Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'En er ontstond een verbittering'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'En er ontstond een verbittering'

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bijbelvaste lezer herkent deze woorden uit Handelingen 15:39. Lucas schrijft daar dat Paulus en Barnabas ruzie krijgen en hun wegen scheiden. Twee "groten" in het Koninkrijk en de kerk van God en Christus staan lijnrecht tegenover elkaar. Het conflict loopt hoog op. Ze kunnen niet meer over een zelfde weg. De verhouding raakt ernstig verstoord. Ze zijn op dat moment niet in staat het conflict te beheersen en bij te leggen.Over conflicten in de kerk en hoe er mee om te gaan.

Ruzie in de kerk. Twist en nijd in de gemeente. Het tegendeel van rust en vrede: vrucht van de inwoning van de Heilige Geest in de gemeente. Verbittering tussen leden van de gemeente van Christus brengen grote schade. Zeker als het een verbittering betreft tussen mensen die leiding geven in de kerk. Er kunnen zelfs scheuringen voortkomen uit ruzies tussen mensen, die de kerk liefhebben en zich in haar dienst geven maar elkaar in een bepaalde zaak niet meer kunnen bereiken.

Had Lucas de twist tussen Paulus en Barnabas niet kunnen overslaan? Wie heeft er wat aan? Wie wordt er door gebouwd? Feit is dat Lucas deze droevig stemmende gebeurtenis niet heeft overgeslagen. De ruzie tussen Paulus en Barnabas is bekend gebleven in de jonge, christelijke kerk. Het scherpe conflict heeft gevolgen gehad voor het zendingswerk! In plaats van één groep zendelingen gaan nu twee koppels op reis om het Evangelie in de wereld van die dagen te verspreiden. Met andere woorden: de zaak van het Evangelie is door deze verbittering niet geschaad en de loop van het Evangelie is niet belemmerd. Daarin zien we hoe de Heilige Geest toch de leiding houdt zelfs als geestelijke mensen elkaar (tijdelijk) kwijt raken.

Delen in de genade. En toch....
Bijna elke gemeente kent in haar geschiedenis voorbeelden van onenigheid, ruzies, ongeestelijk optreden, harde woorden over en weer. Dat mag niet zo zijn, maar het gebeurt en zal ook blijven gebeuren. Paulus en Barnabas kenden beiden genade. Het waren vooraanstaande broeders in de jonge, christelijke kerk. Wat heeft de kerk van het Nieuwe Testament geweldig veel aan de apostel Paulus te danken! Wat heeft Christus aan Zijn kerk een groot geschenk gegeven in de figuur van deze Paulus. Wat had deze broeder een inzicht in Wet en Evangelie, in kruis en opstanding, in de grote toekomst van de Here Jezus Christus. Hij is een van de allerdiepste christelijke denkers geweest. Wat hebben wij er een werk aan om hem te verstaan. Hij was een man van de Heilige Geest.
Maar ook een man als Paulus bleef zijn persoonlijkheid en zijn karakter behouden. Genade heiligt onze persoonlijkheid maar verandert die niet. We behouden ons karakter. Maar we proberen met zwakke kanten van ons karakter positief christelijk om te gaan. De apostelen hebben in de begintijd van de christelijke kerk veel aan hun hoofd gehad. Alles was nieuw voor hen. Er was voor het leven van de jonge kerk weinig geregeld. Juist Handelingen 15 beschrijft ons een uiterst belangrijke vergadering van de apostelen in Jeruzalem.

Paulus staat aan het begin van zijn tweede zendingsreis. Die wil hij samen met Barnabas ondernemen. Barnabas wil Johannes Marcus meenemen op de nieuwe zendingsreis. Maar Paulus wil Johannes Marcus pertinent niet meer mee hebben. Marcus heeft het tijdens de eerste zendingsreis laten afweten. En zowel Paulus als Barnabas geven niets aan elkaar toe. Er ontstaat een verbittering, als het ware een koortsaanval. En de temperatuur loopt hoog op. De koorts van de verbittering leidt tot een crisis. Het gevolg is dat Paulus Silas (Lucas dus) uitkiest om met hem mee te gaan op de zendingsreis. En Barnabas vertrekt met Johannes Marcus naar Cyprus. Van hen horen we daarna niets meer.

