Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Synodevrees?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synodevrees?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste weken steekt regelmatig een merkwaardig soort angst de kop op in onze kerken. Ik bedoel de vrees voor de aanstaande Generale Synode. In allerlei gesprekken merk ik dat kerkleden met 'vrees en beven' wachten op beslissingen die in Nunspeet genomen moeten worden. Dat is begrijpelijk, maar niet verontrustend. Het hoort een beetje bij de synodecultuur die zich in de Chr. Ger. Kerken ontwikkeld heeft: als de synode in zicht komt neemt de spanning toe.

Zorgelijker vind ik de constatering dat ook verschillende broeders die naar de synode zijn afgevaardigd met een zekere angst naar de synode kijken. Tenminste, dat is wat ik uit de mond van sommige afgevaardigden hoorde. Treffend vond ik in dit verband ook allerlei opmerkingen die ik zelf te horen kreeg sinds mijn naam te lezen stond in de lijst van afgevaardigden. Eén broeder hoopte zelfs dat ik in Nunspeet het geloof zou behouden.
Nu, daar ben ik in het geheel niet bang voor. Om te beginnen is - als ik het persoonlijk mag zeggen - mijn geloof niet afhankelijk van welke kerkelijke vergadering ook. Mijn geloof is uiteindelijk alleen afhankelijk van God Zelf: van Zijn Woord, Zijn Zoon en Zijn Geest. Bovendien meen ik dat er voor synodevrees geen reden is. Ik ga daarom in het najaar D.V. nuchter naar Nunspeet. En daarover wil ik in deze Nader Bekeken graag een paar opmerkingen maken.

Eenzijdige blik?
Mijn eerste opmerking heeft te maken met de algemene visie op de Generale Synode. Soms heb ik namelijk de indruk dat veel vrees voor de synode eenvoudig te maken heeft met een eenzijdige, negatieve blik op de breedste vergadering van de kerken. Maar is dat terecht? Is de synode zo'n negatief gebeuren?
Laat ik voorop stellen dat het deelnemen aan de Generale Synode inderdaad lang niet altijd gemakkelijk is. Er moet hard en lang gewerkt worden; soms onder grote druk. Daar komt bij dat synodeleden verschillen in karakter, in opvatting en in geloofsbeleving. Dat zorgt af en toe best voor spanningen. Bovendien staan er altijd wel een paar zaken op de agenda die iedereen intens (en soms ook emotioneel) bezig houden. En dat betekent dat beslissingen in deze zaken soms behoorlijke beroering brengen. Geen wonder, dat elk synodelid wel momenten of beslissingen kan aanwijzen die hij als moeilijk heeft ervaren.

Maar dat is niet het enige. Een synode heeft zeker ook andere kanten. Laten we dat vooral niet vergeten. En laten de broeders, die voor het eerst zijn afgevaardigd dat ook bedenken. Er wordt door de synode niet alleen hard gewerkt, maar vaak ook broederlijk en harmonieus. Meer dan eens ervaar je ook geestelijke verbondenheid met elkaar en met het oog op de kerken, waarin de Here ons laat dienen. En dat geeft bijzondere vreugde.
Heel concreet: als ik denk aan de twee synodes die ik meemaakte zie ik met dankbaarheid terug op het werk in de synodecommissie. De commissieleden kwamen beide keren uit de volle breedte van de kerken, terwijl de onderwerpen die we moesten voorbereiden 'gevoelig' lagen. En toch was er een goede samenwerking. Sterker nog er was - in een gezamenlijke verbondenheid aan de Schrift, de belijdenis en de kerkorde - een broederlijk zoeken om elkaar vast te houden en de kerken te dienen. Soms waren we als commissie behoorlijk verdeeld. En dat betekende dan: verschillen in standpunten proberen te overbruggen en aan formuleringen net zo lang 'schaven' tot ieder er zich in kon vinden. Maar is dat erg? Als afgevaardigden als broeders in de Here met elkaar omgaan is dat niet erg, maar een geestelijke beleving van de gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de Here en voor Zijn kerk.
En zo is synodewerk ook mooi en dankbaar werk. Werk waaraan vreugde valt te beleven. Echte, bijbels vreugde!

