Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De opstanding als geloofsrealiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De opstanding als geloofsrealiteit

Een goddelijke verborgenheid

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als we de berichten van de evangelisten inzake de opstanding van Jezus Christus nader bezien, moet het ons opvallen, dat het gebeuren van de opstanding zelf ons niet beschreven wordt. Bij de beschrijving van de opwekkingen van doden door de Heiland wordt ons vrij nauwkeurig vermeld hoe dat in het werk ging. De opwekking van het dochtertje van Jaïrus wordt ons beschreven in Markus 5 en Lukas 8. Toch lezen wij in die geschiedenis van beperkende maatregelen die de Heiland neemt voor Hij het kind ten leven wekt. Slechts een zeer kleine kring van getuigen wordt deelgenoot gemaakt van dit gebeuren. Maar de opwekking is niet aan de ogen van getuigen onttrokken. Zij zagen hoe Jezus de hand greep van het meisje en haar ten leven riep.

De opwekking van de jongeling te Naïn is evenmin in een hoek geschied. Als de uitgebreide rouwstoet stuit op de stoet van Jezus omstuwd door discipelen en schare. In Lukas 7:11 e.v. staat onomstotelijk vast dat er zeer vele getuigen zijn van Jezus' machtvol spreken waarmee Hij de jongeling toeroept: Ik zeg u, sta op!
De opwekking van Lazarus heeft evenzeer een duidelijk publiek karakter. Hier vallen in Johannes 11 een aantal zaken duidelijk op, o.a. de betekenis van deze opwekking voor de schare, als goddelijke legitimatie van Jezus' zending (vgl. Joh. 11:41b-42). Opnieuw horen wij van het machtvolle ten leven roepen door de Heiland. En in deze situatie betreft het niet een pas overledene, of een dode op weg naar de begraafplaats, maar één die reeds vier dagen in het graf gelegen heeft. Tevens vallen ons de verschillende reacties op. Er zijn er die in Hem geloven. En er is een categorie die zich sterk gaat maken voor de voltrekking van het doodsvonnis over de Heiland en dan moet en passant ook Lazarus uit de weg worden geruimd, zo menen sommigen.
Deze drie opwekkingen uit de dood dragen in meerdere of mindere mate een publiek karakter. Het zijn tekenen van het Rijk Gods dat in Jezus present is. Het betreft hier goddelijke legitimatie van Zijn Zending.
De intimiteit van de eigenlijke opstanding op de Paasmorgen mag dan ook zeer opvallend heten. Inzake de Opstanding op de Paasmorgen horen wij wel van de begeleidende omstandigheden, voor en na het ultieme moment in de heilsgeschiedenis. We horen van de aardbeving, de dodelijk verschrikte soldaten en hun vlucht bij het graf vandaan. We horen van de engel en de vrouwen, de discipelen. Maar wat zich exact voltrokken heeft in de Hof van Jozef van Arimathea op het moment van de opstanding zelf onttrekt zich aan onze waarneming. Mattheus 28 beschrijft de aardbeving, de engel die de steen afwentelt van het graf en daarop plaats neemt. Markus 16 maakt melding van het open graf waarin een engel aan de vrouwen het opstandingsfeit meedeelt. Lukas 24 maakt melding van het open graf dat de vrouwen aantreffen en de opstandings-boodschap die zij ontvangen van twee boden. Ook Johannes 20 maakt melding van het open graf zonder steen, maar verhaalt tevens uitdrukkelijk de grote orde die in het open graf heerst. Let op het detail van Joh. 20:7. Hier is absoluut geen sprake van lijkroof.
Hoe het precies is toegegaan bij de feitelijke opstanding van Jezus Christus in de hof van Arimathea wordt ons niet verhaald. Mogelijk dringt zich de vraag op: is het ontbreken van materiaal op dit punt nu geen groot gemis? Komen wij daardoor niet in verlegenheid?
Laten wij allereerst oog houden voor de goddelijke en volstrekt heilige intimiteit van wat zich op die Eerste Dag der week voltrokken heeft. Dat zijn heilige handelingen Gods. Het raakt op het allernauwst de verhouding van Vader, Zoon en Heilige Geest. Bij dit geweldige gebeuren, was niemand van ons mensenkinderen present. Dat hoefde ook niet. Want de Getuige bij uitstek Jezus Christus heeft Zichzelf levend aan Zijn discipelen vertoond en heeft hen nog veertig dagen onderwijs gegeven.
Het ontbreken van enige poging in de evangeliën om dit ultieme gebeuren zelf in te vullen, verhoogt juist de geloofwaardigheid. Er wordt niet gespeculeerd. Wat God ons mensen wil laten weten, dat wordt doorgegeven. Voor de grenzen van het goddelijk heilgeheim van de Opstanding wordt halt gehouden.
Deze intimiteit is op het allernauwst verbonden met de doorbraak van de Nieuwe Aeoon. Een stuk van de eeuwigheid en hemelse heerlijkheid breekt door op de aarde. Het is nu anders dan voorheen! Deze opstanding in de hof van Jozef van Arimathea is geheel eigensoortig. Het betreft hier de Opstanding als ultieme daad van God. Die opstanding wordt ons niet rationeel verklaard, maar van Godswege verkondigd.

