Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theologisch onderzoek (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theologisch onderzoek (3)

Internationalisering vanuit de Nederlandse situatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het rapport van de onderzoekscommissie staan nog enkele zaken die nadere overweging verdienen. De relatie tussen theologie en een pluralistische cultuur werd naar voren gebracht. De commissie was van oordeel dat het beroep op de identiteit van de gereformeerde theologie zou kunnen leiden tot een al te enge opvatting ervan. Daarmee is inderdaad een mogelijkheid aangeduid, die heel verschillend beoordeeld kan worden. Concentratie op de gereformeerde theologie, voornamelijk zoals zij vanuit de traditie tot ons komt, kan leiden tot een zekere enghartigheid. Maar die opstelling zou dan tegelijk een verarming betekenen van wat men gewoonlijk onder deze gereformeerde theologie verstaat.

Het gevaar daarvoor is levensgroot aanwezig, wanneer we ons alleen laten leiden door de ontwikkelingen die zich in Nederland hebben voorgedaan. Onze eigen geschiedenis is hier aan de orde. Onze kerken zagen zich in het tijdsbestek van een eeuw geconfronteerd met drie of vier fasen in de ontwikkeling.
De eerste was die van een antithetische houding tegenover de Kuyperiaanse theologie. Kuypers kerkelijk streven werd onderbouwd door een eigensoortige theologische positie: hij trachtte de oude gereformeerde theologie in rapport te brengen met het denken van de eeuw. Zo zijn bij hem twee lijnen op te merken. De eerste knoopt aan bij de theologie van de zeventiende eeuw, orthodoxe, scholastieke gereformeerden theologie. De tweede poogt aansluiting te vinden bij het eigentijdse denken. Dit streven bracht met zich mee, dat er een zekere herkenning plaats vond van de thema's van de gereformeerde theologie uit de 'bloeitijd van de gereformeerde theologie'. Kuyper wist dit element vooral in zijn meditaties te brengen in een mystieke verwoording, waarin de emoties van eenvoudige vromen in het land weerklank vonden. Daarnaast was er tegelijk sprake van een streven waarin de breedheid van zijn denken zich kon uiten. Gereformeerde theologie werd tijdens dit proces omgevormd tot een neocalvinisme, dat verzet opriep, ook binnen onze kerken. Onze kerken leefden in de eerste tijd voor een belangrijk deel uit een negatieve houding ten opzichte van deze ontwikkeling.
Een tweede periode is te onderscheiden, waarin deze antithetische of anti-Kuyperiaanse tendens vervangen werd door het streven om zelfstandig en positief de theologie te beoefenen. We dienen hier de naam van prof. M. van der Schuit te noemen. Hij trachtte de tendens van het gereformeerde denken in ons land, vanuit onze eigen kerken te begeleiden met een eigen positiekeuze: verbond en psychologie kregen in zijn benadering een belangrijke plaats. Geen Kuyperiaanse verbondsopvatting, evenmin een terugval in de scholastieke theologie, zoals bij Kersten, maar een oriëntatie op de Reformatie zelf.
Deze tendens werd in een derde periode gevolgd door een bewuste toenadering tot Calvijns theologie, zoals in een volgende fase is aan te wijzen. De Reformatie zelf kwam opzettelijk binnen de gezichtskring. Maar ook deze lijn werd voortgezet in een vierde episode waarin door sommigen met kracht geprobeerd werd om aansluiting te vinden bij de thema's aangereikt door de Barthiaanse theologie. Inmiddels blijkt dit ook al weer een achterhaald streven. In de geschiedenis van de theologie gaat de tijd bijzonder snel. Vergeleken met wat er vandaag op de markt is, is het Barthianisme bijna als een weldaad te beschouwen. De verwarring der geesten is groot. Een libertijnse theologie heeft binnen de gereformeerde wereld post gevat. De betrouwbaarheid van de Schrift, de volle betekenis van de leer der genade en de waarde van een kerkelijke theologiebeoefening heeft zij ver achter zich gelaten.
We spreken over deze dingen vanuit de Nederlandse situatie. Deze heeft in het verleden ook buiten ons land de theologische wereld beïnvloed. Binnen de gereformeerde oecumenische wereld hadden Nederlandse theologen een boodschap, waarnaar geluisterd werd. Maar het was een eigen wereld, die ook haar beperkingen kende. Zij behoort grotendeels tot het verleden. Des te sterker wordt de behoefte gevoeld om samen met allen die het gereformeerde erfgoed willen bewaren de vraag onder ogen te zien, hoe de vitaliteit van de gereformeerde theologie opnieuw zou kunnen blijken.

Internationalisering in mondiale verhoudingen
Op dit punt zou wellicht het theologisch onderzoek, zoals het in Apeldoorn wordt beoefend, een rol kunnen spelen. Het lijken grote woorden, die we hier gebruiken. Is het geen vermetelheid om aan te nemen dat een kleine theologische faculteit een taak toebedeeld krijgt die buitengewoon omvangrijk is?
Dit zou zonder meer het geval zijn, wanneer we vandaag voor het eerst de idee van het internationale karakter van de gereformeerde theologie zouden proclameren. Maar zo is het niet. Al in de eeuw van de Reformatie was er sprake van een sterke tendens, om internationaal samen te werken. We hoeven daarna maar te denken aan de zeventiende eeuw om ons bewust te worden van het internationale karakter van de gereformeerde theologie. Er bestond een netwerk in heel West-Europa van universiteiten, waarin dezelfde leer in allerlei variaties werd doorgegeven. Niet voor het eerst krijgt de gedachte van een internationaal gebeuren binnen de gereformeerde theologie gestalte. We denken vandaag aan relaties met Amerikaanse faculteiten, met universiteiten in het verre Oosten, waar de kracht van de gereformeerde theologie op bijzonder sterke wijze gekend en gepromoot wordt.

