Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Symposium Gemeenteopbouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Symposium Gemeenteopbouw

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zaterdag 9 oktober werd in de Bethelkerk in Veenendaal een symposium gehouden onder de titel: steen voor steen, gemeenteopbouw in de kracht van de Geest. Dit symposium is georganiseerd door de werkgroep gemeenteopbouw, een kring van ca. 25 Chr. Geref. predikanten, die zich intensief met dit onderwerp bezig houden.

Het gaat daarbij niet om een actie- of protestgroep, niet om klonen van Bill Hybels, Nicky Gumbel of Christan Schwartz, noch om mensen die menen dat je geestelijk leven door kunstjes zou kunnen opwekken en organiseren. Het gaat om voorgangers, die zich er zorgen om maken, dat het Evangelie van die „Ene Naam onder de hemel tot behoud" via onze kerken nauwelijks overkomt in de wereld, waarin de Here ons gezonden heeft. De werkgroep heeft daar geen pasklaar medicijn voor. Maar men voelt zich geroepen om samen na te denken over de diagnose en eventuele therapie.

Geen losse flodder
Ds. J. van Langevelde opende het symposium met een uitleg waar de werkgroep voor staat. Het symposium is - najaren van studie en gebed - geboren uit de overtuiging dat het hard nodig is om in bredere kring met elkaar over deze dingen in gesprek te gaan. Daarbij staat het symposium niet op zichzelf. De werkgroep wil ook via andere kanalen een platform bieden voor bezinning, ontmoeting en toerusting.
In een Bijbelstudie over Rom. 1:8-17 wees ds. Van Langevelde op het verlangen van Paulus om de hem onbekende gelovigen uit Rome te ontmoeten. Paulus had van hen gehoord. De kerk van Rome was immers spraakmakend in de hele wereld vanwege haar geloof! Paulus verlangt ernaar om bij te dragen aan de toerusting van deze gemeente. Maar, hij verlangt er ook naar om van hen iets te mogen ontvangen. Die verbondenheid en wederkerigheid, dat delen van dat ene geloof, dat staan op dat zelfde fundament, dat mag kenmerkend genoemd worden voor de christelijke kerk. De gemeenschap met God en elkaar is hartverwarmend én aanstekelijk. Daartoe is er ook dit symposium: om geestelijke gaven te delen tot versterking van het geloof!

Passie voor God
Aad Kamsteeg was gevraagd om vanuit zijn ervaringen met christenen over de hele wereld iets te zeggen over het geheim van een levende gemeente. Onder verwijzing naar o.a. J.I. Packer wordt de zwakte van de orthodoxe kerken getypeerd in het onvoldoende kennen van God zoals Hij is. Er is te weinig ervaring van Zijn kracht; veel kennis over God, weinig kennis van God. Daarom ook een gebrek aan echt berouw, weinig heiliging, maar wel zelfvoldaanheid en matheid. God kennen zet je in beweging. Er ontstaat een heilig verlangen om vervuld te worden door Hem. In de tweede plaats hanteert hij de kreet „Back to basics". Terug naar de wezenlijke zaken.
Waarover gaan de discussies in de kerk? En dat terwijl jaarlijks honderden mensen de kerk de rug toekeren! In het evangelisatiegesprek is er aandacht voor de ruimte van Gods genade. Maar als iemand in de gemeente komt is die ruimte een heel eind voorbij. We moeten leren om meer te leven van Gods liefde tot ons toen wij nog vijanden waren. Goddelijke onvoorwaardelijke liefde. Dat geeft rust, houvast, ruimte. Je kunt je behoud niet verdienen, maar het hoeft ook niet. Het leven der dankbaarheid is totaal iets anders dan aflossen van een morele schuld! Juist die overweldigende liefde van de Here brengt het verlangen naar de heiliging van het leven. Als we ervaren dat en hoe de kloof tussen God en ons is overbrugd, wordt de kloof tussen het Christus willen dienen en kunnen dienen steeds groter.
Als derde aandachtspunt werkte hij het belang uit van het hervinden van de relevantie van het christelijk geloof, juist in het groeien naar het beeld van de Here Jezus Christus. Hierbij verwees hij naar de Redeemer Presbyterian Church in het hart van New York. Door Gods genade mag deze snel groeiende gemeente een middel zijn, waardoor veel jonge buitenkerkelijke hoog opgeleide mensen Christus leren kennen. De vijf door hen gehanteerde beginselen zijn ook in Nederland toepasbaar:
a. Neem het vooroordeel weg, dat christenen de antwoorden van gisteren geven op de vragen van vandaag. De mensen moeten ervaren, dat het Evangelie van beslissende betekenis is voor de hedendaagse levensvragen.
b. Blijf in gesprek met het ongeloof, zodat kerkdiensten betekenis krijgen voor zowel gelovigen als zoekers.
c. Vertrouw erop, dat wie gelooft door de Heilige Geest wordt veranderd. Help elkaar discipelen van Christus te worden. Daarbij zijn kleine groepen onmisbaar.
d. Schep een klimaat, waarin het gemakkelijk is anderen de gemeente binnen te brengen. Pas vormen aan zonder de inhoud te veranderen.
e. Zoek mogelijkheden in de eigen omgeving, om ook d.m.v. werken van barmhartigheid iets van het Evangelie zichtbaar te maken.

