Deputaten uitgave Kerkorde
Wie zich met kerkorde en kerkrecht bezighoudt, stuit meer dan eens op het woord van Paulus uit 1 Kor. 14:40, dat in de gemeente van Christus "alles betamelijk en in goede orde zal geschieden". Een veel geciteerde tekst, omdat daarin de grondslag verwoord is van de geheel eigen, specifieke orde, die in de loop der eeuwen aan de kerken is gegeven. De diepste gedachte daarachter is immers, dat Christus Koning is over zijn gemeente en dat zijn heerschappij dan ook tot uitdrukking dient te komen in die gemeente. Een kerkelijke orde dient ertoe, ruim baan te maken voor de verkondiging van het Woord, de bediening van de sacramenten en de ambtsuitoefening door ouderlingen en diakenen. Dat is ook de intentie achter onze eigen kerkorde, waarvan kortgeleden een nieuwe editie verscheen. Welgeteld de elfde sinds 1892.
Aanvankelijk leefden onze kerken bij de Dordtsche Kerkorde uit 1619. In de loop der jaren bleek, dat vele artikelen niet meer nageleefd werden: ze waren in onbruik geraakt omdat de historische omstandigheden zich sterk gewijzigd hadden. In 1944 kwam tijdens de synode een instructie ter tafel waarin gevraagd werd om de kerkorde opnieuw uit te geven, aangepast aan de kerkelijke situatie. De synode benoemde daarop deputaten, die de opdracht kregen deze nieuwe uitgave voor te bereiden. Daarmee was het deputaatschap voor de uitgave van de kerkorde geboren. Nadat de kerken zich over de concept-wijzigingen hadden uitgesproken, stelde de synode van Utrecht in 1947 de nieuwe uitgave vast. Om de kerkorde goede ingang te laten vinden in de kerken, verzorgde professor Hovius, voorzitter van het deputaatschap en tevens hoogleraar kerkrecht, in De Wekker jarenlang de rubriek "Toelichting op de Kerkorde".
Deputaatschap
Voorin de kerkorde kan men lezen, wie in het verleden met grote nauwkeurigheid hebben gewerkt aan de samenstelling van diverse edities van de kerkorde. Momenteel telt het deputaatschap vier leden: naast voorzitter professor H.J. Selderhuis en secretaris mevrouw C.Th. Boerke zijn dat de predikanten P.D.J. Buijs en J.C.L. Starreveld. Deze vrij nieuwe samenstelling (sinds de synode van 1998) is verantwoordelijk voor de laatste uitgave van de kerkorde, die in december van de drukpers kwam. Daarin zijn de wijzigingen verwerkt die door de twee laatstgehouden synodes zijn aangebracht.
Uitgeverij
De druktechnische kant van de kerkorde wordt verzorgd door uitgeverij Buijten en Schipperheijn te Amsterdam. Concreet betekent dit, dat zodra het besluitenboekje van de synode is verschenen, de wijzigingen door deputaten worden doorgegeven aan de uitgeverij, die ze verwerkt en een drukproef ter correctie terugstuurt aan deputaten. En bij het corrigeren van een drukproef merk je pas goed, hoeveel (vooral kleine) letters een kerkorde bevat! Gelukkig is de strijd tegen druk- en andere fouten een gezamenlijke strijd, waarin ook uitgever Andries Boertien onschatbare diensten bewijst.
Momenteel wordt in opdracht van de synode opnieuw gewerkt aan een revisie van de kerkorde. Ds. Wagenaar schreef hierover al eerder in De Wekker. Te zijner tijd zal blijken, welke gevolgen dit zal hebben voor zowel de inhoud als het uiterlijk van de kerkorde.
Karakter en gezag
Alhoewel een kerkorde feitelijk slechts een hulpmiddel is voor het kerkelijk leven, is het toch een bijzonder document met een geheel eigen geschiedenis en karakter. De historische wortels ervan zijn tot in de Reformatie terug te vinden. Altijd heeft men geen ander doel voor ogen gehad dan de kerken te dienen met een bruikbare, duurzame richtlijn waarlangs het kerkelijk leven zich kon ontwikkelen. Opvallend is daarbij, hoezeer men met onderscheid wilde spreken en handelen: men maakte bijvoorbeeld onderscheid tussen bepalingen die rechtstreeks aan de Schrift ontleend kunnen worden en bepalingen die zijn opgenomen vanwege de situatie in de kerken. De eerste kunnen niet veranderd worden, de tweede kunnen gewijzigd worden als het welzijn van de kerken daarom vraagt. Dit geeft enerzijds aan, dat de Schrift boven de kerkorde staat. Anderzijds zegt het ook iets over de houding die men innam tegenover de kerken: zij dienden behoed te worden voor een strak systeem van regels, dat als een zware last ervaren zou kunnen worden. Men wilde met zorg en fijngevoeligheid te werk gaan. Het zal de ervaring van velen zijn, dat het niet eenvoudig is daarin altijd te slagen. Omgaan met een kerkorde blijft werk van mensen. Werk dat gelukkig wèl te toetsen is: aan de normen van Schrift en Belijdenis, en in de kerkelijke vergadering.
Naleving
Een kerkorde is er om nageleefd te worden. Vanzelfsprekend is dat niet. Niet zonder reden heeft de synode deputaten voor de revisie van de kerkorde gevraagd zich juist op dit punt nadrukkelijk te bezinnen. Calvijn, die voor Genève zelf een kerkorde ontwierp, heeft de naleving ervan ooit "een plicht van wederzijdse liefde" genoemd. Dat is een plicht, die eigen voorkeur of mening overstijgt, omdat zij gedaan wordt uit liefde voor Gods kerk. En juist omdat zij gedaan wordt uit liefde, wordt zij niet als plicht ervaren, maar van harte gedaan. Daarmee komt de diepste intentie van een kerkelijke orde pas goed tot haar recht.
Namens deputaten,
Chr. Boerke, secr.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 2000
De Wekker | 16 Pagina's