Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ruth's voortgang op de geloofsweg (Ruth 2:1-23)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ruth's voortgang op de geloofsweg (Ruth 2:1-23)

Bijbelstudie over het boek Ruth (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bemoediging
Naomi en Ruth komen in Bethlehem aan in het begin van de gersteoogst vermeldt het slot van hoofdstuk 1. Dat is niet slechts een aanduiding van de tijd van het jaar. Het begin van de oogst wil zeggen: Er is voedsel gegroeid, dus er is toekomst. Verder werd aan het begin van de gersteoogst het joodse paasfeest gevierd. Het eerste van de drie grote feesten. Ook dat is een belofte voor de toekomst. God is de Redder van Zijn volk. Hij laat hen niet in de steek.
Zo wordt Ruth bemoedigd op de geloofsweg. Ze heeft gekozen voor de HERE en Zijn volk Israël. Ze wilde liever armoede lijden in Kanaän waar ze de HERE kan dienen dan rijkdom in Moab waar de HERE niet bij is. En zie, direct bij aankomst zijn er bemoedigende signalen, die bevestigen, dat ze de goede keuze heeft gedaan.

Gods weg
Het eerste waar Ruth en Naomi tegenaan lopen, is dat ze levensonderhoud nodig hebben. Ze hebben niet veel uit Moab kunnen meenemen. Waarschijnlijk lag de grond, die vroeger aan Elimelech toebehoorde, braak. Er is voor hen niets gegroeid. Bovendien zal het hen aan middelen ontbroken hebben om de grond productief te maken. In die nood wil Ruth in het geloofde weg van de HERE gaan. Ze stelt Naomi voor om aren en te gaan lezen. Naomi zal haar verteld hebben, dat dit hun recht was naar de wetten die God aan Zijn volk had gegeven. Wat van de oogst achter gebleven was, was voor de armen (zie Lev. 19: 9 +10 en Deut. 24: 19). In die samenleving was het minder royaal dan bij ons. De mensen konden die restjes zelf goed gebruiken. Maar God vroeg van hen, dat ze het afstonden aan de armen.
Van die mogelijkheid maakt Ruth gebruik. Dat was niet gemakkelijk. Zo werd ze afhankelijk van de welwillendheid van rijke mensen. Bovendien werd Ruth als jonge vrouw bloot gesteld aan de blikken en opmerkingen van de maaiers. Uit vs 9 krijg je de indruk, dat ook in die tijd handtastelijkheden en seksueel getinte opmerkingen op de werkvloer voorkwamen. Ook was het een geweldige inspanning om dag in, dag uit in de brandende zon aar voor aar op te rapen om wat voedsel te verzamelen.
Maar Ruth klaagt er niet over. Dit is de weg die de HERE voor mensen in nood gegeven heeft. Omdat het Gods weg is, is ze ook van harte bereid om die weg te gaan. Ze vraagt haar schoonmoeder om toestemming om aren te gaan lezen. Naomi zegt niet: Dat is beneden onze stand. Samen schikken ze zich in de weg, die God in Zijn Woord wijst. Zo mag Ruth groeien in het geloof. In afhankelijkheid van de HERE is ze naar Kanaän gegaan. In die afhankelijk blijft ze de door God gewezen weg vervolgen. In het vaste vertrouwen, dat Hij van het nodige zal voorzien.

Gods zegen
Ruth gaat op de weg van de HERE. Daar rust zegen op. Als ze gaat aren lezen treft ze bij geval het stuk land van Boaz. Ruth wist niet wie haar goed gezind was en wie niet. Ze gaat zomaar op goed geluk naar een gersteakker toe. Toevallig de akker van Boaz. Er zit van haar kant geen berekening achter. Menselijkerwijs gesproken is het louter toeval. Maar van Gods kant niet. Zijn leiding is duidelijk.
Boaz is één van de rijkste inwoners van Bethlehem. Iemand die nog familie is van Ruth's schoonvader Elimelech. Boaz is een gelovige. In de Richterentijd komt hij er openlijk voor uit, dat hij de HERE vreest. Dat blijkt uit de manier waarop hij zijn knechten begroet. Uit de tegengroet is af te lezen, dat hij aandacht heeft voor zijn personeel. Het blijkt ook uit zijn belangstelling voor Ruth. Hij ziet een onbekende vrouw. Hij vraagt inlichtingen bij de meesterknecht. Hij is niet onverschillig tegenover een arme, maar vraagt belangstellend naar die vreemdelinge.
Als hij hoort, dat zij Ruth, de Moabietische, is, accepteert hij haar ogenblikkelijk als familielid en medegelovige. Hij spreekt haar vriendelijk toe. Ze moet maar op zijn land blijven en zich aansluiten bij zijn arbeidsters. Ze mag gebruik maken van het drinken en het voedsel voor het personeel. Hij prijst haar als een echte dochter van Abraham, omdat ze haar land heeft verlaten om de God van Israël te dienen. Hij wenst haar toe: Moge de HERE u belonen, de God onder wiens vleugels u bent komen schuilen. Zo wordt ze door Boaz als medegelovige bemoedigd.
Ook in praktische zin wordt ze gezegend. Door Boaz' opdracht aan zijn knechten om extra aren te laten vallen, raapt Ruth verrassend veel op. Als ze de aren uitklopt, blijkt het ongeveer een efa gerst te zijn, dat is ± 39 kg. De HERE beschaamt niet wie het gelovig van Hem verwacht.

Toekomst
Naomi is verrast als zij ziet hoeveel Ruth opgelezen heeft en wat zij daarnaast nog ontvangen heeft. Ze vraagt waar ze geweest is en ze spreekt een zegenwens uit over de haar op dat moment nog onbekende weldoener. Dan vertelt Ruth, dat ze bij Boaz is geweest. Dan spreekt Naomi nogmaals een zegenwens uit. Een zegenwens met meer diepgang, want ze noemt de Naam van de HERE. Ze ziet Gods hand in deze gang van zaken. Het geeft haar een groot vertrouwen voor de toekomst. Want Boaz is één van de lossers. Eén van de familieleden, die verantwoordelijk is voor hun toekomst. Ze gelooft, dat de HERE Zijn hand heeft in deze ontmoeting en ze moedigt Ruth aan op deze ingeslagen weg voort te gaan en voorlopig af te wachten hoe de HERE de dingen verder zal leiden.


Discussievragen:
1. In Israël hadden arme mensen er recht op geholpen te worden. Hoe geven wij invulling aan die opdracht? Is geholpen worden een recht van Godswege of een gunst van mensen?
2. Ruth achtte het niet beneden haar stand om de regels van God op te volgen. Wat kunnen wij hiervan leren in een situatie van afhankelijkheid van medegelovigen?
3. De groet van Boaz en de beantwoording door zijn personeel zijn opmerkelijk. Wat kunnen wij hieruit leren voor werksituaties?
4. Bij Ruth is er voortgang op de geloofsweg. Groei in afhankelijkheid. Kennen we dat ook in ons leven?
5. Betekent de uitdrukking 'bij geval' (vs 3), dat Gods leiding ontkend wordt?
6. Wat kunnen wij van Boaz leren als het gaat om het in praktijk brengen van het geloof?

M.J. Oosting

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 2000

De Wekker | 16 Pagina's

Ruth's voortgang op de geloofsweg (Ruth 2:1-23)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 2000

De Wekker | 16 Pagina's