Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vermanen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vermanen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

N.a.v. 2 Corinthiërs 7:10 - de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering - de droefheid van de wereld brengt de dood.

Heel vaak worden teksten op de klank af geciteerd. Zo ook deze. De betekenis die mij bij preken over deze tekst is bijgebleven is deze: wie echt door God bekeerd wordt krijgt ernstig berouw over zijn zonden. Dan werkt de Heere een droefheid in het hart naar God Zelf. Want dan merkt men dat men God kwijt is door eigen schuld. Deze droefheid werkt een verlangen naar Gods genade. De droefheid der wereld is echter een lege droefheid, want deze mensen leven nog in de wereld zonder God. Dit alles is natuurlijk een bijbelse waarheid, maar is het zo door Paulus bedoeld?

Achtergrond
Wie de tekst leest in de context, merkt dat Paulus het over iets anders heeft. Hij heeft namelijk de gemeente van Corinthe op zeer ernstige wijze tot orde geroepen omdat er een zonde in de gemeente werd getolereerd die funest zou kunnen zijn voor de doorwerking van Gods genade (lees 1 Cor. 5).
Maar nu Paulus door middel van brieven en middels Titus daar zeer ernstig tegen opgetreden is, komt er in Paulus' hart de angst op dat hij te scherp is geweest en dat zijn scherpe vermaning wel eens een averechtse uitwerking zou kunnen hebben. Namelijk dat de gemeente, die toch al negatief over Paulus sprak, nu helemaal voor het Evangelie verloren zou kunnen raken. Daarover zit Paulus in angst: vers 5: ..ons vlees had geen rust of duur- en vers 8: ik heb u door mijn brief bedroefd-..

In 2 Corinthiërs 7 dankt Paulus Gods genade dat zijn scherpe aanpak van de zonde in de gemeente een positieve uitwerking heeft gehad. Titus mocht berichten dat de gemeente zich bekeerd heeft en de zonde heeft weggedaan. Zeker, ze waren diep geraakt, ja bedroefd door Paulus' aanpak. Maar de Heere heeft het alles ten positieve willen wenden en zo is er een geestelijke inkeer gekomen die een bekering tot God heeft uitgewerkt.

Droefheid naar God(s wil)
In de Statenvertaling slaat: 'een droefheid naar God' en in de nieuwe vertaling: 'een droefheid naar Gods wil'. Beide vertalingen zijn mogelijk en vullen elkaar mooi aan. In eerste instantie bedoelt Paulus: jullie zijn door mij bedroefd gemaakt naar de wil van God. Met ander woorden: jullie moesten inzien hoe fout je was, maar mijn tweede bedoeling was dat jullie de Heere weer terugvonden. Je was namelijk door deze zonde God kwijt. Mijn bedroefd maken, zegt Paulus, had tot doel dat de geloofsgemeenschap met de Heere weer hersteld werd. Je zou die droefheid naar God kunnen omschrijven als een spiraal naar Boven. Die droefheid werkt altijd iets positiefs uit: inkeer (NV), bekering (SV). Ook deze beide vertalingen vullen elkaar mooi aan: Paulus scherpe aanwijzing van de zonde had tot doel dat ze daarover tot inkeer kwamen maar ook dat ze zich zouden bekeren tot de Heere.

Hoe heel anders is de uitwerking van de droefheid die de wereld veroorzaakt. Paulus zegt: die droefheid veroorzaakt de dood. Letterlijk: die leid je naar beneden, tot in de dood.
Dat is een rake tekening van de correcties die de wereld toepast. Onze samenleving zit vol mensen die kapotgemaakt zijn omdat hen eens even heel goed de waarheid gezegd werd, die afgerekend werden op die ene fout die ze maakten. Dat is de droefheid die je naar beneden voert, ook in een spiraal, maar dan kapotmakend. Maar geldt dit alleen voor de wereld???

Vermanen?
De vraag die iedereen voelt bovenkomen is: wanneer je ook in Gods kerk ziet dat er veel beschadigde mensen rondlopen, beschadigd doordat hen onverbiddelijk de waarheid gezegd werd. Moet je dan niet concluderen dat we moeten stoppen met elkaar vermanen? Toch zou ik er niet voor pleiten. Juist dit gedeelte laat zien hoe heilzaam een echt christelijke vermaning kan zijn. Dan moet het echter wel 'naar Gods wil' zijn. Dan moeten we elkaar niet eens stevig de waarheid zeggen en zó bedroefd maken dat we in die spiraal naar beneden terechtkomen. Maar we moeten zoeken hoe God het wil, zodat er ook een droefheid naar God uit kan ontstaan.

Echt vermanen zal dan ook alleen kunnen wanneer we onszelf hebben leren kennen voor Gods aangezicht als iemand die slechts van de dagelijkse genade van God in Christus kan leven. Zo iemand is de zelfverheffing kwijtgeraakt bij het kruis. Daar buig je naast de ander en je zegt: aan mij moest zoveel vergeven worden, ik durf je nauwelijks aan te spreken op iets waarvan ik meen dat het schadelijk is in je leven. Toch kan ik het niet laten en daarom ga ik naast je staan als zondaar, zullen we samen Gods weg proberen te ontdekken? Zulke vermaningen zijn naar Gods wil en kan God gebruiken in Zijn heilshandelen om die ander te brengen tot inkeer en bekering, dan is het met recht: een droefheid naar God.

Je beste beentje
U kent het spreekwoord: je beste beentje voorzetten. Fijn als dat ook zichtbaar is in de gemeente. Maar weet u waar de meeste brokken vallen? Wanneer iemand over dat 'beste beentje' struikelt en zich erg bezeert!

G.P.M. v.d. Linden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Vermanen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1999

De Wekker | 16 Pagina's