Kunnen wij van dit conflict leren?
Twee arbeiders in Berlijn raken in gesprek over de kerk. "Daar zien ze mij niet meer", zegt de een tegen de ander. "Geloof je dan niet in God?", vraagt deze. Waarop de eerste antwoordt: "Ik geloof wel in God, maar ik heb geen fiducie in Zijn grondpersoneel".
Zo'n uitspraak zet aan het denken. Hoe houden wij in de kerk de mensen en de gemeenten bij elkaar? Al die mensen in hun verscheidenheid, met hun niet altijd gelijke ligging en inzichten, hun achtergrond, hun karakter. Hoe houd je hen bijeen in de ene band van geloof, hoop en liefde? Moeten scheuringen dan altijd doorgaan? Een kerkscheuring is alleen dan geoorloofd als het Woord van God duidelijk en aantoonbaar in geding is. Als de vrijzinnigheid sterk wordt, als kerkelijke vergaderingen het Evangelie monddood maken of er mee gaan schipperen. Als men gaat handelen op een wijze die duidelijk in botsing komt met het Evangelie zelf. Dan is reformatie van de kerk geboden.
Zo'n reformatie van de kerk vond plaats in de zestiende eeuw en ook de terugkeer naar de ware kerk van Christus in Nederland in de 19e eeuw (de zogenaamde Afscheiding) mag als een vorm van wettige reformatie van de kerk worden gezien (al kunnen de Hervormde broeders en zusters in die zienswijze niet mee komen). Maar om een bepaald liggingsverschil, om verscheidenheid in plaatselijke gewoonten mag geen kerksplitsing plaatsvinden en dus zeker niet om de zogenaamde middelmatige zaken al is het nog niet zo eenvoudig om te zeggen wat tot die middelmatige zaken behoort. In een plaatselijke gemeente kan niet iedereen zijn of haar zin doorzetten. Binnen de kortste keren staan we tegenover elkaar. Een kerkenraad mag zich nimmer laten verleiden om bij groepsdenken of liggingsverschillen een keuze voor de een en tegen de ander te doen. Ook hier wijs ik op de eigensoortigheid van het denken en handelen van de kerkenraad. Hij staat alleen in dienst van Christus.
Door middel van Zijn Woord en Geest regeert Christus de gehele gemeente. Bij die geestelijke regering heeft de kerkenraad een eigen taak. Een kerkenraad moet dus altijd boven partijen blijven staan en dat wordt hem door geen van de partijen in dank afgenomen. Maar het is de enige geestelijke kracht van de kerkenraad en daardoor zal hij de gemeente bouwen en uiteindelijk de eenheid bevorderen en bewaren. Al te veel ellende is voortgekomen uit het kiezen van een positie waarbij bepaalde mensen naar de ogen werd gezien. Uiteraard heeft een kerkenraad te luisteren naar wat mensen zeggen. Maar de kerkenraad heeft een eigen bevoegdheid om wat gezegd wordt te toetsen aan het Woord en de belijdenis.

Hele gemeente
Daarbij heeft de kerkenraad het geheel van de gemeente in het oog te houden. Wij moeten, in het algemeen gezegd, allen wel eens wat inleveren van wat we zelf in ons geweten als geoorloofd beschouwen en graag willen. Maar de eerste vraag is: dien ik het geheel of zoek ik me zelf of de groep met wie ik me sterk probeer te maken? Ook aan christenen is niets menselijks vreemd. Maar ieder lid van de gemeente moet zich van tijd tot tijd afvragen: hoe gedraag ik me in de gemeente met het oog op de opbouw van het geheel? Ben ik een bouwer of breker? Of nog een ander iemand? Bouw ik bruggen of breek ik ze af?

Je ziet het soms gebeuren dat mensen die met elkaar zware stormen hebben doorstaan, uit elkaar gaan vanwege naar het lijkt een storm in een glas water. De honderd procent mondigheid behalen we niet in de praktijk. We moeten er wel naar streven! De grote hervormer Johannes Calvijn heeft in zijn buitengewoon werkzame leven heel wat moeten doorstaan. De stormen zijn ook over hem heengegaan. En hij waarschuwt de christenen van zijn tijd en dus ook ons. Hij zegt: "Als zoiets al gebeurt onder mensen, die in tegenspoed en beproeving een heilige eenheid hebben bewaard, hoe makkelijk zal satan dan de gelegenheid hebben om mensen, die geen enkel verlangen kennen de vrede te bewaren, uit elkaar te drijven".

Verzoening mogelijk
Conflicten hoeven niet het laatste woord te hebben. Ze mogen niet het laatste woord zijn. Dat geldt zelfs van (kerk)historische conflicten. Later spreekt Paulus in zijn brieven zonder enig verwijt over Barnabas (1 Corinthiërs 9:6). En drie keer noemt hij in zijn brieven de naam van Johannes Marcus met een goed getuigenis (Colossenzen 4:10; 2 Timotheüs 4:11 en Filemon: 24). Het kan weer goed komen tussen broeders en zusters die ruzie hebben gehad. Hoe kan het anders wanneer ze weer tot het nieuwe en doorleefde besef komen wie ze samen en wie ze persoonlijk zijn voor God?
Dat ze allen door de ene en dezelfde Zaligmaker behouden moeten worden. Houdt dus conflicten bespreekbaar. Denk om de zuivere toon. De kerk is de wereld niet. En: hoe sta ik bekend? Als een man of vrouw van de vrede of als iemand die het conflict zoekt? Hoe kent God ons? Indringende vragen. Maar in het zelfonderzoek mogen we voor de meest indringende vragen in het licht van Woord en Geest niet uit de weg gaan. Want de eenheid van de kerk en de vrede van de kerk is ons lief.
Ik eindig met een woord van Paulus: "En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid, om te onderscheiden waarop het aankomt", (Filippenzen 1:9).

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 2001

De Wekker | 16 Pagina's

'En er ontstond een verbittering'

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 2001

De Wekker | 16 Pagina's