Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wedergeboorte en kerkelijke identiteit (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wedergeboorte en kerkelijke identiteit (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de vraag: 'Wat is Christelijk Gereformeerd?' is in onze kerken in de loop der jaren heel wat gezegd en geschreven. Op een aantal niveaus is te spreken over onze kerkelijke identiteit. Wat echter altijd ter sprake komt en ook moet komen is het besef dat in onze kerken begrepen is dat een mens wedergeboren moet worden. Zonder de levendmakende kracht van de Heilige Geest, die het Woord van God als een zaad der wedergeboorte gebruikt, kan een zondig mens, ook een kerkmens, niet zalig worden. Als dat in de prediking niet doorklinkt, of meeklinkt, gaat er iets wezenlijk mis.

Christelijke gereformeerde specialiteit?
Sinds een groot aantal jaren is dit onderwerp onderwerp van gesprek geweest in reeksen samensprekingen tussen christelijke gereformeerden enerzijds en nederlands gereformeerden en vrijgemaakte gereformeerden anderzijds. De vragen die daarbij aan de orde zijn gekomen werden meestal samengevat onder het hoofd 'toeëigening des heils'. Een reeks onderwerpen bleek onder dat hoofd met elkaar samen te hangen. Het ging over de visie op het verbond der genade, op het tweeërlei kindschap van God (als verbondskind, en als kind van God krachtens de genade in Christus die ons leert 'Abba, Vader' te zeggen), op het werk van de Heilige Geest door het Woord of ook mèt het Woord, op de aanspraak van de gemeente als lichaam van Christus (betekent dat een kijk op de gemeente alsof het geloof wel het deel van allen zal zijn, of niet?). In deze vragen komt telkens dat ene punt terug: de noodzaak van wedergeboorte, of anders gezegd: de noodzaak van het kennen van een bekering, waarin we van natuurlijke mensen veranderd zijn tot mensen die de Here Jezus Christus hebben nodig gekregen.
Het heeft er wel eens de schijn van gehad, dat het een wat specifiek christelijke gereformeerde overtuiging was die hiermee werd voorgestaan. Mede met het oog op het besef van déze noodzaak, die in de prediking niet gemist kon worden, was het voor onze vaderen in 1892 niet mogelijk met de vereniging tussen Afgescheidenen en Dolerenden mee te gaan. Ook later hebben christelijke gereformeerden elkaar daarin dikwijls kunnen herkennen. Als het werk van de Heilige Geest ter sprake kwam als een levendmakende genade in het persoonlijk geestelijk leven van een mens, dan resoneerde de prediking in de harten. Dan was het goed. En als dat element ontbrak, dan was het, of dan leek het, gereformeerd. En dat was niet best.

En de zaak van de eenheid dan?
Terecht hebben generale synodes gedurende vele jaren haar deputaten voor de eenheid van de gereformeerde belijders opgedragen in de samensprekingen aandacht aan dit punt te besteden. De prediking was hierbij in het geding. En daarmee de levensader van de kerk. In de prediking ligt immers de voeding en de levensbron van de gemeente. Waar de prediking geen voeding meer geeft uit het Woord, afgestemd op de werkelijkheid van de gemeente, zal de gemeente verdorren tot een levenloos lichaam. Wie de rapportages aan de opeenvolgende synodes van bijvoorbeeld de laatste twintig jaar heeft gevolgd kan nagaan hoe grote aandacht hieraan steeds is gegeven. Daar moet nog wel iets bij worden opgemerkt. Immers, niet alleen de diepe overtuiging dat de zaak van de wedergeboorte in de prediking thuishoort werd door de kerken gedeeld, óók de overtuiging dat er een roeping vanwege de Here is om de eenheid te zoeken van allen die hetzelfde geloof belijden. Immers, de kerk is niet onze eigen zaak. We belijden met de kerk' van de Reformatie dat Christus zijn gemeente vergadert (zondag 21 Heid. Cat). Dat is één kerk, en niet een veelheid van kerken. Daarmee ligt dan meteen het geweldige probleem van de verdeeldheid en de verscheurdheid van de kerk voor ons. We kunnen daar alleen maar heel ootmoedig het hoofd bij buigen, want niet de Here, maar de mensen zijn daar de oorzaak van.
Gehoorzaam zijn aan de Here betekent dan dus ook, dat wij met grote toewijding en inspanning wegen naar eenheid zoeken. Ook dat hoort bij de identiteit van de kerk! Bewogen zijn met de eenheid van de kerk. Vandaar het vele werk dat door de jaren heen door het deputaatschap voor de eenheid van de gereformeerde belijders is gedaan. En daar mag wel aan worden toegevoegd: de inspanning van veel plaatselijke kerken om gemeenschap met anderen te zoeken.
We kunnen zeggen: de Here heeft ons daarin zeker gezegend.
De generale synodes van Zierikzee in 1995, en die van Haarlem-Noord in 1998 hebben zich daar mee bezig gehouden en hebben ook van grote dankbaarheid gesproken. De samensprekingen met de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt) hebben immers een grote mate van overeenstemming laten zien, waarbij vooral het punt van de toeëigening des heils van groot belang was.¹ De vervolgopdrachten die eraan verbonden zijn maken duidelijk, dat we er nog niet zijn. Ze maken ook duidelijk dat we voor Gods aangezicht niet kunnen verantwoorden de bereikte overeenstemming te laten liggen zonder er mee verder te gaan.
Het gaat me er nu niet om allerlei details uit de besluitvorming van onze synode op te halen, of uit de besluiten van de vrijgemaakt gereformeerde synode. Ik wil slechts proberen duidelijk te maken hoe het spoor van de gehoorzaamheid aan de Here twee rails kent, die beide met de identiteit van de kerk te maken hebben, en die beide jarenlang zijn gekoesterd. De ene is de genoemde overtuiging omtrent de wedergeboorte. De andere is de genoemde overtuiging betreffende de roeping tot eenheid.

Wedergeboorte of eenheid - geen dilemma
Wanneer de synode van onze kerken opwekt ook plaatselijk ernst te maken met de eenheid, komen er soms reacties van ambtsdragers en gemeenteleden die de teneur hebben van: Als we eenheid zoeken met anderen verspelen we de erfenis van onze kerkelijke identiteit, en met name de zaken die in de prediking in onze kerken van zo grote betekenis zijn geweest. De overtuiging die daarin klinkt, is dat we als kerken gevaar lopen iets kwijt te raken, wat niet slechts voorheen, maar wat ook in onze eeuw van groot belang is.
Ik ben ervan overtuigd, dat we een dergelijke vrees serieus moeten nemen. Zelfs die broeders kan ik wel begrijpen, die zeggen: 'Wanneer in De Wekker de eenheid van de kerk als een roeping van godswege wordt aangeduid, weten we blijkbaar niet meer waarom we christelijk gereformeerd zijn.' We kunnen het alleen met zulke geluiden onmogelijk eens zijn. Want daarin lijkt het alsof het per se een keuze is: òf we staan in de overtuiging waarom we christelijk gereformeerd zijn, en dan gaan we het zoeken naar eenheid met anderen uit de weg; òf we zoeken eenheid, in de lijn van de geopende deuren, met de vrijgemaakten dus, en dan raken we onze bijbelse prediking kwijt.
Nogmaals - ik kan de argwaan die uit een dergelijke opstelling spreekt, wel begrijpen, maar ik denk dat de synode terecht een andere weg wijst. Nog liever zeg ik: het is in de lijn van Gods Woord dat we hier moeten letten op een weg, die nog verder omhoog voert. Dat is namelijk de weg van het vasthouden aan beide: het bewaren van wat ons is toevertrouwd, èn de weg van de eenheid.
De besprekingen hebben uitgewezen dat die weg bestaat. Zo mag het ook uit de besluitvorming van de synode worden afgeleid, tegelijkertijd moet worden gezegd, dat er een serieuze opdracht ligt om het spoor van beide rails verder te gaan. Zowel landelijk als plaatselijk is daarbij nog wel het een en ander te doen. Wanneer de Here ons op dat spoor heeft gezet - en dat mogen we geloven; het is verrassend genoeg, dat er een zo grote voortgang in de gesprekken werd geboekt! - dan zal het ook de moeite waard zijn ons er in alle ootmoed voor in te spannen...

Verrassende geluiden...?
Ik wil in een volgend artikel nog wat nader in gaan op het gegroeide verschil in het spreken over wedergeboorte bij vrijgemaakte gereformeerden en christelijke gereformeerden, en ook op de gegroeide overeenstemming. Nu haal ik slechts enkele passages aan uit de rapportage van de vrijgemaakte deputaten aan hùn synode, over de toeëigening van het heil. Een rapportage waar onze synode - begrijpelijk - dankbaar voor was.²
'De weldaden van Christus zijn niet los verkrijgbaar. Ze worden slechts ontvangen, wanneer Christus ons deel is en wij de persoonlijke band met de Here Jezus kennen. Daarop is dan ook het werk van de Heilige Geest in de toeëigening allereerst gericht. Het gaat Hem erom, dat wij Christus kennen (Joh. 17:3), ja, dat het leven ons Christus is (Fil. 1:21).' (blz. 46v)
'De manier waarop de mens zich het heil in Christus toeëigent, is die van het geloof. Zondag 25 zegt terecht dat alleen het geloof ons aan Christus en al zijn weldaden deel geeft. In zondag 23 lezen wij dat wij de gerechtigheid van Christus niet anders dan door waar geloof kunnen aannemen en ons toeëigenen. (...) Het is de heilige Geest die ons Christus doet kennen (Ef. 1:17). Hij is het die in ons hart waar geloof ontsteekt, zoals Artikel 22 N.G.B. zegt. Wanneer onze belijdenis over de toeëigening van het heil spreekt als iets dat de gelovige doet, zal steeds bedacht moeten worden dat die van a tot z vrucht van de Geest in en aan ons is. Het is God, die zowel het willen als het werken in ons werkt naar zijn welbehagen. (Fil. 2:13).' (blz. 47).

J.W. Maris

¹ Dat tegelijkertijd de op eenheid gerichte gesprekken met de Nederlands Gereformeerde Kerken veel moeilijker verliepen, en zelfs werden beëindigd, was een moeilijke zaak. In dit artikel gaat het daarover niet. We vergeten het niet, en klaar zijn we er ook niet mee in onze kerken.
² De aanhalingen zijn uit Werken aan eenheid. Deputaten Kerkelijke Eenheid van De Gereformeerde kerken in Nederland. Uitgave De Vuurbaak, Barneveld 1997

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 2000

De Wekker | 16 Pagina's

Wedergeboorte en kerkelijke identiteit (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 2000

De Wekker | 16 Pagina's