Een 'gelovige' onverschilligheid?
Mogelijk dringt zich de vraag op of het er dan niet toe doet wat er gebeurd is en of het wel echt gebeurd is? Rond deze vragen zitten er heel wat adders onder het gras. Sommigen willen ons doen geloven, dat zij er niet koud of warm van worden of het allemaal echt gebeurd is of niet. Men ziet dan neer op mensen die zich daar nog druk om maken. In deze zaken doet weten of niet weten volgens hen niets toe of al aan de betekenis voor het geloof.
We hebben immers in de evangeliën de neerslag van het geloof.
Zo komt de verkondiging, de boodschap tot ons. Daar kun je niet achter zoeken, daar kom je immers niets verder mee.
Dit appèl op het naakte geloof heeft ogenschijnlijk iets aantrekkelijks. Niet zien en toch geloven. Maar als je verder doorvraagt naar de geloofsinhoud bij velen die dit beweren, steken er toch andere dingen achter, die op zijn minst zeer bedenkelijk mogen heten. Je proeft dan al gauw, dat dit beroep op geloof voor velen een alibi blijkt te zien, om niet te hoeven vasthouden aan de heilsfeitelijkheid van de opstanding.
Want wat zich daadwerkelijk voltrokken heeft in de hof van Jozef van Arimathea, onttrekt zich immers aan onze waarneming. Dat doet er dan ook verder niet toe voor de inhoud van ons geloof. Een leeg graf bewijst immers nog niets! Dat zegt toch immers niets over de oorzaak? Ondertussen wil men proberen duidelijk te maken, dat het echte geloof niet stoelt op heils-historische feiten. Voor velen is dat en passant een vrijbrief om op eigen wijze om te gaan met al datgene wat in de Schrift haaks staat op de moderne visie op natuur en wetenschap. Spreken wij nog dan nog over hetzelfde geloof? Of gebruiken, mogelijk beter misbruiken, wij het woord geloof om duidelijk te maken, dat het niets meer uitstaande heeft met het stellig weten en voor waarachtig houden van Gods openbaring (vergelijk Zondag 7 van de Catechismus)?

Een vaste geloofsrealtiteit!
Wie geloof verlaagt tot (slechts) een persoonlijke overtuiging, die niet (zozeer) stoelt op Gods eigen openbaring en Zijn heilshandelen, heeft in feite gebroken met het christelijke geloof. Dan wordt de belangrijkste Getuige van de opstanding, de Heiland Zelf buiten spel gezet.
Hij wil anno 2000 niet minder dan op de eerste Paasdag geloofd worden, als de Opgestane. Hier staat de eer van de Drieënige God op het spel. Het gaat in de Opstanding om het machtvolle handelen van de Levende God. Het gaat om het heil van ons mensen. De opstanding predikt immers de Vaderlijke acceptatie van het heilswerk van Zijn Zoon. De opstanding is goddelijke proclamatie van de effectieve verzoening. De opstanding is de doorbraak van het nieuwe leven dat uit God vloeit en tot Hem weerkeert. De opstanding is heilige belofte van Gods grote Toekomst.
Of dat nu allemaal zoveel verschil maakt? Het is het verschil tussen stikdonker en helder licht. Het is het verschil tussen dood en leven, tussen ongeloof en geloof. Wat moderne mensen ook zeggen, voor God is het niet om het even wat er gebeurd is in de hof. Het is Gods eer te na hier ruimte te geven voor onze menselijke invulling. De Heiland heeft Zijn discipelen bijzonder op Pasen en de dagen daarna geleerd de Schrift te lezen met het oog op de lijdende Knecht en met het oog op Gods heilsplan. Het is Gods bedoeling, dat de apostelen juist oog- en oorgetuigen van de opstanding van Jezus Christus zijn. Laten wij Handelingen 1:1-3 nog maar eens goed op ons laten inwerken. Jezus heeft Zich levend vertoond aan de apostelen. Er zijn vele kentekenen. De apostelen hebben hun Heiland niet even vluchtig gezien, als in een soort geestesvervoering. Het is een intensieve veertig dagen-tijd geweest van omgang met en onderwijs door Hem met zicht op het Koninkrijk Gods .
Enerzijds is er een heilige afstand en grote eerbied. Maar er mag ook worden getast en gevoeld! Een mensenhand in zijn doorboorde zijde. Ogen van leerlingen, die de tekenen in Zijn handen ontdekken, bij het breken van het brood. Als de Levende geeft Hij hemels onderwijs in Zijn dood en Opstanding. Het mag en moet duidelijk worden voor de apostelen en voor de wereld: 'de Heere is waarlijk opgestaan!' Geloof in de Opgestane is geen ideologisch model, geen projectie van de mens, maar vertrouwen op Gods concrete verlossende heilshandelen in Jezus Christus. Er is een beslissend gat in de dood geslagen. Van daaruit bloeit het leven open, nu en voor eeuwig. 'Dwars door de dood neemt Hij ons op in Zijn schoot', want de zondeschuld is verzoend, dat zal doorwerken tot in ons vlees en bloed toe!
Zalig wie gelooft! Glorie zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

T.M. Hofman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 2000

De Wekker | 16 Pagina's

De opstanding als geloofsrealiteit

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 2000

De Wekker | 16 Pagina's