Verslag van de extra classisvergadering op 3 februari in Aalsmeer

Op donderdag 3 februari kwam de classis Haarlem bijeen voor een bijzondere vergadering. Het grootste deel van de vergadering stond namelijk in het teken van het colloquium doctum van ds. A. Jansen uit Pretoria (Zuid-Afrika) die het beroep naar de gemeente van Aalsmeer heeft aangenomen. Een colloquium (lett. samenspreking), dat gehouden wordt o.a. in het bijzondere geval dat een predikant uit een buitenlandse kerk overkomt naar de Christelijke Gereformeerde Kerken, vereist een zelfde mate van kennis van de predikant als een gewoon peremptoir examen van een kandidaat, en ziet er in grote lijnen dan ook hetzelfde uit.
Tegen de klok van zevenen liep de kerkzaal van Aalsmeer aardig vol met gemeenteleden die hun mogelijk aanstaande predikant wilden ondersteunen met hun betrokkenheid. Ook deputaten art. 49 K.O. waren inmiddels gearriveerd: ds. W.C. Moerdijk, ds. J. Bos en ds. G. van Roekel. Het vereiste attest van de kerkenraad van Pretoria werd in orde bevonden, alsook de brief waarin ds. Jansen officieel liet weten het beroep naar Aalsmeer te hebben aangenomen.
Ds. Jansen begon het colloquium met een preek over het hem opgegeven schriftgedeelte 2 Koningen 5,10-14 over Naäman die zich zeven maal moest baden in de Jordaan, wilde hij gezond worden. Daarna volgden de gebruikelijke 5 maal 15 minuten waarin de vakken Oude Testament, Nieuwe Testament, Leer van de kerk, Prediking en Kerkrecht werden getoetst. M.n. in het blokje over het Oude Testament kwamen verrassende teksten naar voren, waar in de kerken minder vaak over gepreekt wordt: Nahum 1 en Hooglied 1. Ds. Jansen bleek daar echter goed op voorbereid. In het gesprek over de leer van de kerk verplaatste de examinator zich in de rol van een "leergierige catechisant" en ondervroeg de dominee over zaken als de toe-eigening des heils en het duizendjarig rijk.
Daarna was het aan de classis om het colloquium te bespreken en te komen tot een besluit. Deputaten trokken zich daarvoor eerst een moment terug om met een advies te komen. In overeenstemming met dat advies besloot de classis daarop ds. Jansen toe te laten tot de bediening van het Woord en de sacramenten in onze kerken.
In de kerkzaal, waar de gemeente van Aalsmeer met spanning wachtte, werd de uitslag bekend gemaakt. Daarbij werden hartelijke felicitaties overgebracht. Tevens tekende ds. Jansen het ondertekenings-formulier voor dienaren des Woords en werd hem de lastbrief uitgereikt.
Vreugde en dankbaarheid was er uiteraard bij hem (zijn vrouw en kinderen waren nog in Zuid-Afrika), bij de kerkenraad en gemeente van Aalsmeer en de classisafgevaardigden. De preses sprak ds. Jansen namens de classis toe en vervolgens werd het woord gegeven aan deputaat ds. Moerdijk en de voorzitter van de kerkenraad van Aalsmeer, br. Terlouw.
Samen zongen we ter afsluiting van de vergadering Gezang 314 vers 3 uit het Liedboek voor de Kerken, waarna de preses de Here dankte voor zijn zegen deze avond.

Namens de classis,
ds. E.B. Renkema

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen