Hoofdlijnen uit het 'hart van de Veluwe' (11)

Leefbaar?
Op de eerste vergaderdag kwam allereerst het rapport aan de orde van Deputaten Studiefonds. Daarin was een nieuwe regeling opgenomen. Het Studiefonds heeft als doel admissiale studenten die niet in aanmerking komen voor studiefinanciering (WSF) zo nodig financieel bij te staan. Tijdens de vorige synode werd besloten dat de regeling 70% kwijtschelden, 30% terugbetalen aangepast zou moeten worden aan wat geldt voor studenten die wel een 'beurs van het rijk' krijgen, dus 70% terugbetalen, 30% kwijtschelden. Maar dat bleek in de praktijk ook gevolgen te hebben voor die studenten die al 'rechten' opgebouwd hadden in de jaren daarvoor. Die zagen in één keer hun af te lossen studieschuld geweldig toenemen. Welnu, het Studiefonds heeft in overleg met het Curatorium toen besloten de regeling alleen toe te passen op studenten na 1 januari 1999. De synode heeft achteraf deze regeling ten aanzien van 'oude' studenten goedgekeurd. Het moet immers wel leefbaar blijven. Het betreft dan vaak studenten met een gezin en het is onverantwoord om deze met een hoge studieschuld de pastorie in te laten gaan. Overigens werd opgemerkt dat de verantwoordelijkheid voor de financiële situatie van een predikant die aan een gemeente verbonden is primair ligt bij de plaatselijke kerkenraad. Zou dit geen belemmering kunnen vormen voor het beroepen van kandidaten door kleine(re) gemeenten? Dat zou te betreuren zijn. In het kader van het gehouden onderzoek van predikantstraktementen zijn ook een aantal verbeteringen voorgesteld en aanvaard t.a.v. bepaalde financiële regelingen en zijn er twee periodieken toegevoegd aan de 'traktementen- ladder', die nu dus 15 sporten telt. Het gaat er in ieder geval om dat er inhoud gegeven wordt aan wat in iedere beroepsbrief vermeld staat: 'opdat gij zonder zorg van het Evangelie kunt leven'.

Leerbaar!
In deze week zijn nogal wat zaken teruggekomen die al eerder uitvoerige besproken waren tijdens een plenaire vergadering. De synodale commissies hebben zich daarna gebogen over allerlei voorstellen vanuit de vergadering en kwamen met aangepaste voorstellen. In een aantal gevallen was de bespreking tijdens deze vierde zittingsweek van het desbetreffende rapport dan ook van korte duur. Zo ook bij het rapport van Deputaten Kerkjeugd en Onderwijs. Was er eerst nog sprake van een nieuwe opdracht die zou kunnen leiden tot het oprichten van een 'jeugdbureau', na alles gehoord en overwogen te hebben, stelde de commissie nu niet meer voor om in die richting nog verder plannen te ontwikkelen. De noodzakelijkheid, de wenselijkheid en de haalbaarheid van een dergelijk bureau was immers de achterliggende drie jaar niet duidelijk geworden. Deputaten KJO is nu opgedragen (mede op eigen verzoek) zich te richten op hun hoofdtaak: "visie te ontwikkelen op hun hoofdtaak, die bestaat in het bevorderen dat aan de jeugd een christelijke opvoeding en schriftuurlijke voorlichting en leiding wordt gegeven, zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren; daarbij de behoefte van de kerken c.q. kerkenraden aan begeleiding en ondersteuning inzake opvoedingsvragen en het jeugdwerk te inventariseren". Verder zal het 'leerplan voor onderwijs en vorming' verder worden uitgewerkt en in 'muntgeld' worden omgezet.
Vanuit de vergadering kwam ook een voorstel en dat is aanvaard om te stimuleren dat jongeren met een handicap en/of chronische aandoening in de activiteiten worden betrokken.

Leesbaar?
Tijdens de vorige bespreking van het rapport van deputaten Schriftberijmingen en herziening van de liturgische formulieren bleek hier en daar er toch wel enige begripsverwarring geweest te zijn. De 'herziening' betreft niet de klassieke formulieren. Die worden ongemoeid gelaten. Het ging in de opdracht die deze deputaten in 1998 ontvingen om de bestaande formulieren zoals die vastgesteld zijn door de generale synoden 1968/69, 1971/72 en 1974. De opdracht sprak over: 1. De wenselijkheid te onderzoeken van meer schriftuurlijk onderwijs, 2. De wenselijkheid te onderzoeken van meer formulieren, 3. Onderzoek te doen naar een bewerking in hedendaags Nederlands van de bestaande formulieren.
Deputaten hebben dit onderzoek verricht en een aantal motieven op een rijtje gezet die aanleiding zouden kunnen geven om inderdaad de 'bestaande' formulieren te herzien. Al blijft waar, wat deputaten zelf opmerken, dat deze motieven 'verschillend beoordeeld kunnen worden'. Het is de bedoeling allerlei 'wildgroei' (een woord dat al eerder tijdens deze synode gebruikt is voor ontwikkelingen binnen onze kerken) tegen te gaan. Daarom besloot de synode:
'deputaten opdracht te geven contacten te leggen binnen het geheel van de gereformeerde gezindte om zo mogelijk te komen tot samenwerking en eenstemmigheid wat betreft taal en inhoud van de liturgische formulieren';
'deputaten opdracht te geven tot het opstellen van nieuwe formulieren (...) daarbij voorrang te geven aan het doop- en huwelijksformulier'.
Als de grote schatten uit de kerk van de reformatie maar niet verbleken. Het nieuwe deputaatschap voor de Eredienst gaat aan de slag. We zullen er wel van horen.

M.J. Kater

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen