Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gemeenschap met Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeenschap met Christus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is heerlijk, alleen genade, om tot geloof te komen. Maar daarmee ben je er nog niet. Je verlangt naar geestelijke groei. U kent dat toch in uw leven? Of niet soms? Hoe kom je zover dat je toeneemt in de kennis van Christus?Paulus wijst ons de weg, wanneer hij zegt dat hij Christus wil kennen in de kracht van Zijn opstanding. Daarbij belijdt hij dat dit tegelijk inhoudt gemeenschap te hebben met het lijden van Christus.

Deel hebben aan Zijn lijden
Er zijn wel mensen, die wel willen groeien in het kennen van Christus' opstandingskracht, want dat is een blij leven, maar liever geen deel hebben aan het lijden van Christus, omdat dit verdriet meebrengt. Opstanding en lijden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zoals het afsterven van de oude mens en het opstaan van de nieuwe mens hand in hand gaan, zoals de Schrift ons leert.
Dat geeft strijd in het leven van Gods kinderen, maar het is wel een goede strijd.
Wanneer Paulus verlangt deel te hebben aan het lijden van Christus, is dit niet een begeren om af te sterven aan de oude mens, zoals wel wordt gezegd. In Filippensen 3 bedoelt de apostel iets anders. Het gaat hem daar om het volgen van de Heere. Een dienstknecht is niet meer dan zijn Heere. Ze hebben Mij vervolgd, zegt Jezus, ze zullen het ook u doen. Je zult de smaad van Christus dragen. Bespot worden, gehoond, geminacht, achteruit gezet. Je zult door veel verdrukkingen het koninkrijk van God binnengaan.
Dat was vroeger al zo. Dit wordt er vandaag niet minder op. Naarmate christenen hoe langer hoe meer in een minderheidspositie terechtkomen, brengt dit lijden mee. De apostel typeert dit in Romeinen 8 als het zijn van slachtschapen.
Wie Christus volgt, krijgt deel aan Zijn lijden. Je zult het 'horen': weg ermee! Van christenen mag je dan alles zeggen en dat doet pijn.
Hoe meer je gemeenschap met Christus hebt, des te meer zul je lijden, soms zelfs gedood worden.
Naamchristenen hebben daar geen last van. Zij passen zich aan en voorkomen zo het lijden om Christus' wil. Maar wanneer je één met Christus geworden bent, brengt de groei in het geestelijk leven mee dat je ook met Hem lijdt. Dat weerhoudt je niet om te verlangen Hem te kennen, én in de kracht van Zijn opstanding én gemeenschap te hebben met Zijn lijden.

Komen tot de opstanding
Wanneer Paulus te kennen geeft dat hij verlangt naar geestelijke groei (en hij daardoor de Filippensen in dit verlangen meetrekt), is hij ervan overtuigd dat dit lijden niet kan scheiden van de liefde van Christus, zoals hij daarover zo troostvol geschreven heeft in Romeinen 8.
Hij heeft het gezien bij de steniging van Stefanus, de eerste martelaar van de christelijke kerk.
Deze getuige van Christus moest om Christus lijden, tot de dood toe, maar hij zag de hemel geopend en Jezus aan Gods rechterhand staan! Daarvan sprak hij ook.
Gods kinderen komen in het graf terecht. Maar dat is het einde niet. Want daarop volgt de wederopstanding. We zullen als christenen met Hem lijden, maar ook met hem verheerlijkt worden. Deel krijgen aan het heerlijk lichaam van Christus, zoals Paulus in het slot van Filippensen 3 aangeeft. Gode zij dank. Die ons de overwinning geeft. Uiteindelijk volgt voor alle volgelingen van Christus de opstanding uit de dood.
Voor mensen, die niet geloofd hebben, zal de dag van de wederkomst van Christus verschrikkelijk zijn, als Gods oordeel over hen heen zal gaan en er geen ontkomen aan is.
Maar dan zal de heerlijkheid der vromen op het luisterrijkst te voorschijn komen! Ziel en lichaam zullen dan verenigd worden. Het zal de meest blijde dag zijn, wanneer al Gods beloften in vervulling gaan. Daarom verwachten wij die dag met een intens verlangen en kunnen we hier en u al bidden: kom, Heere Jezus, kom met spoed!
Naar die dag verlangt de apostel. Hij brengt dit onder woorden, door te zeggen: of ik enigszins mocht komen tot deze opstanding. Dat is geen twijfelmoedige uitdrukking, maar een bescheiden woordgebruik. Ik zou zo graag opstaan uit de dood en dit verlangen leg ik voor God neer.
De opstanding van Christus garandeert deze opstanding uit de doden en daarom des te meer verlangt Paulus ernaar om Christus steeds meer te kennen. Elke christen verlangt ditzelfde, ook al is dit verlangen niet op elk moment even sterk. Maar het is er wel en soms wordt dit zó onder woorden gebracht en komt openbaar het blijde vooruitzicht op het ten volle kennen van Christus.
Zo schenkt Gods goedheid hun begeren; lof zij de Heer der heren!

Van Amstel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 2001

De Wekker | 16 Pagina's

Gemeenschap met Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 2001

De Wekker | 16 Pagina's