Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meer dan een moeder zich ontfermt... (Gods barmhartigheid en ontferming 6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meer dan een moeder zich ontfermt... (Gods barmhartigheid en ontferming 6)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezen: Jesaja 49:7-26

Een belofte
'De Heere heeft mij vergeten en Hij heeft mij verlaten.' Deze indringende en wanhopige klacht horen we uit de mond van Sion. Een klacht of ongeloof? De uitroep is de reactie op wat de profeet Jesaja in het eerste gedeelte heeft geprofeteerd over de Knecht des Heeren. Door Israëls ongehoorzaamheid aan de stem van de Knecht stroomt het heil nu ook naar de volkeren: God heeft Hem gesteld tot een Licht der heidenen en om Zijn Heil te zijn tot aan het einde der aarde. En ondanks tegenstand en verachting zal de Knecht in Zijn werk slagen. De Heere zal Hem verhoren en verhogen. Het gevolg hiervan is het herstel van het volk Israël en het heil voor de volkeren. Voor het volk Israël zal dat allereerst zichtbaar worden in de terugkeer uit de ballingschap. Maar met deze historische daad van God in 538 v.Chr. is de taak van de Knecht niet ten einde. Zijn werk is rijker en veel meer omvattend. Daarom breekt Jesaja ook uit in de jubel van vs. 13: Juicht hemel en aarde want de Heere zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen!

Een klacht
En dan klinkt het antwoord van Sion... ' De Heere heeft mij vergeten en verlaten!' Sion kán de beloften niet geloven. En alles om hen heen getuigt ook van het tegenovergestelde: hoe zal ze ooit uit het machtige Babel verlost worden? Hoe zou de vijand ooit zijn buit weer loslaten? (zie vs. 25). En het is niet de eerste keer dat Sion zich in dergelijke bewoordingen uitlaat (zie Jesaja 40:27). Sion waardeert God naar menselijke maatstaven. Net als wij gedaan hebben, denkt God óók niet meer aan Zijn verbond. Hij heeft ons vergeten en verlaten.
God zou daarmee niets onrechtvaardigs hebben gedaan. God is door de verbondsbreuk niets meer verplicht aan dat volk. Hij heeft het 'goed recht' om het volk te vergeten en te verlaten.
Maar: God is God. En er is geen zoals Hij. 'Want Wie is God, behalve de Heere (Psalm 18:32a). 'God is geen man dat Hij liegen zou...' (Numeri 23:19). De klacht van Sion is een klacht in ongeloof...
Daarom reageert de Heere in vs. 15 ook verwijtend (a) maar nochtans belovend (b) en in vs. 16 zelfs verzekerend.

Een moeder
De Heere gebruikt een bijzonder vertederend beeld om Zijn volk terecht te wijzen en te vertroosten. Die twee gaan hier in één vraag samen: 'Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontferme over de zoon van haar buik?' Is een moeder in staat haar kind dat zij zoogt in de steek laten? Het antwoord op die vraag voelt iedereen feilloos aan: dat gaat dwars tegen alle moedergevoelens in. Het kind dat uit haar eigen schoot geboren is; eigen vlees en bloed dat laat zij niet hulpeloos - en daardoor stervende - achter.
Prachtig komt hier de grondbetekenis van het Hebreeuwse woord voor 'barmhartigheid' tot uitdrukking. Hetzelfde woord iets anders uitgesproken betekent: 'baarmoeder'. De woorden 'barmhartigheid' en 'ontferming' hebben diezelfde tere gevoelens van liefde en zorg in zich als een moeder heeft voor het kind dat in haar schoot is gegroeid. Een moeder ontfermt zich over haar kind dat zo kwetsbaar, zo afhankelijk, zo hulpeloos is. Ze laat dat niet in de steek. De Heere gebruikt die liefde als afspiegeling van Zijn tere en diepe liefde voor Zijn Sion. In vergelijking daarmee is de liefde van een moeder voor haar zuigeling zelfs nog maar een zwakke afspiegeling! Want de liefde van moeders blijft toch nog onvolkomen. De mogelijkheid bestaat toch dat een moeder haar kind in de steek laat en voor zichzelf kiest. Tragisch maar waar... want ook moeders zijn zondig en leven in een zondige wereld. En daarin kan zelfs de grootste van de menselijke liefdes falen...

Méér dan een moeder
Maar dan klinkt het: 'Ofschoon deze vergate, zo zal Ík...'. Zelfs al zou een móeder haar kind kunnen vergeten, dan nog zou God Zijn kinderen niet vergeten. Alle klemtoon valt op het Goddelijke 'Ik'. Ik zal niet vergeten! En daarom ook niet verlaten. God is God.
In deze tekst vinden we een van de sterkste uitdrukkingen van Gods liefde voor Zijn Sion in het Oude Testament. Ondanks dat het volk God vergeten heeft, zal God Zijn volk niet vergeten.
De uiterlijke omstandigheden kunnen zo lijken. En in de ervaring van het volk kan het zo beleefd worden. Maar het Woord van God vraagt ondanks uiterlijke omstandigheden en innerlijke gevoelens om geloof Het geloof dat nochtans zingt: "k Zal nauwkeurig op Uw werken, en derzelver uitkomst merken; En in plaats van bitt're klacht, daarvan spreken dag en nacht.' (Psalm 77:7 ber.).
In die woorden neemt de Psalmist de houding aan van een 'zuigeling': afhankelijk, in zichzelf hulpeloos en krachteloos. Hij richt zijn blik als een kind vragend omhoog naar God, Die Zich méér nog dan een moeder ontfermen zal over Zijn kinderen. Zijn tere, liefdevolle zorg zal Hij geven in Zijn oneindige genade en liefde. Méér dan moederlijke gevoelens uit Gods Vaderhart...

In Christus
Hoe is ook deze profetie vervuld en deze belofte bekrachtigd en verzegeld door de Knecht des Heeren! De Heere kan Zijn volk niet meer vergeten, noch verlaten, omdat Hij eens Zijn eigen Zoon vergeten en verlaten heeft aan het kruis. Christus moest het in angst en pijn uitroepen: 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?' Dat was werkelijkheid naar omstandigheden én ervaring.
Wie van Gods kinderen buigt hier niet met een schuldverslagen hart? God vergeet en verlaat Zijn volk niet, ten koste van Zijn eigen Zoon... Christus ondergaat wat zij verdiend hebben. De Heiland gáf Zich, 'opdat wij nimmermeer van God verlaten worden'.
'Zo zal Ik u toch niet vergeten'. Hier wordt ons beschreven de onmetelijke zorg van God, Die altijd zal altoos zal blijven waken over ons heil' (Calvijn). In deze Knecht alléén, ligt dan ook de onmetelijke troost voor het volk dat Hem verwacht. 'Zij zullen niet beschaamd worden' (vs. 23b). Nee, nooit meer, want om Christus' wil kán en wíl God Zijn kinderen nooit vergeten noch verlaten. Christus heeft Zich vernederd 'tot in de allerdiepste versmaadheid en angst der hel, opdat wij tot God zouden genomen, en nimmermeer van Hem verlaten worden'. In Christus ontfermt God Zich over Zijn kinderen méér dan een moeder..


Vragen
1. Kunt u voor uzelf de klacht van Sion herkennen?
2. Hoe is dit antwoord van God voor u vermanend?
3. En hoe vertroostend?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 2003

De Wekker | 16 Pagina's

Meer dan een moeder zich ontfermt... (Gods barmhartigheid en ontferming 6)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 2003

De Wekker | 16 Pagina's