Uitdaging
Ds. J.H. Carlier schetste hoe in de afgelopen 50 jaar binnen onze kerken allerlei stemmen hebben geklonken, die op de noodzaak van gemeenteopbouw hebben gewezen. Daarbij is het uiteraard onmogelijk om compleet te zijn. Hij laat een zestal stemmen opnieuw klinken.
In 1955 was het ds. Floor, die met klem de nood van de kerk naar voren bracht. Zij is gedeeld en gescheurd, haar werfkracht is gebroken. Ja, de harten van velen die de kerkbanken vullen zijn koud en leeg. De vraag komt op: „Zijn wij wel werkelijk kerk?" Wat nodig is, is het leven uit de werkelijkheid waar de Heid. Catechismus in v/a 70 over spreekt: Het gereinigd en geheiligd zijn door het bloed en de Geest van Christus!
Ds. Toorman vergeleek de kerk tijdens een ouderlingenconferentie in 1957 met een demissionair kabinet. Nieuwe initiatieven worden niet meer ondernomen... De vaart is eruit... we houden de zaak aan de gang, maar hebben in ons hart eigenlijk geen hoop, dat het veel uithaalt, dat er een bloeiende, fleurige gemeente op komst is.... Hij gaf niet alleen een scherpe analyse, maar ook waardevolle adviezen. De gegevens uit Ef. 4 werden toegespitst naar de praktijk.
Ook ds. W.H. Velema werkte de gegevens van dit schriftgedeelte uit (Ambtelijk Contact, nov. 1963). Zijn inauguratie in 1966 ging over „De geestelijke groei van de gemeente". Steeds heeft Velema het belang van gemeenteopbouw beklemtoond. Daarbij heeft hij telkens getracht tussen de klippen door te varen van zelfgenoegzaamheid „bij ons gaat alles goed, zo is het altijd gedaan" en ongenoegen „de kerk moet een totale herstructurering ondergaan". De koers is telkens afgestemd op bezinning en toepassing van de bijbelse gegevens. Daarbij waarschuwt Velema niet te veel te verwachten van die bezinning en de daaraan ontleende stappen en activiteiten op zichzelf. Hij wijst op de diepe afhankelijkheid van de Heilige Geest. Gemeenteopbouw begint met goed preken, intensief en trouw pastoraat. Het vraagt kritisch zelfonderzoek van ambtsdragers en gemeenteleden.
Ds. T. Brienen vroeg aandacht voor de eigenheid van gemeenten en gemeenteleden. Je kunt niet om de historische wording, geografische ligging en sociologische geaardheid van de gemeente heen. Ds. P. Op den Velde werd genoemd als één van hen, die met klem de samenlevingsvragen op de kerkelijke agenda plaatsten. De kerk is geroepen tot dienst in die concrete wereld.
Tenslotte werd de stem van prof. Versteeg vertolkt, die op bijzondere wijze het „oog voor elkaar" centraal stelde. De Heilige Geest deelt gaven uit aan alle gelovigen. De kerk mag niet het beeld vertonen van een gondel, die met veel moeite door één persoon wordt voortgeduwd. Nee, de kerk is veeleer te vergelijken met een roeiboot, waarbij ieder aan de riemen zit en mee moet roeien. Het ambt is er om de heiligen - toe te rusten - tot dienstbetoon - tot opbouw - van het lichaam - van Christus!