Samenwerking dicht bij huis
En waarom zouden we meteen zo ver van huis gaan. Ook in de Nederlandse verhoudingen is samenwerking een eerste vereiste. Enige tijd was er sprake van een nauwer samengaan van Kampen II en Apeldoorn voor wat de huisvesting betreft. Van groter betekenis nog dan de problematiek van de huisvesting van de universiteiten is die van de kwaliteit en het soortelijk gewicht van de theologiebeoefening aan de twee instellingen. Zo veel is zeker dat zowel Kampen II als Apeldoorn uit principe kiezen voor een specifieke beoefening van de gereformeerde theologie. Deze dient dan geïnspireerd te zijn door de enorme krachten die in de traditie opgesloten liggen en die in hun aard en wezen aansluiten aan de behoeften en actuele vragen van de hedendaagse theologiebeoefening. In dit stuk van zaken dient de aansporing van de commissie van onderzoek alleen maar tot de bevestiging van wat zeker onder ons als noodzaak geldt: samenwerking op die gebieden, waar het maar mogelijk is; verbinding van krachten die beschikbaar zijn; het ontwerpen van een strategie waarbij theologisch onderzoek gestimuleerd wordt in een richting die aansluit aan het verleden, maar ook voorziet in de vragen van het heden; daarbij een 'internationalisering', die niet slechts bestaat in de export van Nederlandse gereformeerde theologie, maar die ook openstaat voor de verwerking van problemen die in de mondiale verhoudingen van vandaag acuut zijn. Met andere woorden: het commissierapport over theologisch onderzoek in Apeldoorn kan opgevat worden als een stimulans voor wat al aanwezig is, omdat het gegeven is met de internationale aard en wezen van de gereformeerde theologie zelf. Zij kan en wil een rol spelen bij de bestudering van gewichtige hedendaagse themata.

Theologische onderwerpen
Wat zouden we er mee gebaat zijn, wanneer juist hier een vorm van samenwerking kon worden gevonden. We denken daarbij dan niet in de eerste plaats aan de twee eerste onderwerpen, die de commissie ons heeft aanbevolen. Het eerste is dat van de verhouding van schepping en maatschappij. Het tweede onderwerp dat de commissie aan de hand doet is dat van de plaats van de vrouw in de zending.
Het eerste is van betekenis voor de opvatting van de 'scheppingsordeningen' voor het maatschappelijk leven. We hebben daarover voldoende literatuur binnen de Nederlandse context. De kwestie vereist een stevig theologisch-ethisch onderzoek, een heroriëntering in een veranderende wereld. Het tweede thema is inderdaad van praktisch belang binnen de zendingssituatie, maar is daardoor ook juist beperkt. Bijzonder belangrijk is wel de zaak van de bijdrage van gereformeerde wijsgeren en theologen aan de vragen die zich voordoen in de hermeneutiek. Het gaat daarbij in feite om een filosofische problematiek, die voor elke theoloog, wanneer hij tenminste wil denken, van eminent belang is. De zaak speelt waarlijk niet alleen binnen de theologie. Zij hoort thuis in vrijwel alle moderne wetenschappen. Wat is de sleutel tot het openen van de deur van werkelijk inzicht? Er zit hier een wijsgerige kant aan - zij valt onder de kentheoretische vraagstukken - en tegelijk een psychologische. De moderniteit van deze thematiek lijkt echter slechts bijkomstig, vooral gezien de vormen waarin de hermeneutiek al in de middeleeuwen en ook daarna binnen de gereformeerde traditie een rol heeft gespeeld.
Het vraagstuk is in onze snel veranderende wereld omvangrijk en verdient een brede interdisciplinaire belangstelling. Deze kan echter gerealiseerd worden door een gezamenlijke aanpak. Het probleem is van fundamentele aard voor het verstaan van de Schrift en haar uitleg ten overstaan van de geweldige vraagstukken van onze eigen tijd. Gelukkig is er een stelling, die binnen ons eigen belijden een weg wijst: de Schrift legt zichzelf uit. Haar gezag berust op inzicht dat ontspruit aan openbaring van boven. 'Vlees en bloed' beërven ook in de hermeneutiek het Koninkrijk Gods niet. Kan daarom de gereformeerde theologie geen overtuigende, en dus ook geen echte theologie zijn? Het zij zo. Voor ons betekent dit niet dat zij geen wetenschap zou kunnen zijn. Laat zij getuigen van wat wij weten. De belijdenis over de Heilige Geest verzekert ons dat het aan Hem toekomt om te overtuigen en daarbij elke hermeneutische cirkel te doorbreken.

W. van 't Spijker

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 2000

De Wekker | 16 Pagina's

Theologisch onderzoek (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 2000

De Wekker | 16 Pagina's