'Kinderen hebben een volwaardige plaats in de gemeente'

'Kind en Evangelie hebben inderdaad alles met elkaar te maken. Ik wil allereerst wijzen op de bekende woorden van de Heere Jezus: "Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert hen niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods" (Lukas 18:16). In deze woorden legt Christus Zelf de band tussen kind en Evangelie. Het Evangelie is niet alleen bestemd voor ouderen, maar niet minder ook voor kinderen. De Heere Jezus wil ook de Zaligmaker van kinderen zijn.
Maar er is uiteraard meer te noemen. Denk bijvoorbeeld aan Schriftgedeelten als Deut. 6 en Ps. 78, waar het gaat over de opdracht om de grote werken van de Heere aan kinderen te vertellen, opdat ook zij de Heere vrezen en hun hoop op Hem zouden stellen. In heel de Schrift zie je de lijn dat ook kinderen de boodschap van zonde en genade mogen en moeten horen.'

Doop en gemeente
'Het sacrament van de doop onderstreept deze relatie tussen kind en Evangelie. De heilige doop is het zichtbare teken en zegel dat ook onze kinderen in het verbond begrepen zijn. God heeft Zijn verbond met Abraham en zijn nageslacht opgericht. De heilige doop is een bevestiging dat de beloften van het Evangelie ook geadresseerd zijn aan de kinderen. God vraagt naar kinderen, die van nature naar Hem niet vragen. Hij plaatst hen onder klem van Zijn beloften en van Zijn eisen. Het verbond dat God met ons en onze kinderen heeft opgericht, is het uitgangspunt voor de verkondiging van het Evangelie aan onze kinderen binnen de gemeente. God wil dat ze Zijn Woord horen. Hij wil hen bekend maken met de genade die Hij aan zondaren wil schenken. De doop maakt zichtbaar dat de Heere ook onze kinderen op het oog heeft en dat Hij onderscheid maakt waarvan nature geen onderscheid is.'

Wat betekent dat voor de plaats van kinderen in de gemeente?
'Kinderen hebben een volwaardige plaats in de gemeente. Laten we ervoor oppassen dat we hen zouden hinderen om tot Christus te gaan. Concreet denk ik dat een predikant bij de voorbereiding van de prediking er altijd rekening mee moet houden hoe hij boodschap van de tekst aan kinderen duidelijk kan maken. Kinderen moeten het gevoel hebben dat de preek niet alleen voor de ouderen in de gemeente is. Je bent er natuurlijk niet door een paar keer te zeggen: jongens en meisjes, dit geldt ook voor jullie. Het gaat erom dat de boodschap van de tekst voor de kinderen te begrijpen is, al zeg ik er tegelijk eerlijk bij dat ik het moeilijke opgave vind om ook zo te preken dat kinderen begrijpen waar het om gaat en dat zal ook lang niet altijd gelukt zijn. Dat betekent ook hier weer niet dat de preek van a tot z helemaal begrepen moet kunnen worden. Het gaat erom dat ze de boodschap van het Bijbelgedeelte verstaan.

Het is ook goed bij de keuze van de psalmen voor de dienst te denken aan een paar psalmen die kinderen ook kennen. Hier op Urk zingen we elke zondag de psalmverzen die de kinderen voor desbetreffende zondag hebben geleerd voor de zondagsschool. Je zou ook kunnen denken aan psalmen die op school geleerd zijn. Het geeft de kinderen betrokkenheid bij de eredienst.'

En het huisbezoek?
'Het is belangrijk dat kinderen zo vroeg mogelijk ook bij het huisbezoek aanwezig zijn, en dat de kinderen ook merken dat ze er helemaal bij horen. De zorg van de Goede Herder is ook gericht op de zielen van kinderen. Dat moet ook bepalend zijn voor ons zicht op de kinderen van de gemeente. Natuurlijk is en blijft de opvoeding primair de verantwoordelijkheid van de ouders. Zij hebben hun kinderen ontvangen van de Heere en zij hebben hun ja-woord gegeven bij de doop. Dat betekent dat ouders hun kinderen voorgaan in de dienst van de Heere. Ouders moeten laten zien en merken hoe goed het is de Heere te dienen. Zijn dienst is immers een liefdedienst. Daarnaast moeten we alle mogelijkheden gebruiken om kinderen te onderwijzen in de 'voorzeide leer'. In Deuteronomium 6 lezen we hoe de ouders de kinderen voortdurend zullen inscherpen wat de Heere gedaan heeft en wat Hij van hen vraagt.
Die taak is een grote verantwoordelijkheid voor de ouders, die we niet mogen afschuiven op een school of zondagsschool.
De gemeente heeft natuurlijk de opdracht om de ouders daarin te steunen. Dan kan op verschillende manieren. Dat kan in de prediking als de tekst daar gelegenheid voor geeft. Dat kan op het huisbezoek of door op een gemeenteavond dit onderwerp aan de orde te stellen.'