Zo regeert de Here Zijn kerk.
Dat brengt me bij een tweede opmerking. En die is in wezen veel belangrijker dan de eerste. Synodewerk heeft op grond van Gods Woord en de belijdenis alles te maken met de manier waarop de Here Zijn kerk regeert. Met art. 30 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden we dat Here Zijn kerk regeert door ambtsdragers en door kerkelijke vergaderingen. Christus Zelf is de eigenlijke Koning van Zijn kerk.
Maar Hij maakt bij dit werk gebruik van mensen - inderdaad zondige, gebrekkige, in veel opzichten beperkte mensen! -, maar wel mensen aan wie Hij de taak geeft om leiding te geven aan het kerkelijke leven 'opdat de ware religie wordt onderhouden en de ware leer haar loop hebbe'.
Anders gezegd; Christus regeert de kerk niet door decreten uit de hemel. Christus regeert de kerk niet door middel van rechtstreekse ingevingen van de Heilige Geest aan ambtsdragers. Christus regeert Zijn kerk door middel van mensen die Hij roept tot deze taak en die zich gebonden moeten en zullen weten aan Zijn Woord.
Maar als dit de geestelijke orde is die de Here ons leert in Zijn Woord (art. 30) dan hoort daar ook bij dat kerkregering en discussies elkaar niet uitsluiten. Integendeel, als het de Here behaagt Zijn kerk te regeren door middel van geroepen ambtsdragers hoort daar ook bij dat deze ambtsdragers door onderlinge discussie verschillen in standpunten proberen te overbruggen en soms door 'onderhandelingen' proberen tot een eenstemmig besluit te komen. Dat is toch niet ineens ongeestelijk? Dat is juist een serieus nemen van onze eigen belijdenis. Want zó behaagt het de Here om Zijn kerk te regeren....

Ik meen dat het serieus nemen van deze regel uit Schrift en belijdenis van veel synodevrees verlost en voor veel synodeteleurstelling bewaart. Want dan zien we dat het deelnemen aan de synode - met al het menselijke wat daar bij hoort - toch voluit geestelijk werk is.

Slagvaardiger
Tot slot een derde opmerking. En die leeft de maken met de praktische kant van het synodewerk. Synodevrees wordt soms ook veroorzaakt door het feit dat het deelnemen aan de synode een grote fysieke en mentale inspanning vraagt. Het synodewerk kost vele, vele uren en soms ben je van de vroege morgen tot de late avond aan het vergaderen. Geen wonder, dat na verloop van een aantal weken een soort 'synodemoeheid' toeslaat.
Maar daar is iets aan te doen. Prof Selderhuis heeft gelijk, toen hij onlangs opmerkte dat de synode efficiënter kan. En wat mij betreft kan dat ook op een betrekkelijk eenvoudige manier. Vooral door als afgevaardigden zelfbeheersing te betrachten. Zelfbeheersing op twee punten.

1. Door bij de besprekingen vooral gericht te zijn op besluitvorming. Nu is de situatie zo dat bijna alle agendapunten eerst door een commissie worden voorbereid die vervolgens voorstellen doet aan de plenaire vergadering van de synode. En dat werkt goed. Maar regelmatig doet de plenaire vergadering de commissiediscussie nog eens over. En hele rij afgevaardigden voert dan (soms langdurig) het woord met allerlei vragen en opmerkingen. Meer dan eens herhaalt de ene spreker wat een andere spreker met andere woorden ook al had gezegd. Dat alles neemt veel tijd in beslag en heeft - op de keper beschouwd - weinig of geen invloed op de uiteindelijke besluitvorming. Vandaar mijn pleidooi voor zelfdiscipline. Laten synodeleden de plenaire bespreking toespitsen op de besluitvorming en alleen het woord voeren als ze iets bij te dragen hebben met het oog op de besluitvorming.

2. Door bij de besprekingen onderscheid te maken tussen hoofdzaken en bijzaken. Soms krijgt een onderdeel van een rapport, waarvan iedereen beseft dat het in het geheel maar bescheiden betekenis heeft, in de bespreking buitensporig veel aandacht. Ook als het om 'incidenten rond personen' gaat is dat vaak het geval. Dat is wel begrijpelijk, maar is het ook zinvol? Naar mijn idee nauwelijks. De synode doet er veel beter aan zich te concentreren op de hoofdlijnen van het beleid en bij 'incidenten' vooral terughoudend te reageren.
Als het lukt om deze zelfbeheersing in praktijk te brengen kan de trend dat Generale Synodes van onze kerken steeds langer duren gestopt worden en - wat nog belangrijker is - zal de geestelijke vreugde om door de Here ingeschakeld te worden bij dit stukje kerkenwerk alleen maar toenemen.

G. van Roekel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 2001

De Wekker | 16 Pagina's

Synodevrees?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 2001

De Wekker | 16 Pagina's