Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De schuldovernemende Borg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De schuldovernemende Borg

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"En zie, een vrouw in de stad, welke een zondares was..." (Lukas 7 vers 37a)

Daar snelt een vrouw door de straten van de stad, ze houdt een albasten fles in haar hand. Iedereen kent haar en draait met afschuw het hoofd om, een frons van afkeuring tekent het gelaat van de mensen die haar voorbij zien gaan. Ze staat bij de inwoners van de stad bekent als een zondares, een vrouw die haar leven vergooid heeft. Niemand zoekt omgang met haar.
Misschien kent u, geliefde lezer, ook wel zo iemand, waarvan u denkt; ik hoop maar niet dat ze bij mij op de koffie komt, met zulke mensen heb ik liever geen omgang.
Of misschien bent u zelf wel zo iemand, die door de hele gemeenschap met de nek wordt aangekeken en voelt u de ogen van de mensen op uw rug priemen als u in de winkel staat en aan de gesprekken hoort, dat ze het over u hebben.

De Geest wijst op haar
Nu is het de Heilige Geest Zelf, Die ons in de tekst oproept om nu op zo'n vrouw te zien: Zie, een vrouw in de stad, welke een zondares was. Nu wil de Heilige Geest Gods dat wij op deze vrouw letten. Waarom? Wel, ze is op weg naar de Heere Jezus, ze heeft gehoord dat Hij is in het huis van Simon de Farizeeër. Vrouw, zondares, wat moet jij bij Jezus doen?
Laten we eens luisteren wat ze tot ons gezegd zou kunnen hebben: "Ik heb de prediking van Johannes de Doper gehoord. Hij heeft verkondigd dat de bijl alrede aan de wortel der boom ligt en dat elke boom die geen goede vrucht voortbrengt, uitgehouden wordt en in het vuur geworpen. En nu ben ik zo'n boom. Aan mij worden geen goede vruchten gevonden, ik heb heel mijn leven verzondigd. Mij wacht straks alleen nog maar de eeuwige rampzaligheid."
Geliefde lezer, hebt u zo ook wel eens onder de prediking verkeerd. Dat u de kerk uit kwam, slaande op uw borst en dat u het van binnen uitriep: verloren, verloren, voor eeuwig verloren.
Wat is het dan een eeuwig wonder, als u dan met de vrouw mag horen: "Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt." Dit woord was voor de vrouw een medicijn voor haar doorwonde ziel: "Zou het dan ook nog voor mij kunnen, voor één die in leven niets anders gedaan heeft dan ongerechtigheden met ongerechtigheden vermenigvuldigd?"

Gekomen voor zondaren
Ze kan het maar niet geloven. En zo worstelt ze om het behoud van haar arme ziel. En weet u wat ze dan hoort en ziet? Dat Jezus Levi, de tollenaar, geroepen heeft uit het diensthuis der zonden en dat Hij daarna gegeten en gedronken heeft met tollenaren en zondaren in het huis van die geredde zondaar. Maar en dat is nu voor haar het grootste wonder geworden, toen de Farizeeën daarover murmureerde, heeft Hij gezegd: "Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering"
Toen brak de strik en vluchtte ze naar die Jezus, Die nu gekomen was om het verlorenen te zoeken. Van haar geldt, zoals we dat ook lezen van de bloedvloeiende vrouw: deze van Jezus horende, is tot Hem gegaan om de zoom van Zijn kleed te mogen aanraken.

Zo is ook deze zondares gegaan en gekomen aan de voeten van de Heere Jezus. En toen is het haar vergaan als met Petrus in de zaal van Kajafas, dat Jezus haar aanzag en zij weende. Waarom? Omdat ze in de ogen van Christus zag die oneindige liefde tot het verlorene. Luid snikte zij haar zonden voor Hem uit. In een woordeloze stroom van tranen beleed zij al haar zonden voor Hem, maar schreide zo ook tranen van verwondering: "Heere, wijst U mij, zondares niet af, dat heb ik toch verdiend?" Nee, want zo klonk het uit de mond van de Zaligmaker: "Uw zonden zijn u vergeven."Toen mocht zij ervaren, wat Psalm 103 zingt:
Zo ver het west verwijderd is van 't oosten
Zo ver heeft Hij, om onze ziel te troosten
Van ons de schuld en zonden weggedaan.

En wij?
Geliefde lezer, mocht u al zondaar worden voor God? Of staat u nog recht overeind met Simon de Farizeeër, vertrouwt u nog op uw eigen gerechtigheden. O, buig toch met de zondares aan de voeten van deze schuldovernemende Borg en belijd toch wenend uw zonden voor Hem, dan zult u het uit Zijn mond mogen vernemen: "Uw geloof heeft u behouden, ga heen in vrede. "

A.A. Egas, Urk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 2002

De Wekker | 16 Pagina's

De schuldovernemende Borg

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 2002

De Wekker | 16 Pagina's