ook heel begrijpelijk, dat wij niet over alles hetzelfde denken en dat wij niet alle dingen op dezelfde manier benaderen. Blijkbaar weten wij vaak met die veelkleurigheid van Gods werk niet zo goed raad. Want er is een sterke neiging om over die verschillen te oordelen. Dan bedoel ik vooral het beoordelen en het veroordelen van elkaar op punten die niet van doorslaggevend belang zijn en waarover je van gevoelen kunt verschillen. Zaken, die door traditie en gewoonte en omstandigheden bepaald worden. Iedereen kan voorbeelden te over bedenken. Broeders en zusters worden afgewezen omdat ze lid zijn van een bepaalde politieke partij of omroepvereniging. Over gemeenten wordt negatief gesproken omdat er liturgische gebruiken zijn die een ander niet kent of waarvan hij afstand heeft genomen. Ambtsdragers worden beoordeeld op het punt of ze voor de schrijfwijze van de naam Here de spelling van de Statenvertaling of die van de Nieuwe vertaling volgen. Het contact met bepaalde gemeenteleden wordt gemeden vanwege kleding of haardracht. Die afwijzing van elkaar kan plaats vinden naar twee kanten. Vooruitstrevende gelovigen wijzen behoudende gelovigen af en behoudende gelovigen wijzen vooruitstrevende gelovigen af. Maar waarom eigenlijk? Waarom worden bijzaken tot hoofdzaak verheven en worden mensen op ondergeschikte punten veroordeeld? Heeft dat niet met hoogmoed te maken? Is het geen hoogmoed als wij ons standpunt en onze wijze van beleven tot de enig geldige verheffen en ons het recht aanmeten om broeders en zusters in de Here op die gronden af te wijzen? Door de ander te veroordelen zet je jezelf op een voetstuk en doe je net of je beter en vromer bent.
De Bijbel leert ons, dat het kenmerk van een gelovige juist is, dat hij ootmoedig is. Ootmoedig-zijn is klein denken van jezelf en groot van Gods genadewerk in het leven van de ander. Die ootmoedigheid maakt ons mild in het beoordelen van onze naaste.

Gods onderwijs
De verleiding is geweldig groot om ons op te werpen tot rechter over onze naaste. Als wij eerlijk in de spiegel kijken, wie kan dan van zichzelf zeggen, dat hij op dit punt vrijuit gaat? Omdat het gevaar zo groot is om tegen de bedoelingen van de Here in te gaan, waarschuwt de Bijbel ons op veel plaatsen tegen dit kwaad. In Mattheüs 7:1 en 2 lezen wij: „Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt; want met het oordeel waarmede gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten worden". De Farizeeën waren gewend om heel snel over mensen een oordeel uit te spreken, maar Jezus waarschuwt daarvoor. Hij bedoelt: Besef, dat je zondaar bent en dat je zelf van genade moet leven. Wie van genade leeft, moet zich geen oordeel aanmatigen over zijn naaste. Wie zich een streng oordeel over zijn naaste aanmatigt, vraagt a.h.w. om een streng oordeel van de hemelse Rechter over zichzelf. Als die naaste in onze ogen verkeerde dingen doet, zullen wij in elk geval onderscheid moeten maken tussen de handelwijze en de persoon.
Dat lichtvaardig veroordelen stelt de Here Jezus ook aan de orde in Johannes 7:24. In dat gedeelte wordt Jezus door de joden veroordeeld, omdat Hij op sabbat iemand genezen heeft. Dan wijst Hij erop, dat het bij hen gebruikelijk is om op sabbat mensen te besnijden, opdat de wet van Mozes niet verbroken zal worden dat de besnijdenis op de achtste dag dient plaats te vinden. Terwijl zij zelf op sabbat mensen besnijden veroordelen zij Hem, omdat Hij op sabbat een gehele mens gezond gemaakt heeft. Dan trekt Hij de volgende conclusie: „Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt met een rechtvaardig oordeel". Kijk niet naar wat voor ogen is, maar denk dieper door over de zaken waar het om gaat. Benader het niet menselijk, maar geestelijk. Vertaald naar onze situatie: Denk niet, dat je het recht hebt op grond van iemands persoonlijke keuze zijn hart te beoordelen. Doe niet alsof de Heilige Geest maar via één bijbelvertaling Zijn goddelijke werk kan doen.
Tenslotte wil ik nog wijzen op Romeinen 14:1-12. In dat gedeelte schetst Paulus, dat er twee groepen in de gemeente zijn. Sterken in het geloof en zwakken in het geloof. Die sterken in het geloof aten wel vlees en de zwakken in het geloof aten geen vlees. Die sterken vonden dat het aan hun positie als gelovige niets af deed. De zwakken vonden van wel. Op zich was het niet erg, dat er over die dingen verschil van mening was. Maar het probleem was, dat ze elkaar niet verdroegen. De sterken, de meer progressieve gemeenteleden keken verachtelijk op de zwakken neer. De zwakken, de meer conservatieve gemeenteleden, op hun beurt veroordeelden de sterken. Dat veroordelen van elkaar stelt Paulus aan de orde. Hij kiest geen partij. Noch voor de meer progressieve noch voor de meer conservatieve gemeenteleden. Hij wijst erop, dat ze niet meer voor zichzelf leven, maar voor de Here. Ze komen allebei tot die beslissing vanuit hun geloof. Door het geloof in Jezus Christus handelen ze, zoals ze handelen. Het oordeel komt dan ook aan de Here toe en niet aan mensen. Wie wel vlees eet mag degene die geen vlees eet niet minachten. Wie geen vlees eet mag degene die wel vlees eet niet veroordelen. Wie zijt gij, dat gij eens anders knecht oordeelt? Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. Je moet uitgaan van de goede trouw van de ander en het verder aan de Here overlaten. Want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan.
Het ongevraagd ons als rechter van de naaste opwerpen verstoort de broederlijke verhoudingen. Maar het ruimte geven aan elkaar in het vertrouwen, dat de Here ook die ander in Zijn genade vasthoudt, bouwt de onderlinge relatie in Christus' kerk.

M.J. Oosting

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Wie heeft u tot rechter aangesteld?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1999

De Wekker | 16 Pagina's