Resultaat?
De grote vraag bij dit alles is: Wat hebben we met deze waardevolle stemmen gedaan? Waarom groeien onze kerken - over het algemeen genomen - niet? In alle voorzichtigheid wees ds. Carlier op een aantal zaken:
1. Het gebrek aan praktische op de situatie toegesneden toerusting aan de gemeenteleden om hun taken te vervullen.
2. Het gebrek aan beleidsvorming in kerkenraden. Waar zijn we mee bezig? Wat zijn de echte problemen? Wat moeten we doen en hoe? Doelgericht en samenhangend bezig zijn. Ook prof. M. te Velde vraagt hier nadrukkelijk aandacht voor „Gemeenteopbouw" deel 3, „Methodisch beleid ontwikkelen in de gemeente".
3. Er is een kloof tussen leidinggevenden en mensen aan de basis van de gemeente. De baptistenpredikant R. Erwich heeft hier onlangs in zijn kringen onderzoek naar gedaan en is daarop gepromoveerd. Hij wijst erop, dat we ernst moeten maken met de belijdenis van „het priesterschap van alle gelovigen". Dat betekent dat je werkelijk de gemeenteleden serieus moet nemen en ieder op ieders niveau werkelijk bij de dingen moet betrekken. „Een gemeenteopbouwproces moet beginnen met een periode van bezinning over het wezenlijke van gemeente-zijn."
4. Van de Duitse theoloog Christan Schwartz kunnen we leren zwakke schakels op te sporen. Hij gebruikt het beeld van een ton met acht duigen, die in hoogte verschillen. De ton is zo vol als de kortste duig het toelaat. De acht duigen of kwaliteitskenmerken zijn volgens hem: toerustend leiderschap, gavengerichte taakvervulling, hartstochtelijk geloofsleven, doelmatige structuren, inspirerende samenkomsten, groeizame gemeentekringen, behoeftengerichte evangelisatie, liefdevolle relaties. De bijvoeglijke naamwoorden zijn hierbij van fundamentele betekenis omdat ze nu juist iets zeggen van het kwaliteitsaspect.
Hoewel Schwartz sterk analyserend werkt vanuit gegevens van honderden gemeenten verspreid over de hele wereld, beklemtoont hij steeds het geheim van de „natuurlijke gemeenteontwikkeling". Naar het beeld van de zaaier (Mark. 4:26vv): de taak van ons is op een verantwoorde manier zaaien en oogsten. Maar wij kunnen de wasdom niet geven. Wij zijn geheel van de zegen van de Here afhankelijk!

Verwerking
Na deze twee lezingen volgden twee rondes waarin 7 workshops bezocht konden worden. Daartussen was een welkome onderbreking voor de lunch en het onderlinge contact.
Bij terugkeer in de kerkzaal werd een zevental vragen voorgelegd aan een zevenkoppig forum. Hierna volgde een slotviering, geleid door ds. M. Groen. Daarbij konden we luisteren naar en meezingen met een zanggroep en fluitisten uit de Bethelkerk, olv. dhr. Art de Jonge, die tevens op voortreffelijke wijze deze dag het orgel van zich deed spreken. Met een veelheid aan indrukken en informatie keren we huiswaarts. We zijn opnieuw uitgedaagd tot bezinning en verwerking. Steen voor steen, en geheel afhankelijk van de Heilige Geest!

Maarssen, ds. L.C. Buijs

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Symposium Gemeenteopbouw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

De Wekker | 16 Pagina's