Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met Jezus naar Jeruzalem (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met Jezus naar Jeruzalem (2)

Wie is de barmhartige Samaritaan? (Lucas 10, 25-37)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naastenliefde
Wie vraagt zich nooit eens af, als hij alle binnengekomen bedelbrieven bekijkt: hoe ver strekt de verantwoordelijkheid voor mijn naaste? Meestal kennen wij de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan als hét voorbeeld van naastenliefde. Toch stellen we ons de vraag: wie is die barmhartige Samaritaan? We moeten goed letten op de context!

Een wetgeleerde vraagt aan Jezus wat hij moet doen om het eeuwige leven te beërven. Hij wil er Jezus mee verzoeken. Waarom? Omdat hij niet wil geloven dat hij Jezus, als Zoon van de Vader (10,22) nodig zou hebben om zalig te worden. En ook omdat hij ervan overtuigd is, dat hij keurig leeft naar de wet. Hij wil Jezus vangen op Zijn woorden.
Op Jezus' vraag wat er in de wet staat en hoe hij dat uitlegt, dreunt hij op: God liefhebben boven alles en je naaste als je zelf "Doe dat en gij zult leven," zegt Jezus.

De wetgeleerde voelt direct aan dat Jezus een tekort ziet in zijn leven. Daarom wil hij zich zelf rechtvaardigen. Liefde tot God ontbreekt hem niet. Naastenliefde dan? In die tijd was dat een actueel punt. Sommigen wilden alleen mede-joden als naasten beschouwen. Anderen alleen mede-farizeeën. Laat Jezus de grens maar aangeven. Daarom vraagt hij: "En wie is mijn naaste?"

De inhoud
Jezus geeft hem antwoord: een man die onderweg is van Jeruzalem naar Jericho, wordt onderweg overvallen door rovers. Op deze manier voorzien ze in hun onderhoud. Er loopt daar één weg, dwars door het gebergte. Het is een drooggevallen rivier met aan weerszijden een smal wandelpad. De man wordt halfdood achtergelaten.

Een priester en een leviet, die waarschijnlijk terugkomen van hun dienst in de tempel en onderweg zijn naar hun huis in Jericho, zien de man liggen. Wat doen ze? Ze zijn slechts voorbijgangers: ze steken de droge geul over en lopen aan de overkant verder. Waarom hielpen zij niet? We kunnen van alles verzinnen, maar Jezus zwijgt er over.
Als derde komt er een Samaritaan aan. Hij is op reis (!). Van hem valt niets te verwachten dan de genadeslag. Joden en Samaritanen zijn immers aartsvijanden van elkaar! Maar wat gebeurt er? Als hij die halfdode man ziet liggen, wordt hij tot in zijn hart geraakt, knielt bij hem neer, verzorgt zijn wonden en brengt hem op zijn eigen ezel naar de eerstvolgende herberg. En dat was een eind lopen! Bovendien betaalt hij alle kosten voor het verblijf aldaar.

De omkering
Hoe leest gij? vroeg Jezus zojuist aan die wetgeleerde. Hoe zou hij deze gelijkenis aangehoord hebben? Wat zou hij verwacht hebben dat Jezus nu aan hem zou vragen? Waarschijnlijk dit: wie heeft er nou goed gezien dat die halfdode man zijn naaste was? Maar nee, dat vraagt Jezus NIET. Hij keert de vraag om: "Wie van deze drie is volgens u de naaste geweest voor die halfdode man? Die halfdode man is dus niet allereerst de naaste. Maar wie van de drie anderen is de naaste voor die mán geweest? Dat is de omkering!

De enige die als helper een naaste werd voor die man was de Samaritaan! Hij wordt vervuld met innerlijke ontferming. Is het niet zo dat wij bij deze gelijkenis vaak denken: ja, zoals die Samaritaan deed, zo moeten wij nu ook doen? Lucas gebruikt echter voor het woord 'reizen' van deze Samaritaan hetzelfde woord als dat hij gebruikt voor Jezus Die reist naar Jeruzalem. Hij reist naar Jeruzalem om daar te lijden, te sterven voor zondaren. Hij is onderweg vol ontferming voor alle zondaren die Hij tegenkomt. Hij knielt als het ware naast hen neer, brengt hen het evangelie, geneest hen, verlost hen van zonden, bevrijdt hen van demonen, enz. Hij is immers gekomen als dé Dienaar (Lc. 22,27). Hij kwam om te dienen en Zijn leven te geven als losprijs voor velen. Dus: Wie is de barmhartige Samaritaan? Dat is in de eerste plaats Jezus Zelf!!

Betekenis
En in wie moet die wetgeleerde en moeten ook wij ons dus allereerst herkennen? Precies: in die halfdode man. Zo zijn wij er zonder Jezus aan toe: door de zonde zijn we ten dode opgeschreven. En wat gebeurt er nu? Jezus knielt naast die wetgeleerde neer. Om hem te laten zien: Ik wil ook u verlossen. Door middel van de Bijbel knielt de Heere Jezus ook naast ons neer en Hij vraagt ons heel persoonlijk: Mag Ik u/jou helpen? Hij wil ons afhelpen van onze zonde en schuld. Ons redden van de dood. Ons het eeuwige leven schenken.
Zoals Joden en Samaritanen aartsvijanden van elkaar waren, zo zijn wij van nature vijanden van God. We proberen liever ons zelf te redden. Hoe maakt de Heere dat anders? Door de Heilige Geest. Hij gebruikt het evangelie om ons hart te verbreken onder zoveel ontferming van Christus. Onder het wonder dat Hij naast ons neerknielt. We hebben de neiging om te zeggen: "Laat maar, ik zoek het zelf wel uit." Maar we houden ons zelf voor de gek. Want we redden het zelf nooit! Hebben we het al eerlijk beleden? Hebben we ons hart verloren aan deze barmhartige Christus? Wat een verademing als Hij ons brengt tot die algehele overgave aan Hem. Daar word je werkelijk een ander mens van! Een wedergeboren mens.

Ja, en dat betekent ook dat Hij ons door Zijn Geest hoe langer en hoe meer gaat herscheppen naar Zijn beeld. En dat betekent weer dat we, achter Hem aan, kleine barmhartige Samaritanen worden die een naaste zijn voor anderen. Nee, dan kunnen we niet alles. Maar dan doen we dankbaar en met vreugde wat de Heere ons geeft te doen, zonder aanzien des persoons. Naastenliefde in de bijbelse zin van het woord is dus alleen mogelijk als we zelf leven van Christus' ontferming! Maar dan zullen we in deze dienst ook overvloedig zijn uit dankbaarheid en wederliefde!

Vragen
1. Welke omkering vindt er plaats door de vraag die Jezus stelt in vers 36?
2. Wat is ons antwoord op Jezus' vraag: Mag Ik u/jou helpen?
3. Wat kunnen we leren van de houding van de Samaritaan voor ons omgaan met mensen binnen en buiten de gemeente?
4. Hoe ver strekt onze verantwoordelijkheid om een naaste te zijn of is dit geen goede vraag?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 2001

De Wekker | 16 Pagina's

Met Jezus naar Jeruzalem (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 2001

De Wekker | 16 Pagina's