Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jozef in geloof ontslapen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jozef in geloof ontslapen

Bijbelstudie over het leven van Jozef (8 en slot): (Gen. 50: 15-26)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gedachten van vrede
Wanneer Jakob gestorven is, begint opnieuw het geweten van Jozefs broers te spreken. Blijkbaar vertrouwen ze hem ten diepste nog niet. Ze vrezen alsnog zijn wraak. We zien hier precies hoe wij mensen tegenover de Heere staan. Wij twijfelen aan Zijn gedachten van vrede en genade over zondaren. Temeer daar ons geweten ons inderdaad aan moet klagen. De broers erkennen hun ongerechtigheden, hun zonde (v. 17). Maar opnieuw stelt Jozef zijn broers gerust. Hij zegt het ronduit: jullie hebben kwaad tegen mij gedacht - dat was zondig -, maar God heeft dat ten goede gedacht - dat is Zijn genadig handelen -, namelijk om een groot volk In het leven te behouden. Dat zegt Zafnath Paänea, de behouder des levens, zoals de Egyptenaren hem noemden (Gen. 41: 45). Nu dan, vreest niet! Zo troost Jozef hen en spreekt tot hun hart. Zo doet de Heere nu ook met iedere door schuld verslagen zondaar.

Geloof in Gods belofte
Jozef heeft, anders dan de aartsvaders, maar weinig rechtstreekse openbaringen van God gekregen. Hij heeft het, wat zijn kennis van God betreft, enkel met die paar dromen uit zijn jeugd moeten doen én met wat zijn vader Jakob over Gods beloften had gezegd. Dat is dan ook de reden waarom hij in de bekende rij van geloofsgetuigen in Hebr. 11 een plaats heeft gekregen. Hij heeft vooral geloofd in Gods beloften. Jozef wordt als laatste in de rij van aartsvaders genoemd en hij draagt de fakkel van het geloof en de godsvrucht ook weer over aan zijn nageslacht. In Hebr. 11: 22 staat dat hij, zijn leven beëindigende, gemeld heeft van de uitgang, de exodus, der kinderen Israëls. In Gen. 50 lezen we dan ook dat Jozef tot tweemaal toe zegt: God zal u gewis bezoeken. Hij zal zeker naar u omzien. Die Jozef met zijn zekere geloof!
En dat terwijl hij in zijn leven zoveel geloofsbeproevingen had meegemaakt. Of: was juist daardoor zijn geloof als een boom in de storm steeds meer geworteld in de vaste grond? We kunnen wel zeggen dat zijn leven helemaal stond in het teken van het wachten op en gelovig vasthouden aan de toegezegde vervulling van Gods beloften. Vanaf zijn opvoeding thuis via de put en Potifars vrouw, toen via de gevangenisjaren tot aan de jaren van weelde aan het hof was hij beproefd geweest. Iemand merkte op: Jozef had eigenlijk geen stervensgenade nodig omdat hij al zoveel levensgenade had. Hij stierf zoals hij leefde, nl. bij het beloftewoord van God. Wat een voorrecht als dat ook van ons leven zou kunnen worden gezegd. Zalig wie daar ook van harte naar zoekt met ingespannen krachten. Nemen we er de tijd, de gelegenheid voor? In een leven bij de Schrift komen we in het spoor van de Geest, Die ons leidt.

Doodskist als sacrament
Jozef had nog niet zo lang geleden zijn vader naar diens wens begraven in het beloofde land. Dat was in de spelonk met het stuk land dat Abraham indertijd gekocht had van Efron, de Hethiet. Maar Jozef maakte voor zijn sterven een andere keuze. Hij wilde namelijk niet meteen bij zijn vaderen in Kanaän begraven worden, maar bij zijn inmiddels behoorlijk uitgegroeide familie in Egypte blijven. Wie denkt dat Jozef natuurlijk niet buiten de Egyptische hofgewoonte om kon handelen, moet ook bedenken dat iedereen zijn buitenlandse afkomst wist en dat nog maar kort geleden bij de begrafenis van zijn vader opnieuw gebleken was.
Hij had dus ook buiten Egypte in het beloofde land begraven kunnen worden.
In Ex. 13: 19 staat dat Jozef met een plechtige eed het de zonen van Israël had doen zweren dat zij zijn lichaam mee zouden nemen wanneer zij naar dat land zouden gaan. Inderdaad is dat ook gebeurd, maar dat was wel 4 à 500 jaar later! Al die jaren had de kist met Jozefs gebeente in Egypte gestaan. Misschien wel in een kleine piramide. Mozes kon de kist direct meenemen. Die was dus eeuwenlang een stille en toch sprekende getuige geweest van het geloof van Jozef. Als een sacrament, een teken tot versterking van het geloof van Israël in Gods vaste, onveranderlijke heilsbelofte. We weten uit de geschiedenis dat dat geloof tijdens de drukkende slavernij wel heel klein geworden was. Maar het geloof van Jozef was groot geweest.

In het geloofsspoor der vaderen
Het is een steeds terugkerend motief in de geschiedenis van Gods kerk: er is een voorgeslacht dat God dient, maar hoe doen de kinderen en kindskinderen het? Wat betekent de Bijbel voor ons? Worden we aangesproken door Gods beloften of zeggen die ons niet veel? Wat zegt ons onze doop? Beseffen we het doel van ons leven? En de zin van ons bestaan? Hebben we oog en hart voor de unieke verbondsrelatie waarin de Heere ons stelt? Hoe God ons in onze aangeboren natuurlijke afkeer en ons wantrouwen jegens Hem en in onze opstandigheid, onze onverschilligheid of onze vertwijfeling opzoekt? Wij die onszelf met geen mogelijkheid uit ons slavenbestaan kunnen verlossen? Hij is ook de Enige Die de eeuwige honger en kommer die in een mensenhart huist, kan stillen.
Jozef kon alleen zeggen: ik ga sterven. Maar Jezus zegt: Ik ben de opstanding en het leven.
In het Nieuwe Testament wordt ons een veel duidelijker beeld gegeven van wat Gods beloften inhouden dan Jozef kon weten. Leren we maar veel te schuilen bij de meerdere Jozef, Die door Zijn zoendood Gods beloften heeft vervuld om de Zijnen voor eeuwig in het beloofde land te brengen. Die zijn beenderen niet in een houten kist heeft laten leggen maar op het kruishout de intocht in het beloofde land bewerkstelligde.


Vragen:
1. Herkennen we iets van dat wantrouwen in Gods goedheid ook in ons eigen leven?
2. Is geloofsbeproeving ook altijd geloofsverdieping?
3. Is het voor de jongere generatie in wezen moeilijker om te geloven in Gods beloften?
4. Was Jozef nu verder in zijn geloof dan de nieuwtestamentische gelovigen?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 2002

De Wekker | 16 Pagina's

Jozef in geloof ontslapen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 2002

De Wekker | 16 Pagina's