Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opstanding en verkondiging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opstanding en verkondiging

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De opstanding blijft onderwerp van discussie en studie. Dat geldt zowel de opstanding van Jezus Christus als de opstanding van alle mensen op de jongste dag. Dat mensen die niet in God geloven en die de Bijbel niet als het betrouwbare Woord van God aanvaarden, niet in de opstanding geloven, is te begrijpen. Gecompliceerder wordt het als mensen die zeggen wel te geloven de opstanding ontkennen of aan de opstanding een andere betekenis geven dan de Bijbel doet. Dat kan indruk op ons maken. Hoe vinden wij de juiste weg en hoe houden wij de weg?

Het geloof is niet bij ieder
Het is zeker dat lang niet iedereen die zich christen noemt, met het hart gelooft in de opstanding van Jezus Christus. En het is even zeker dat een behoorlijk aantal van de mensen die (min of meer regelmatig) naar een kerk gaan, ervan overtuigd zijn dat er straks aan het einde van de tijd een opstanding van alle mensen plaatsvindt. Als alle mensen die zich rooms-katholiek, hervormd, gereformeerd of nog anders noemen wat de kerkelijke denominatie betreft, zich eerlijk zouden uitspreken over deze punten, zouden we schokkende cijfers te zien krijgen! De vraag laat zich zelfs niet onderdrukken hoe het met deze zaken gesteld is in de gemeenten, die voluit reformatorisch willen zijn. Belijden alle leden van de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt), de Nederlands Gereformeerde Kerken, met hun hart de lichamelijke opstanding van Jezus Christus? En geloven ze onvoorwaardelijk in een tweeërlei opstanding op de jongste dag? Dat er voor de gelovigen een zalige opstanding tot heerlijkheid zal zijn en voor de ongelovigen een opstanding tot eeuwig afgrijzen? Je hoopt het van harte.

Ik las recent enkele cijfers over het geloof in de opstanding in Duitsland. De meeste Duitsers geloven niet in een opstanding uit de doden. Voor velen is dit een pure wensvoorstelling. Anderen zien in de opstanding uitsluitend een symbool van de hoop. Ongeveer dertig procent staat nog achter de traditionele christelijke voorstelling dat het lichaam sterft en de ziel verder leeft. Dat betekent dat al de anderen op dit punt een andere opvatting hebben. Die opvattingen zullen gevarieerd en onderling verschillend zijn. Er zijn er, die van mening zijn dat men na de dood als een ander mens op de wereld komt. Waar men deze gedachte vandaan haalt? De theorie van de reïncarnatie heeft grote invloed. Vooral jongere mensen hangen de gedachte van de reïncarnatie aan. Nu is de "leer" van de reïncarnatie bepaald niet helder. Er zijn allerlei variaties in. Maar de kern is: na het sterven komt men als een ander levend wezen terug op aarde. Het is een gedachte die voor de honderd procent onbijbels is. Het is ook een gevaarlijke theorie want mensen worden er door bedrogen. Het grijpt je altijd weer aan als je tot je laat doordringen dat mensen door bepaalde opvattingen, die rechtstreeks tegen het Woord van God ingaan, bedrogen worden voor wal hun eeuwig voortbestaan betreft. Een mens wil graag geloven wat hem op de een of andere manier aannemelijk lijkt. Maar je te laten gezeggen door het Woord van God is heel wat anders. En de Bijbel is helder over de opstanding. Dat geldt zowel van de opstanding van Jezus Christus uit de doden en het geldt van de opstanding van alle mensen op de jongste dag.

De opstanding bestreden
Van meet af is de opstanding van Christus bestreden. In het bekende opstandingshoofdstuk 1 Corinthiërs 15 keert Paulus zich fel tegen de dwaalleer dat er geen opstanding is. Dat wil zeggen: opstanding van de doden. Je kunt over het woord opstanding op aansprekende en diepzinnige wijze filosoferen en er allerlei mooie gedachten over ontwikkelen. Je kunt opstanding verbinden met opstandigheid, met een kritische levenshouding tegen de gevestigde orde. Maar in de Bijbel is opstanding; opstanding uit de doden! En dan aarzelt de Schrift niet om de opstanding een totale opstanding te laten zijn: zelfs van het dode lichaam. Deze opstanding gaat inderdaad onze kentheorie te boven. Deze opstanding behoort niet tot de mogelijkheid van de mens. De werkelijkheid van de opstanding doet ons in aanraking komen met de macht van God. Opstanding is daad van God. Een daad van de almachtige God aan ons en aan ons lichaam. De opstanding is dus zaak van geloof Maar geloof rust op (heils)feiten. Steeds weer wordt de historiciteit van de opstanding van Christus ter discussie gesteld en zelfs ontkend. Men spreekt tegen het Woord van God in. Op de een of andere wijze stoot men zich aan de kracht van het bijbels getuigenis dat Jezus Christus inderdaad met Zijn dode lichaam is opgestaan. Dat Hij door de Vader is opgewekt in het eeuwige leven. De Bijbel wil er niets van weten dat de opstanding van Christus een visionaire beleving van de discipelen is geweest. Dan is er geen sprake van een feitelijke, lichamelijke opstanding binnen het raam van onze historie, maar van een opstanding van Jezus in de beleving van de discipelen. Deze visioensthese over de opstanding van Christus is vreemd aan het bijbels getuigenis. De Bijbel doet er niet zo moeilijk en ingewikkeld over. Het hart van de verkondiging zijn het kruis en de opstanding van Christus. De gekruisigde, gestorven Christus is op de derde dag verrezen. Hij is door Simon gezien. En niet alleen door Simon. De verschijningen van de opgestane Christus zijn werkelijke verschijningen geweest, binnen de horizon en de mogelijkheid van de beleving van mensen. De gesprekken die Jezus in de veertig dagen tussen Zijn opstanding en Zijn hemelvaart heeft gehad, zijn toch geen gesprekken geweest als Jezus niet de Levende was, die concreet met Zijn discipelen omging en sprak. Lucas zegt in Handelingen 1:3 dat Jezus Zich na Zijn lijden levend met vele kentekenen heeft vertoond aan de apostelen. Hij verscheen aan hen gedurende veertig dagen en sprak met over alles wat het Koninkrijk van God betreft. Hij zit met Zijn discipelen aan en geeft hun bevelen met het oog op de aanstaande uitstorting van de Heilige Geest. Deze verzen zijn gewoon onzin als ze niet waar zijn. Je moet over ongeloof beschikken om zulke woorden weg te verklaren. Ze kunnen onmogelijk worden opgenomen in een visioensthese of je moet wel een grote fantasie hebben.

