Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Blijf drinken uit de Bron''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Blijf drinken uit de Bron''

Ds. Vogel maakt zich na veertig jaar predikantschap zorgen over verdeeldheid in kerk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veertig jaar was hij predikant en diende de helft van die tijd de gemeente Eindhoven. Onlangs nam hij afscheid. „Het is goed voor de gemeente, maar ook voor mezelf. Je kunt nu dingen gaan doen waar je normaal niet aan toe komt." Een terugblik met dominee J. Vogel op veertig jaar predikantschap.

„Ik was zo'n jaar of twaalf toen ik er wel eens aan dacht om dominee te worden. Echt zeker wist ik het toen nog niet. Je kon op de middelbare school hbs of gymnasium kiezen. Ik koos voor het gymnasium met het idee; dan ga ik in ieder geval de goede kant op", vertelt dominee Vogel lachend. „Later kreeg ik meer zekerheid en wist ik dat ik predikant moest worden. Mijn vader zat in de kerkenraad en er kwamen regelmatig predikanten bij ons over de vloer. Misschien heeft dat nog wel meegespeeld bij m'n interesse om predikant te worden." Op drie november 1960 werd de Brabantse dominee bevestigd in de gemeente Steenwijk.

Bent u in de veertig jaar dat u predikant bent nog veranderd qua prediking?
„Fundamenteel ben ik niet veranderd. Je ontwikkelt je wel. Ik denk wel dat je in het algemeen kunt zeggen dat de accenten in de prediking binnen onze kerken wat verschoven zijn. Vroeger was er heel veel aandacht voor de toe-eigening van het heil. De laatste tijd zie je dat er meer aandacht komt voor de maatschappelijke relevantie van het evangelie, ik heb dat zelf wel als een verbreding ervaren. De kloof tussen de zondag en de rest van de week is wel wat kleiner geworden."

Industriepastoraat
Het evangelie relevant maken voor het maatschappelijk leven. Dat is voor dominee Vogel altijd erg belangrijk geweest. In zijn tweede gemeente Emmen hielp hij mee met het oprichten van de stichting Evangelie en Industrie. Er kwam een industriepastor. „Er werd serieus kennis genomen van het werk van de mensen die in de industrie werkzaam waren. Er werden excursies georganiseerd naar bedrijven en op die manier kun je als predikant het leven van de gemeenteleden beter begrijpen. Je zag wat het is om in ploegendiensten te moeten werken. Door je betrokkenheid te tonen kun je ook beter preken over het christen-zijn in de werksituatie. " Na vier jaar Steenwijk en acht jaar Emmen, ging dominee Vogel naar Rozenburg. Ook hier bracht hij acht jaar door. In 1980 vertrok hij naar Eindhoven waar hij twintig jaar predikant is geweest.

Twintig jaar in dezelfde gemeente. Is dat niet te lang?
„Het kan te lang zijn. Ik heb het niet zo ervaren. Ik heb nooit het idee gehad dat ik uitgepreekt was."

Vraagt het niet enorm veel van je om zo lang fris in een gemeente te staan?
„Zeker. Je moet blijven studeren om nieuwe dingen te kunnen zeggen. Ik hoop niet dat m'n gemeente de afgelopen vijf jaar het idee heeft gekregen dat ik aan het afbouwen was en niets nieuws meer te vertellen had."

Hoe kun je voorkomen dat je opdroogt?
„Zelf blijven drinken uit de Bron. Het predikantschap heeft twee pijlers: omgaan met het Woord en omgaan met de mensen. Als je blijft luisteren naar Gods Woord en blijft omgaan met de mensen, denk ik niet dat je opdroogt. „Het vraagt soms veel van je om fris te blijven, met name met feestdagen als er veel preken gemaakt moeten worden. Die preken moeten af, ook als je er zelf even niet zo bij bent.

Wat doe je op zo'n moment waarop je het zelf even niet hebt?
„Ik heb 's zondags vaak gebeden: Here wilt U het maar doen. Ik kan het niet. Dan geef je het aan God over. Je hebt dan wel eens dat je zelf heel ontevreden bent over een preek en dat het de mensen toch aanspreekt. Andersom gebeurt het ook wel. Dat je denkt dat je preek heel goed is en dat je achteraf niet merkt dat het echt overgekomen is."
„Ik ben ervan overtuigd dat je als predikant je uiterste best moet doen. Je moet preken alsof het van jou afhangt. Terwijl je aan de andere kant mag geloven dat de Geest Zijn werk doet ondanks jouw gebreken."