Kinderpastoraat
Wat vindt u van het pleidooi dat de laatste tijd regelmatig wordt gehouden voor een speciaal kinderpastoraat?
'Ik moet eerlijk zeggen dat ik nog niet zo bekend ben met het verschijnsel 'speciaal kinderpastoraat'. In zijn algemeenheid zou ik willen zeggen dat we onszelf altijd weer hebben af te vragen hoe we als gemeente kinderen zo goed mogelijk het Evangelie kunnen doorgeven. Ik weet niet of je moet overgaan tot speciaal kinderpastoraat. In ieder geval is duidelijk dat kinderen een volwaardige plaats in het pastoraat moeten hebben.'

Hoe brengt u op Urk de relatie kind en Evangelie in praktijk?
'Zoals bekend is onze Maranathagemeente een kinderrijke gemeente. Ruim een kwart van de gemeente (3100 zielen) wordt gevormd door kinderen onder de 12 jaar. Op de zondagsschool zijn 600 kinderen van 5 t/m 12 jaar. Daarbij natuurlijk niet te vergeten de grote groep jeugd die daarboven zit. De meerderheid van de gemeente bestaat uit jongere doopleden. Het afgelopen jaar waren er ruim 30 catechisatiegroepen.
Wat de kinderen betreft hebben ze geen bijzondere plaats in die zin dat we een kindernevendienst hebben. Kinderen horen voor ons vanzelfsprekend in de eredienst thuis onder de verkondiging van het Evangelie en we proberen hen als predikanten zoveel mogelijk te betrekken in de prediking. Ook de vele doopsbedieningen zijn een uitstekende gelegenheid om kinderen er bij te betrekken.
Het gegeven dat je zoveel kinderen onder je gehoor hebt, dringt me als predikant toch om te proberen echt rekening met hen te houden. Of me dat altijd lukt is natuurlijk een volgende vraag, maar dat kunt u beter vragen aan de kinderen van de gemeente. Verder zie ik het echt als een zegen dat er zoveel kinderen zijn aan wie je mag vertellen wie de Heere Jezus is opdat ook zij de Hem leren kennen als hun Borg en Zaligmaker.
Uiteraard neemt de zondagsschool een grote plaats in in onze gemeente. Ook zijn we betrokken als gemeente bij de interkerkelijke Vakantiebijbelschool die ook altijd weer vele kinderen trekt.'

Zondagsschoolonderwijzer... secretaris... voorzitter
Hoe raakte u betrokken bij de Bond van Zondagsscholen?
'Allereerst ben ik aantal jaren bij het zondagsschoolwerk in de gemeente van Nunspeet betrokken geweest. Zowel als zondagsschoolonderwijzer als secretaris van het bestuur van de zondagsschool. Ook was ik indertijd betrokken bij de Ring Nunspeet. Ik denk dat vanuit deze achtergrond me gevraagd is om me kandidaat te stellen voor het voorzitterschap van onze bond, toen ds. de Romph te kennen had gegeven om na 24 jaar te stoppen met het werk als bondsvoorzitter. Nadat ik verkozen was als opvolger van ds. de Romph, heb ik een jaar meegedraaid in het bestuur van de bond en in 1998 heb ik de voorzittershamer overgenomen.'

'De zondagsscholenbond is in de jaren dertig opgericht om met name het zondagsschoolpersoneel te dienen met de uitgave van een blad ter ondersteuning van de wekelijkse bijbelvertelling. Daarnaast wilde men het oprichten van zondagsscholen in de plaatselijke gemeente stimuleren. Opvallend is dat men daarbij ook zeker het buitenkerkelijke kind op het oog heeft gehad. De zondagsschool achtte men een geschikt middel om kinderen van buiten de kerk in aanraking met Evangelie te brengen.
Grote stimulator achter dit werk van de bond was ds. W.F. Laman, die ook jaren voorzitter van de Bond is geweest.
Je zou kunnen zeggen dat de bond vooral dient ter ondersteuning van de plaatselijke zondagsscholen. Ons blad "De Wegwijzer" wil de leiders en leidsters helpen bij de voorbereiding van de vertellingen. Juist in de achterliggende periode heeft dit blad een grondige herziening ondergaan, wat betreft opzet en lay-out. Verder geven we een blad "De Herderstaf" uit dat bedoeld is voor de kinderen zelf.
Er zijn een aantal regio's, waarin de gezamenlijke zondagsscholen elkaar ontmoeten rond een thema of rond een vertelling die door een van de medewerkers wordt gehouden. Binnen de bond zijn dat de Ringen. De ene Ring functioneert beter dan de ander, maar ik heb de indruk dat de betrokkenheid weer wat groeit.
Uiteraard worstelen we als bond ook met de verscheidenheid die er in onze kerken ontstaan is. Toch proberen we een Bond te zijn voor het geheel van onze kerken in de lijn zoals de Bond dat ook in het verleden gedaan heeft. Maar ik kan eerlijk zeggen dat we als Bondsbestuur echt open staan voor gesprek met de plaatselijke zondagsscholen. We proberen hen in hun werk te dienen en te ondersteunen.'

G. van Roekel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen