Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De quaestor van de Generale Synode: een deputaatschap van één man

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De quaestor van de Generale Synode: een deputaatschap van één man

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als quaestor (penningmeester) van de Generale Synode is mij gevraagd iets te schrijven over de financiële kant van de G.S. Dit in het kader van het werk van de Deputaatschappen. Want in feite ben ik een Deputaatschap van één man.

Laat ik wat onbescheiden beginnen, namelijk met mezelf. Door de Synode van Haarlem-Noord ben ik in 1998 tot quaestor benoemd, nadat broeder J. Boer kort na zijn benoeming plotseling was overleden. Als 2e quaestor werd benoemd mr. J. Boer, een zoon van hem. Omdat ik jarenlang Deputaat Financiële zaken ben geweest, waren de kerkelijke financiën en de gang van zaken niet vreemd voor mij, waardoor ik de zaken snel kon overnemen. Mijn vrouw en ik komen allebei uit een familie die reeds tientallen jaren Christelijk Gereformeerd was. Wij zijn beiden door wijlen Ds. S. van der Molen in Rotterdam-Centrum gedoopt. (Vanwege de door de oorlog verwoeste kerk aan de Jonker Fransstraat in het Gereformeerde kerkgebouw.) Genoeg over mijzelf.

Inkomsten
Het gevaar bestaat dat het verhaal over de financiën een dorre opsomming van allerlei regelingen en feiten wordt. Daar zal wel niet aan te ontkomen zijn, maar ik probeer er iets meer van te maken. De vermelding van een paar feiten is echter nodig om enig inzicht te verkrijgen in de gang van zaken.
Hoe komt de kas van de Generale Synode aan geld om aan haar verplichtingen te voldoen? Er wordt immers niet apart voor de Generale Synode gecollecteerd. En welke verplichtingen zijn er zoal?
Zodra u uw bijdrage aan de plaatselijke kerk hebt gegeven begint het kerkelijke geld te rollen. Vanuit uw bijdrage wordt namelijk door alle plaatselijke kerken een bedrag per lid/dooplid aan de penningmeester van de classis betaald. Deze penningmeester betaalt op zijn beurt een bedrag per lid/dooplid aan de financiële man van de Particuliere Synode, waaronder de classis valt. De penningmeesters van deze Particuliere Synoden sluizen die bijdragen weer door naar de Generale Synode.
Een logische vraag is: waarom betalen de plaatselijke kerken niet rechtstreeks aan de Generale Synode? Dat zit, denk ik, in de kerkelijke structuur. Het scheelt mij in ieder geval veel werk!
Uiteindelijk ontvangt de G.S. per jaar ƒ 4,- per lid/dooplid. Het bedrag wordt, aan de hand van de begroting, ter Synode vastgesteld voor de komende drie jaar. De laatste begroting sloot met een zeer klein positief saldo.

Uitgaven
Waar blijft al dat geld, zult u zich wellicht afvragen. In grote lijnen wordt het geld uitgegeven aan
• kosten van het Landelijk Kerkelijk Bureau;
• kosten van de zittingen van de Generale Synode (bijvoorbeeld: vergaderkosten, verblijfkosten, reiskosten afgevaardigden, enzovoort);
• de drukkosten van de Acta van de G.S. en de rapporten die bijvoorbeeld door speciaal ingestelde Deputaatschappen worden gemaakt;
• kosten in verband met de contacten met kerken in andere delen van de wereld en in eigen land;
• kosten in verband met contact met de Overheid en dergelijke;
• kosten voor de kleinere deputaatschappen die geen eigen kas hebben en waarvoor dus ook geen aparte collecte in de gemeenten wordt gehouden.
Wat betreft de kosten van de zittingen van de Generale Synode merk ik nog graag het volgende op.
De commissie die in Nunspeet de organisatie verzorgde, heeft alle kosten begroot en betaald uit het ontvangen voorschot van de penningmeester van de G.S.
Het verschil tussen de goedkeurende begroting en de werkelijkheid bedroeg slechts ± ƒ 100,-!
U begrijpt dat deze gang van zaken voor herhaling vatbaar is!

Reserve
Al het al komt er een aanzienlijk bedrag aan geld binnen, maar er gaat ook per Synodeperiode van drie jaar, veel geld uit. De Synode heeft echt geen grote reserves!
Het is, voor zover ik weet, voor het eerst sinds lange tijd dat de Synode- in 2000 een legaat zal ontvangen. Hierdoor kan er hopelijk een bedrag aan de reserves worden toegevoegd. Dat is wenselijk omdat het nuttig is om een buffer te hebben voor, hetzij onvoorziene uitgaven, hetzij voor mindere inkomsten.
Bij mindere inkomsten zullen overigens de uitgaven moeten worden aangepast (hetgeen niet wil zeggen dat de uitgaven nu niet in de gaten worden gehouden!).
De Generale Synode kan niet zonder een financieel beleid en het was/is mijn taak om in de periode 1998 - 2000 de financiën overeenkomstig de gegeven instructies te beheren en een begroting op te stellen voor de komende jaren. Nadat het financiële rapport aan de Generale Synode is opgesteld, worden de ontvangsten en uitgaven door een accountant gecontroleerd. Dat is logisch en goed.
Al met al is het toch een zakelijk verhaal geworden!

Hendrik Ido Ambacht, G.P. Groeneveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 2000

De Wekker | 16 Pagina's

De quaestor van de Generale Synode: een deputaatschap van één man

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 2000

De Wekker | 16 Pagina's