Polarisatie
Terugkijkend op veertig jaar predikantschap maakt dominee Vogel zich zorgen over bepaalde ontwikkelingen in de Christelijke Gereformeerde Kerken. „Ik heb met name de afgelopen twintig jaar altijd in een bepaald spanningsveld gezeten. Eindhoven in de classis Utrecht, dat lag niet altijd gemakkelijk. Wat wij als gemeente zagen als positieve ontwikkelingen, werd door de classis vaak afgekeurd. Wij gebruiken sinds 1982 het Liedboek voor de kerken in de dienst. We vinden het fijn dat we nieuwtestamentische liederen kunnen zingen. We hebben daar binnen de classis vaak grote problemen over gehad. Daarnaast hebben we hier in Eindhoven veel vrouwen die erg actief zijn in de gemeente. Een groot deel van de gemeente ervaart het als gemis dat de vrouw geen dienst in het ambt kan doen. We werken hier in Eindhoven ook nauw samen met de Nederlands Gereformeerden. Dat ligt ook onder vuur en dat zorgt voor spanningen."
„Omdat je over dit soort zaken anders denkt dan veel andere gemeenten in de classis, word je wel eens gepasseerd. Dat vind ik erg jammer. Ik heb het mezelf gelukkig nooit persoonlijk aangetrokken maar pijnlijk is het wel."
„Na 1973, toen we naar Rozenburg verhuisden, ben ik nooit meer op een particuliere synode geweest. We hebben als kerkenraad verschillende malen voorgesteld om predikanten bij toerbeurt af te vaardigen naar de synode. Dat voorstel is er nooit doorheen gekomen. Dat heb ik wel als een machtsstrijd ervaren. Nogmaals: ik heb me dat persoonlijk nooit aangetrokken, maar ik vind het voor de gemeente Eindhoven niet fijn dat haar predikant niet voor een synode in aanmerking komt."
„De polarisatie binnen onze kerken is de afgelopen jaren ook veel groter geworden. Toen ik in m'n eerste gemeente Steenwijk stond, preekte ik in alle gemeenten van de classis Zwolle. Ik kwam in gemeenten die me nu niet meer zouden uitnodigen."

Is er wat aan die polarisatie te doen?
„Ik denk dat er geen andere weg is dan elkaar te ontmoeten en te bevragen op de diepste motieven. Die pogingen worden wel gedaan op ambtsdragersconferenties bijvoorbeeld. Tot nog toe helpt dat allemaal weinig is mijn ervaring. Ik denk dat we te weinig voor elkaar open staan om naar elkaar te luisteren. Ik heb er helemaal geen problemen mee om in een behoudende gemeente de oude vertaling te lezen en de oude berijming te zingen. Je merkt dat dit omgekeerd wel problematisch is."

Overspannen
Naast spanningen op het kerkelijk vlak, heeft dominee Vogel ook in z'n persoonlijk leven spanningen gekend. Momenten waarop hij het predikantschap even niet meer aankon.
„Vijf jaar geleden ben ik een aantal weken overspannen geweest. Ik had toen zo'n moment waarop ik het allemaal niet meer zag zitten. Ik moest nog vijf jaar dienen als predikant en daar zag ik erg tegenop. Ik vroeg me echt af hoe kom ik daar op een goede manier doorheen?
Ik worstelde erg met de vraag of ik nog voldoende energie had om nog vijf jaar te dienen in een gemeente waar ik al vijftien jaar stond."

Hoe bent u hier uitgekomen?
„Ik heb verschillende gesprekken met de kerkenraad gehad over m'n werksituatie. Ze hebben me wat ontlast. Ik heb ook verschillende gesprekken gehad met een Gereformeerde collega die predikanten begeleidt. Ik heb geleerd om mezelf wat te relativeren. Ik ben nogal een perfectionist en je moet ook leren dat je van genade leeft. Dat verkondig je steeds aan anderen, maar je moet dat zelf ook leren. Ik heb moeten leren om niet te leven van m'n prestaties. De gedachte dat je zelf moet presteren zit toch heel diep in je. Ik heb ervan geleerd dat je moet doen wat je kunt, maar dat je ook niet meer hoeft te doen. Het hangt niet van jou af. In m'n pastoraat dacht ik vaak na een gesprek met iemand: hier moet ik snel op terugkomen. Deze persoon heeft minstens vijf gesprekken nodig. Vervolgens komt daar dan gewoon niets van. Je aandacht wordt weer door andere dingen opgeëist. Het gevoel dat je door de hoeveelheid werk oppervlakkig bezig bent, heeft me vijf jaar geleden denk ik ook wel opgebroken."

De werkdruk is nu van uw schouders. Blijft u kerkelijk nog actief?
„Ik heb geen bepaalde taken meer. Ik blijf op afroep beschikbaar voor incidenteel pastoraat. De gemeente is momenteel vacant en dan laat je geen vreemde predikant komen. Ik blijf ook preken. Als je met emeritaat bent, komen de preekvoorzieners meteen op je af. Dat vind ik ook fijn. Ik zou het erg vinden als ik niet meer kon of mocht preken. Ik streef ernaar om de helft van het aantal zondagen te blijven voorgaan. Op die manier houd je contact met de kerk. Anders zou je overal naast komen staan."

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 2000

De Wekker | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 2000

De Wekker | 16 Pagina's