De blijdschap van de Goede Herder

Na Zijn opstanding treedt de Here Jezus op als de Goede Herder. Hij zoekt direct de schapen op, die verstrooid en in verwarring zijn.
In de gelijkenis van het verloren schaap blijkt hoezeer Hij bewogen is met verdwaalde en verloren schapen, Jezus schrijft verlorenen niet af. Integendeel, juist om de verlorenen te zoeken is Hij gekomen.
In Lucas 19: 10 lezen we: 'Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden'.
De geestelijke leiders in Israël lopen met een grote boog om tollenaren en zondaren heen. In hun hart hebben ze die leiden al afgeschreven. En zij nemen het Jezus kwalijk, dat Hij Zijn reddende hand naar de verloren uitsteekt.

Het éne schaap wordt gemist
De herder uit de gelijkenis heeft honderd schapen. Aan het einde van de dag telt hij er maar 99. De kudde is niet compleet.
De herder denkt niet: wal maakt het uit, die ene kan ik wel missen; 'k houd er nog heel veel over.
Hij kan niet gaan slapen, als dat éne verloren schaap niet terecht is. Waar is het verdwaalde schaap gebleven?
Zonder de herder, zonder de kudde, is dat schaap kwetsbaar en weerloos.
Er zijn rovers en dieren, die het schaap bedreigen. En denk eens aan de wilde dieren, die graag dat eenzame schaap willen verorberen.
De herder kent de gevaren veel beter dan het schaap. Hij rust niet voor hij zijn verloren schap gevonden heeft. Hij laat de 99 schapen achter en gaat op zoek.

De herder zoekt en vindt
Ter wille van het verdwaalde, verloren schaap zien we de herder zoeken. Hij wil risico's nemen en gevaren trotseren. Eindelijk vindt hij het schaap, dat hij kwijt was.
Het schaap is door het dwalen angstig geworden en uitgeput.
't Kan zelfs niet meer lopen. Daarom neemt de herder het dwaalzieke en ongehoorzame schaap op zijn schouders.
De herder heeft alle reden om boos te zijn op dat schaap.
't Heeft hem zoveel moeite bezorgd.
Maar het tegendeel is waar. De herder is heel blij en het gevonden schaap mag uitrusten op de schouder van de herder.

Zo is het hart van de Goede Herder diep bewogen met verloren schapen. Zij zijn door eigen schuld vastgelopen en verloren.
Hij neemt ze op de schouder en zo zijn ze heel dicht bij Zijn hart. Een liefdehart dat klopt voor de verlorenen.
Een schaap op de schouder van de Goede Herder bepaalt zelf niet meer z'n eigen koers. Die koers wordt bepaald door de Goede Herder. Door Hem gedragen ben je veilig en kom je zeker thuis.

De blijdschap overheerst
In Lucas 15: 1-7 komt drie maal blijdschap voor. De herder tilt met blijdschap het verloren schaap op z'n schouder.
Thuisgekomen roept hij zijn vrienden en buren bijeen om te delen in zijn blijdschap.
Tenslotte is er de blijdschap in de hemel over één zondaar, die zich bekeert en gevonden is door de Goede Herder.

Door alle lijden en tegenstand van velen heen, is er blijdschap in het hart van de Here Jezus om de redding die Hij brengt aan verlorenen. De diepe blijdschap over het heil voor zondaren komt van God.
Als Gods kinderen zingen 'ik, Heer', die al mijn blijdschap in U vindt', dan is die blijdschap een afspiegeling van de vreugde bij God en Zijn engelen.

Wie dicht bij de Here Jezus leeft krijgt ook liefde voor verlorenen. Die ervaart een diepe vreugde als mensen, die verloren waren gevonden worden.

Dit gedeelte eindigt met een schokkende mededeling. Er zijn mensen die vinden dat zij geen bekering nodig hebben. Zijn die alleen buiten de kerk te vinden?
Helaas, zij zijn ook in de kerk te vinden. Zij weten niet wat VERLOREN zijn betekent. Voor hen is de oproep:
'Zoekt de HERE, terwijl Hij te vinden is,
roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.

H.P. Brandsma

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen