Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Contouren van het rijk van satan (De satan 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Contouren van het rijk van satan (De satan 2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een eerste artikel over de satan hebben we gezien dat over zijn macht gesproken moet worden in samenhang met onze schuld. We hebben het niet vrijblijvend over de 'theorie' van het rijk der duisternis. Als zondaren hebben we daar al mee te maken. Dat betekent ook dat we alleen over dit duistere rijk kunnen spreken wanneer we weten van de overwinning daarvan in het offer van Jezus Christus. Over Hem kunnen we evenmin vrijblijvend spreken! Van Hem die het Licht is, kunnen we spreken wanneer we zelf kinderen des lichts zijn geworden. Alleen vanuit dat licht kan de duisternis ontmaskerd worden. In Paulus' brief aan de Efeziërs wordt in hetzelfde verband gesproken over het wandelen als kinderen des lichts (Ef. 5:8) en over het ontmaskeren van de onvruchtbare werken der duisternis (Ef. 5:11). Alleen op die basis kan doorzien worden wat de contouren - of eigenlijk: de motieven - achter het rijk van de boze zijn.

Satan zoekt een troon
Van het begin af is het satan erom te doen geweest rechtstreeks in te breken in de verhouding tussen God en mens. In de relatie tussen God en mens is oorspronkelijk sprake van twee tronen. God, de Allerhoogste heeft zijn troon in de hemel gevestigd. Maar God heeft de mens ook koninklijk gemaakt. De mens kan alleen heersen in de schepping als hij radicaal onderworpen en gehoorzaam is aan God. Als satan de mens van die gehoorzaamheid afbrengt is het hem om die troon te doen. Met de woorden 'als God zijn' die hij tot de mens spreekt, geeft hij zijn eigen motieven bloot. En als hij de mens van de gehoorzaamheid aan God afbrengt, kan hij de mens van koning tot slaaf maken, in zijn dienst. Dan is Gods troon uit het zicht en dan komt zijn eigen troon ertussen.
Satan kent de wetmatigheden van Gods koninkrijk. Hij weet wat er gebeurt als een mens zondigt. De Here Jezus heeft het ons gezegd: 'Een ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde.' (Joh. 8:34) Uit die conditie van de mens bouwt satan zich een troon. Want als de mens slaaf wordt, door te luisteren naar satan, wordt deze zijn god. Dit verklaart dat de duivel helemaal geen bezwaar heeft tegen godsdienst! Integendeel. Waar hij bezwaar tegen heeft is de dienst van God.
Wanneer in het Oude Testament God Zich weer een relatie maakt met de mens, in het verbond Abraham, en met Israël, dan blijkt keer op keer hoe nauw het luistert met de dienst van God. Het is maar een smal pad waarop gewandeld kan worden. Israël moet een heilig volk voor de HERE zijn, dat zich niet mag gewennen aan de weg der volkeren. In de omliggende volkeren worden andere goden gediend. Hoe sterk klinken de waarschuwingen tegen de Kanaänitische religies! Het eerste gebod dat Israël in de woestijn krijgt is: géén andere goden! (Ex. 20:8)
Keer op keer is er het verbod niet te knielen voor het 'heir des hemels'. Daarbij was te denken aan de verering van hemellichamen, de zon en de maan, zoals die verbonden was aan de dienst van de Baäls en de Astartes. Dat zoeken van heil bij de 'goddelijke' hemellichamen is in de oosterse wereld verder uitgegroeid tot de beoefening van de astrologie. In het rijk van Babel is dat compleet uitgegroeid tot wat er vandaag nog van wordt geloofd. Onze toekomst en de geheimenissen van ons leven in de sterren zoeken hoort dus bij andere goden. In Jesaja 47:13-14 spot de HERE door de mond van zijn knecht daarmee. 'Laten zij u maar redden die de hemel indelen en de sterren waarnemen, die maand voor maand doen weten wat u overkomen zal...' Natuurlijk redden zij niet. Maar - afgoden in de hemel betekenen: een hemel zonder God. Daar is satan op uit. Dan komt er plaats voor zijn troon.

Afgoden en het rijk van satan
Op heel wat plaatsen meer zegt Gods Woord ons welke verbinding er bestaat tussen de afgodendienst en het rijk van satan.
Een aantal keren wordt in het Oude Testament gezegd dat het offeren aan afgoden een offeren aan boze geesten is. Daarmee wordt de HERE tot na-ijver verwekt. Het is een krenken van Hem door de gruwelen van de afgoderij Waarom? Omdat satan dan de verering steelt, die aan God de HERE toekomt. In het lied van Mozes, Exodus 32:16-17, vinden we dat en ook in Psalm 106:37-38, waar sprake is van een offeren van zonen en dochter aan de boze geesten, namelijk aan de af goden van Kanaän. Ook in Zacharia 13:2 wordt in één adem gesproken van de afgoden en hun profeten die uit het land zullen worden weggedaan, mèt de onreine geest die daar kennelijk aan verbonden is.
Ook in het Nieuwe Testament wordt de verbinding tussen afgoderij er boze geesten op enkele plaatsen genoemd. In 1 Korintiërs 10:20-21 spreekt Paulus over het avondmaal, maar ook over de noodzaak zich verre te houden van alle afgoderij. Afgoden zijn weliswaar niets - zoals ook in het Oude Testament meermalen de afgoden 'ijdelheid' zijn genoemd maar het offeren aan afgoden is een offeren aan boze geesten. Afgoden zijn dus dingen van niets, maar daarmee is afgoderij nog geen bezigheid om de schouders over op te halen. Integendeel: daar vindt de boze aanknopingspunten voor zijn invloed op mensen. Daarom kan er niet tegelijk sprake zijn van avondmaal vieren en van het deelnemen aan afgodische praktijken. De tafel des Heren gaat niet samen met de tafel der boze geesten. De echo daarvan is in ons klassieke avondmaalsformulier terug te vinden, waar gewaarschuwd wordt dat onder andere zich van het avondmaal hebben te onthouden: 'alle afgodendienaars, allen die verstorven heiligen, engelen of anders schepselen aanroepen, allen die de beelden eer aandoen, alle tovenaars en waarzeggers, die vee of mensen, mitsgaders andere dingen zegenen en die aan zulke zegening geloof hechten.'
In het nieuwe formulier, door onze synode in de jaren zestig vastgesteld, is die hele lijst weggelaten. Het was beter geweest als er met meer hedendaagse aanduidingen gewezen werd waar het om ging. Immers als, om maar iets te noemen, vandaag christenen medische hulp zoeken bij een magnetiseur, die zijn 'gaven' voedt door spiritistische contacten, dan is dat precies hetzelfde. De oude woorden van het formulier bevatten voor maar weinigen meer een dergelijke concrete aanwijzing, maar ze gaan natuurlijk wel ergens over. Ook degenen die aan de oude formulieren hechten hebben dàt niet altijd door.
In 1 Korintiërs 12:2-3 vind je dezelfde combinatie van 'stomme afgoden' èn kennelijk extatische uitingen die zelfs zeggen 'vervloekt is Jezus'. Natuurlijk kan dat niet door de Heilige Geest zijn, maar door een geest die aan de afgoden is gelieerd. Afgoden zijn stom, boze geesten niet!

Beëlzebul vandaag?
Een merkwaardige combinatie tussen heidense goden en het rijk van de satan is te vinden in de naam Beëlzebul of Beëlzebub. In Matteüs 12:24, 27 (ook in Mark, 3:22 en Luk. 11:15-19) komen we die naam tegen als aanduiding van de vorst der duisternis. Voor de oorsprong van die naam kunnen we wijzen op 2 Koningen 1:3, 6 waar sprake is van de god van de Filistijnse stad Ekron, een van de Baäls, namelijk Baäl-Zebub. De naam van een heidense god gaat over op de duivel!
Als we willen weten hoe de activiteiten van satan zich manifesteren, kunnen we dat scherp in beeld krijgen vanuit Deuteronomium 18:9-14. Daar wordt een geconcentreerde tekening van het occultisme gegeven, en er wordt bij gezegd, dat dat de dingen zijn die bij de volkeren van Kanaän horen. Het zijn 'de gruwelen van die volken' (Deut. 18:10). Wanneer het woord 'gruwel' gebruikt wordt, dat Gods diepe afschuw uitspreekt over bepaalde zonden, gaat het telkens over de dingen die de volkeren van Kanaän 'voor hun goden doen' (zie bijv. Deut. 20:18).
Nu kunnen we wel zeggen, dat in onze maatschappij niet zo gemakkelijk een Baäl of een Astarte is terug te vinden, maar de gruwelen uit Deuteronomium 18 zijn er in ruime mate. Waarzeggerij en wichelarij komen neer op het geven van informatie op grond van paranormale wetenschap. Op veel manieren is dat aanwezig, zowel door middel van tarotkaarten, door het gebruik maken van een pendel (soms wel door alternatieve artsen ter vaststelling van een diagnose), door het trekken van een horoscoop, door mensen die de 'gave' van helderziendheid of helderwetendheid hebben, door het eerder genoemde ouijabord, en door magnetiseurs of andere genezers die beschikken over een waarzeggende geest.
Er is natuurlijk nog veel meer te noemen, maar voor een bijbelse oriëntatie op het terrein van de activiteiten van de boze is volledigheid niet nodig. Het is al van belang als we ons realiseren hoe dat hele terrein in Deuteronomium met een paar woorden wordt aangeduid. Daar horen nog bij: 'uitlegger van voortekenen, tovenaar, bezweerder, iemand die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt'.
Het is het terrein dat in onze tijd vaak dat van paranormale begaafdheid wordt genoemd. Wie om zich heen kijkt en de krant leest, hoeft heus niet alleen aan 'Hell's Angels' te denken, die openlijk te kennen geven satan te willen dienen en die bij de moord op een kameraad spreken van 'zich hergroeperen in de hel'. Er zijn ook de 'softere' wegen van de duisternis. Als de waarschuwingen van Gods Woord tot ons doordringen, zullen we wel weten hoe nodig het is door te hebben wat zich aan ons aanbiedt, en te weten wanneer we alleen maar 'nee' moeten zeggen. Want Beëlzebul heeft vele jasjes.

J.W. Maris

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2000

De Wekker | 16 Pagina's

Contouren van het rijk van satan (De satan 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2000

De Wekker | 16 Pagina's