Verkondiging
Wat ik hiermee wil aangeven is dat we niet te veel onder de indruk moeten zijn van allerlei theorieën en stellingen die het duidelijke en eenparige getuigenis van de Schrift over de opstanding van Jezus Christus uit de doden in twijfel trekken, onder kritiek stellen of zelfs regelrecht ontkennen. De fatale gevolgen daarvan geeft Paulus aan in 1 Corinthiërs 15.
De opstanding is inderdaad een zaak van het geloof in God. Maar de historiciteit van kruis en opstanding blijft staan ook wanneer we niet geloven of het geloof zo interpreteren dat het heel wat anders gaat zeggen dan de Schrift zegt. De heilsfeitelijkheid van kruis en opstanding is niet afhankelijk van het geloof. Het geloof brengt kruis en opstanding niet voort. Het is omgekeerd: de heilsfeitelijkheid van kruis en opstanding roepen om geloof en de verkondiging ervan brengt door het werk van de Geest ook het geloof in de harten. Voor deze verkondiging mag niemand terugdeinzen die in de kerk geroepen wordt tot prediking. Wie dat wel doet, bezondigt zich aan de grote daden van God. En deze zonde heeft een funeste uitwerking op de horende gemeente. Alsof het er niet zo veel doet welke opvattingen je over de opstanding erop nahoudt. Paulus zegt in 1 Corinthiërs 15:3 dat hij aan de gemeente van de Corinthiërs voor alle dingen heeft overgegeven dat Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en dat Hij is begraven en ten derde dage is opgewekt, naar de Schriften. En daarna gaat Paulus in op de verschijningen van de opgestane Christus aan mensen van wie nog velen in leven zijn. En de levende Christus is als allerlaatste aan Paulus zelf verschenen. Dit is dus het kloppend hart van de apostolische verkondiging. Aan deze verkondiging zijn wij geheel gebonden.

De Schrift en ons denken
Uiteraard moeten wij studeren om verder te komen in het verstaan van het kruis en de opstanding. Het moet helder voor ons worden wat de implicaties, de gevolgen ervan zijn voor ons geloof en voor ons handelen. Maar we zijn al op een verkeerde weg als er in ons hart ook maar de minste twijfel opkomt aan kruis en opstanding van Jezus Christus. Het is denkbaar dat die twijfel op kan komen. De vraag is dan: Hoe gaan wij met die twijfel om? Laten wij die toe? Geven wij er voedsel aan? Of bestrijden wij deze twijfel door biddend onze zekerheid te zoeken en (opnieuw) te vinden in het Woord van God. In de heilsfeiten van kruis en opstanding komt Gods genade op het rijkst openbaar. Genade vraagt van ons geen inbreng. Genade wordt als een geschenk ervaren en ontvangen. We kunnen niet anders dan ons de heilsfeiten van kruis en opstanding te laten welgevallen. Of beter gezegd: met dankzegging en blijdschap het heil van God in geloof te aanvaarden en er steeds meer uit beginnen te leven.
Wie de kracht van Gods genade, sprekend in de heilsfeiten, op het rijkst uitkomend in de lichamelijke opstanding van Jezus Christus, heeft ervaren, kan onmogelijk theorieën en opvattingen volgen die de kracht en de ernst van het bijbels getuigenis aantasten en ongeloofwaardig proberen te maken, innerlijk kun je dat niet meer mee maken. En je wilt het ook rationeel niet meer meemaken. Eenvoudigweg daarom niet omdat wij ons denken gehoorzaam willen geven onder het Woord van God. Het Woord als bron van ons denken! Waar men in de geschiedenis van de kerk daarmee ernst heeft gemaakt, zie je de bloeitijden van de kerk. De kracht van Gods Woord, de kracht van de waarheid, is vele malen groter dan de krachten van welke cultuur dan ook. We staan midden in onze tijd, we hebben vele vragen en lang niet altijd antwoorden op alle mogelijke vragen, maar met Gods Woord kunnen we onze taken aan. En de kerk, die het Woord dankbaar ontvangt en er biddend mee bezig is, wordt gesterkt en bekwaamd om het reddende Woord aan de wereld door te geven. We moeten maar wat minder onder de indruk zijn van allerlei tegenkrachten en opvattingen en ons innerlijk sterk laten maken door de grote heilsdaden van God.

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 2002

De Wekker | 16 Pagina's

Opstanding en verkondiging

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 2002

De Wekker | 16 Pagina's