Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat moet ik hiermee als eenvoudig kerklid?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat moet ik hiermee als eenvoudig kerklid?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Verdieping, de dagelijkse bijlage van Trouw, stond het op 29 oktober met grote letters te lezen: "Archeologen ondergraven fundamenten van volk Israël". Als toelichting stond er: "Na zeventig jaar intensief graven zijn de meeste Israëlische archeologen tot opzienbarende conclusies gekomen: de Israëlieten waren geen slaven in Egypte, zij hebben niet door de woestijn gezworven en ze hebben niet het land (Israël) veroverd. Ook was er geen machtig rijk van David en Salomo. En de Joden ontdekten hun ene God pas laat en niet bij de berg Sinaï. Bekende feiten in de wereld van de archeologen, maar politiek en maatschappij in Israël willen er liever niet van weten."

De beschouwing, die daarop dan volgt, van de bekende en algemeen integer geachte Israëlische archeoloog Ze'ev Herzog zet in met de opmerking: "De meeste wetenschappers in bijbelstudies zijn het er over eens, dat de historische gebeurtenissen met betrekking tot het ontstaan van het Joodse volk grondig verschillen van wat het bijbelverhaal vertelt. Deze archeologische revolutie is nog niet doorgesijpeld in het bewustzijn, maar kan niet worden genegeerd.

Niet van vandaag of gisteren
Deze dingen zijn niet nieuw. Al lang zijn er rond deze dingen tussen archeologen en bijbelwetenschappers discussies gaande. Deze voltrokken zich tot voor kort min of meer buiten de waarneming van de eenvoudige kerkganger. En wat er over doorsijpelde, bracht in elk geval weinig of geen beroering. Dat is anders geworden. Alle producten van wat we geseculariseerde wetenschap zouden kunnen noemen, komen in krant, via radio en televisie dagelijks aan iedereen voorbij en nestelen zich in de denk- en belevingswereld van mensen, tenzij men het zonder dieper doordenken van zich laat afglijden. Maar ook dan kan het mensen op enigerlei manier onbewust beïnvloeden. In elk geval staat vast dat er christenen zijn bij wie de vraag leeft wat men hiervan denken moet en wat men ervan kan geloven. Als we het hebben over kerkverlating, afnemende betrokkenheid bij het kerkelijke leven in het algemeen, situaties van geesteloosheid, ongeregelde kerkgang en wat ons verder in de kerken misschien zorg geeft, moeten we ook in aanmerking nemen dat bij veel meer mensen dan wij vermoeden in diepere lagen van hun ziel de vraag woelt of het met bepaalde dingen toch niet net iets anders ligt dan hun in hun orthodoxe opvoeding vanuit de oude geloofsopvattingen en -tradities is bijgebracht. Halverwege de vijftiger jaren maakte een docent van de Vrije Universiteit in Amsterdam tegenover mij de opmerking dat men aan de VU bezig was een nieuwe visie op de Bijbel te ontwikkelen die de zekerheden, waarin men zich sterk en onaantastbaar waande, onder de Gereformeerde Kerken zou weghalen. In een overrompelend tempo zal die nieuwe visie verwarring teweeg brengen en verlegenheid oproepen. Men zal uiteindelijk niet meer goed in staat zijn de resultaten van het voortgaande Schriftonderzoek op evenwichtige wijze te beoordelen en het goede van het verkeerde te onderscheiden.

We zitten er midden in
Na alles wat in de voorbije tijd over de Christologie aan de orde was en nog steeds is, worden we nu geconfronteerd met de vraag of het Oude Testament in alles, waarin het weergeeft op welke wijze de God van Abraham, Izak en Jakob zijn heil voor mens en wereld in de geschiedenis van het volk Israël bedding heeft gegeven, absolute historiciteit bevat. Staat vast dat niet zoals de resultaten van het archeologisch onderzoek suggereren, in het Oude Testament feit en fictie (in de vorm van nationale, joodse mythe) door elkaar lopen? Kan het waar zijn dat als heel essentieel beschreven gebeurtenissen in de geschiedenis van het volk Israël niet hebben plaats ge vonden? Als het laatste het geval zou zijn, zal Nico ter Linden voor wat betreft het uitgangspunt van zijn boeken zich zeer gesterkt voelen.
Wat hiervan zij, er zijn voor gereformeerde theologen dringende redenen om de kerken aan de basis in de verwarring en onzekerheid die publicaties als waarom het hier gaat veroorzaken, in de verwerking van de vragen bij te lichten en richting te wijzen. In de collegezalen zullen deze vragen ongetwijfeld aandacht krijgen, maar ook de leden van Christus' gemeente hebben er recht op te weten waar we moeten (blijven) staan en welke argumenten er zijn om de overgeleverde vastigheden van het geloof en de visie op de Bijbel niet los te laten. Zou ik onze Oudtestamentici, waarvan onze kerken er maar twee hebben, mogen uitnodigen de kerken hier, in voor ons leken bevattelijke termen, richting te wijzen?

Enkele concrete vragen
Ook van archeologen in Israël mag toch worden aangenomen dat zij onderzoek doen en de resultaten daarvan weergeven op een wijze die wetenschappelijk gezien verantwoord is? Hun intentie kan toch niet zijn bijbelondermijnend bezig te zijn?
Gaan archeologen de grenzen van hun wetenschappelijkheid niet te buiten als zij bij hun constatering, dat hun onderzoek nauwelijks of geen sporen heeft opgeleverd van plaatsen en gebeurtenissen in het Oude Testament, die op bijzondere wijze de geschiedenis van Israël hebben bepaald, de conclusie trekken dat we bij de "verhalen" daarover met nationale mythe van het Joodse volk te maken hebben? Is hierbij niet meer sprake van interpretatie dan van feitelijke vaststelling?
Hoe te denken over de Amerikaan William Foxwell Albright, archeoloog en kenner van de geschiedenis en linguïstiek van het Nabije Oosten, die geloofde in de Bijbel als historisch document, weliswaar meer dan eens geredigeerd, zoals hij het zag, maar wel de oude werkelijkheid weerspiegelend?
Hoe moeten wij, belijders van het gegeven dat de gehele Schrift door God is ingegeven, dat de Heilige Geest hen die het op schrift hebben gebracht heeft geïnspireerd, in ons geloofsleven en vooral ook onder de zondagse verkondiging van het Woord en bij de lezing ervan thuis, met deze dingen omgaan? Voor sommigen misschien geen vraag. Oren toe en ogen dicht voor wat er over deze dingen wordt gezegd en geschreven. Misschien zijn christenen, die dat kunnen, te benijden. Maar bij anderen gaat het anders toe. Hoe te luisteren naar en hoe te preken over de Tien Woorden, als deze niet bij de Sinaï aan het volk Israël gegeven zouden zijn? Hoe naar een preek over Jozefs plaats en taak in Egypte (heenwijzend naar de grote Jozef) als het volk Israël in Egypte niet is verdrukt geweest en zijn persoon en werk op losse schroeven staat? Met ambivalente gedachten en gevoelens naar de verkondiging luisteren mag niet.
Staan wij voor de onontkoombare keuze: vasthouden aan de ons overgeleverde visie op de Heilige Schrift, zoals in onze belijdenissen verwoord, of nadenken over de vraag of deze traditionele visie in het licht van voortgaand wetenschappelijk onderzoek aan bijstelling toe is?
Hopelijk valt er binnenkort iets over in deze kolommen te lezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Wat moet ik hiermee als eenvoudig kerklid?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1999

De Wekker | 16 Pagina's