Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Simson (VI): Om de eer van Zijn Naam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Simson (VI): Om de eer van Zijn Naam

Bijbelstudie n.a.v. Richteren 16:22-31

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een mislukte richter?
Eens deed Simson de korenvelden van de Filistijnen in vlammen opgaan. Hij ontnam hen hun brood. Nu draait Simson de molen die zorgt voor het meel waarvan de Filistijnen brood bakken. Geen verlosser maar een gevangene! Simson schijnt als richter volledig mislukt.
Duidelijk is dat de Filistijnen geen genade voor Simson kennen. Maar de Heere kent wel genade voor hem. In zijn haar dat weer aangroeit (vs. 22) gloort hoop. Stervende zal hij zijn grootste verlossingsdaad verrichten!

Gods naam gelasterd
Vanwege de gevangenneming van Simson wordt in de tempel van Dagon een groot feest gevierd. Er wordt geofferd en gezongen ter ere van Dagon. In de nederlaag van Simson heeft voor het besef van de Filistijnen ook de' God van Simson het verloren.
Het is er bij Simson wel heel vandaan: Laat uw licht schijnen voor de mensen dat zij uw goede werken mogen zien en uw Vader die in de hemelen is verheerlijken (Mt. 5: 16). Simson heeft iets heel anders laten zien in zijn leven. Het gevolg is nu dat niet de Heere maar Dagon geprezen wordt! Hij is er de oorzaak van dat de eer die de Heere verdient aan een andere god gegeven wordt. Door zijn optreden denken de Filistijnen dat de Heere een God is die niets kan.

Gods naam aangeroepen
Na verloop van tijd moet Simson zelf komen opdraven. De Filistijnen willen hun triomf met eigen ogen aanschouwen. Hij moet voor de Filistijnen optreden. Zelf nam hij de verzoekingen van het heidense leven niet serieus. Nu wordt hij door de heidenen niet serieus genomen.
Toen Simson nog goed kon kijken zag hij zijn levensroeping niet zo scherp als in deze ogenblikken. Onverdraaglijk moet het voor Simson geweest zijn hoe de god Dagon hier geprezen wordt. Hijzelf is er de aanleiding toe! Hij kan het nog wel verdragen dat ze met hem de draak steken. Hij kan het niet hebben dat heel dit heidense festijn gaat ten koste van de eer van God. Het brengt Simson tot gebed. Nu is hij weer wat hij wezen moet: een afgezonderde. Terwijl de naam Dagon door allen wordt geprezen, roept hij de naam des Heeren aan. Te midden van het heidense kabaal zondert hij zich af voor gebed.
Met drie verschillende namen spreekt hij God aan. Heere (Adonai): deze naam geeft aan dat God het over alles voor het zeggen heeft. Hij is de Gebieder. Ook op dit heidense feest kan Hij dat tonen! HEERE (Jahweh): Deze herinnert eraan dat God als de Verbondsgod aanwezig wil zijn in de nood van Zijn volk. Zo smeekt Simson of de Heere evenals bij de uittocht uit Egypte opnieuw de Aanwezige (de 'Ik ben er') wil zijn. Laat God Zijn verbond gedenken. God (Elohim): Daar waar iedereen belijdt: Dagon is God, roept Simson de Heere aan als de enige levende God. Zo zoekt Simson zijn houvast in de namen van de Heere. En in die namen heeft hij een steviger houvast dan in de pilaren die hij beet heeft.
Simson vraagt de Heere of hij kracht mag ontvangen om in één keer voor zijn beide uitgestoken ogen wraak te nemen. Wil Simson God nu aangrijpen om persoonlijke gevoelens van haat uit te leven? Hier is iets anders gaande. De wraak staat hier in het kader van de oorlog des Heeren die Simson tegen de Filistijnen heeft te voeren. De wraak die hij wil oefenen is een rechtmatige vergelding in Gods naam (vgl. Joz. 10: 13, Richt. 15: 7,). De Filistijnen krenken Gods eer en daarom verdienen ze het om in aanraking te komen met Gods wrekende gerechtigheid, waarvan Simson de bedienaar wil zijn.
Simson is nu een man die zichzelf helemaal over heeft voor de zaak van zijn God. Was hij eerder een man die geen zonde wilde laten voor het vervullen van zijn levensroeping. Hij wilde nog geen oog uitrukken dat hem tot zonde verleidde. Nu wil hij zijn leven geven om zijn volk te bevrijden uit de macht van de Filistijnen. Simson verkiest de eer van God en de verlossing van zijn volk boven eigen leven.

Gods naam verheerlijkt
God verhoort het gebed van Simson. De Heere neemt het op voor de eer van Zijn naam en voor Zijn volk Israël. Simson krijgt van God de kracht om de twee dragende zuilen van de tempel omver te drukken. De tot de nok gevulde tempel stort in. Simsons dood wordt ook de dood van vele Filistijnen. Het lied gezongen ter ere van Dagon verstomd. Het is doodstil geworden in de tempel van Dagon. Bij zijn dood heeft Simson meer Filistijnen gedood dan bij zijn leven.
Uiteindelijk is de Heere toch aan Zijn eer gekomen in het leven van Simson. De richter Simson heeft het toch van de zondaar Simson gewonnen. Bij het einde van zijn leven blijkt: Het begin is beslissend geweest. De Heere heeft woord gehouden, hoezeer Simson Hem ook voor de voeten liep.
De Filistijnen zijn zo verpletterend verslagen dat Simson door zijn volksgenoten zonder problemen onder het puin vandaan gehaald kan worden. De plaats waar hij begraven wordt, is veelzeggend. Het was op een plek tussen Zora en Estaol. Daar was het ook dat de Geest des Heeren hem begon aan te drijven (Richt. 13: 25). Zo buigt het einde terug naar het begin. Niet het vlees maar de Geest heeft het gewonnen in Simsons leven. Ook in zijn dood is Simson nog een type van Christus! Hoe groot is de verlossende kracht van Zijn dood voor allen die bij Hem horen. Door Zijn dood hebben de zonde, de duivel en de dood het voorgoed verloren!


Vragen:
1. Hoe kan door onze wandel Zijn naam verheerlijkt worden? En hoe gelasterd? (Vgl. Matth. 5: 16, HC z.47)
2. Wat is de betekenis van de namen van God in vers 28 voor ons gebedsleven?
3. Simson is ook in deze geschiedenis een type van Christus. Kunt u aangeven hoe? Ziet u ook verschillen?
4. Hoe blijkt in deze geschiedenis dat God het werk van Zijn hand niet laat varen?

H. Peet

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 2000

De Wekker | 16 Pagina's

Simson (VI): Om de eer van Zijn Naam

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 2000

De Wekker | 16 Pagina's