Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meer dan een vader zich ontfermt... (Gods barmhartigheid en ontferming 7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meer dan een vader zich ontfermt... (Gods barmhartigheid en ontferming 7)

Lezen: Psalm 103

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een loflied
Psalm 103 behoort tot de meer bekende Psalmen. Het kan zijn dat de Psalm bij ons herinneringen oproept aan een geliefde die overleden is. Toen is uit de berijming gezongen: 'Gelijk het gras is ons kortstondig leven' en 'Maar 's Heeren gunst zal over die Hem vrezen, in eeuwigheid altoos dezelfde wezen'. Het kan ook zijn dat de gedachten bij deze Psalm teruggaan naar een Avondmaalszondag waarop de woorden: 'Loof de HEERE mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheid vergeeft (...) Die uw leven verlost van het verderf...' door de Heilige Geest persoonlijk werden toegepast.
Psalm 103 is een lied waarin veel facetten van het leven met de Heere bezongen worden. Het is een gedicht van David, maar bestemd voor alle tijden en plaatsen. In vs. 1 klinkt de oproep 'Loof de Heere mijn ziel' en vs. 22b sluit daarmee weer af. Het karakteriseert het gehele lied: een lofzang op de onverdiende weldaden van de Heere die Hij aan de dichter bewezen heeft. Het loflied zet persoonlijk in, maar mondt uit in de jubel 'Looft de HEERE ál Zijn werken!' Het is een steeds breder wordende stroom van lofprijzing
David spreekt in vss. 1-5 nadrukkelijk tot 'zijn ziel'; hij heeft persoonlijk Gods weldaden mogen ervaren. Maar niet alleen hij, er zijn ook anderen die daarin door genade mogen delen. In vss. 6-18 spreekt David de vromen en oprechten in Israël aan. Ook zij moeten samen met David de Heere groot maken. Ja, uiteindelijk (vs. 20-22) moet de hele schepping God loven, want God heeft Zijn troon gevestigd in de hemel.

Onderscheid
In heel de Psalm klinkt de geestelijke ervaring door van het onderscheid tussen God en de mens. David heeft dat persoonlijk ervaren. Hij heeft zichzelf leren kennen als een onrechtvaardige, een geestelijk ongeneeslijk zieke, die daarom ten dode - voor het verderf bestemd - is opgeschreven. De lof welt dan ook op uit zijn hart wanneer hij in die situatie de Heere heeft mogen leren kennen in Zijn vergeving, verlossing en barmhartigheid! Een onrechtvaardige genezen en gered door de rechtvaardige God. Onverdiende genade. 'Mijn ziel, vergeet géén van Zijn weldaden.'
Het onderscheid tussen God en mens heeft David ook als Israëliet temidden van het volk ervaren. Dat onderscheid is uitgekomen in de geschiedenis, die, gespiegeld in Gods wet, één verhaal van zonde en ongerechtigheid van het volk is. Maar Góds daden in die geschiedenis vormen een bron van troost en hoop, want telkens bleek: barmhartig, genadig, lankmoedig en groot van goedertierenheid is de Heere. Hij doet ons niet naar onze zonden. Want had Hij ons gegeven naar wat wij verdiend hadden... dan had Hij ons voor eeuwig moeten verstoten, en ons nooit meer aangezien. Er blijft in dat licht voor David niets anders over dan in ootmoed de knieën te buigen voor God. Het is een zaak van zijn hart geworden en daarom doet hij ook niets liever dan buigen voor deze Koning, Die rechtvaardig en barmhartig is. Hij is het waard dat alles in de hemel en op de aarde Hem looft

Als een vader...
Een bijzonder indrukwekkend element in deze Psalm is vs. 13. Het grote onderscheid tussen God en mens wordt overbrugd (niet te niet gedaan!) in het beeld van een vader en zijn kinderen. Gods heiligheid, rechtvaardigheid, hoogheid, eeuwigheid, heerlijkheid en de onreinheid, onrechtvaardigheid, kleinheid, broosheid en vergankelijkheid van de mens komen samen in het beeld van een vader die zich ontfermt over zijn kinderen... Een beeld dat raakt en klein maakt. De hoge en heilige God buigt Zich over Zijn kleine, zondige kinderen heen.
Zoals een vader zich ontfermt. Het kader waarin David dit beeld gebruikt is van groot belang. Het is in de vss. 11-13 de derde vergelijking die David maakt in verband met hoe God met Zijn zondige volk omgaat. David probeert in die vergelijkingen het onbegrijpelijke wonder van Gods goedertierenheid en vergeving. Gods wil om goed te doen en Zijn vergeving zijn als twee niet te meten afstanden. Zijn goedertierenheid is net zo geweldig als de afstand tussen de hemel en de aarde. En daardoor doet Hij de overtredingen van degenen die Hem vrezen weg 'zover het oosten is van het westen'. Hij doet de zonde onmetelijk ver weg van Zijn volk. Ze komen er door Zijn genadige handen volkomen los van.
In dat het kader gebruikt David tenslotte het beeld van een vader. Daarin wordt het geheel van vss. 6-12 samengevat en de gezindheid van God jegens degenen die Hem vrezen tot uitdrukking gebracht. God heeft voor de Zijnen gevoelens als een vader voor zijn kinderen. De tekst heeft allerlei raakvlakken met Jesaja 49:15, maar hier valt het accent meer op de vaderlijke zorg. Vaderlijke ontferming die zich uit in liefdevolle bescherming, onderwijzing, leiding, vergeving. Vaderlijke zorg die de ongehoorzaamheid van Zijn kinderen wel straft, maar ze nooit verstoot. Die wel terecht wijst en vermaant, maar altijd in liefde. Vaderlijke zorg die de kleintjes draagt in Zijn sterke armen. Die de zwakken optilt en de angstigen aan Zijn hart drukt. Vaderlijke zorg die voedt en onderhoudt; die de weg wijst en voorgaat. Méér dan vaderlijke gevoelens uit Gods Vaderhart.
Een man kan zorgen voor zijn omgeving, maar vaderlijke zorg is er alleen binnen de kring van het gezin. Daarom zegt David ook: voor degenen die Hem vrezen'. Een oproep en belofte in één. Een oproep om deze God kinderlijk te leren vrezen. Een belofte dat diegenen dan ook door genade zullen mogen delen in die Vaderlijke zorg. De noodzaak om die oproep serieus te nemen ligt in vss. 15-16!

... omwille van de Zoon.
Het diepste geheim van deze Vaderlijke zorg wordt geopenbaard in het NT. Door Zijn eigen Zoon aan het kruis te verstoten, ontfermde Hij Zich over gevallen zondaren. Door de band met Zijn eigen Zoon door te snijden, legde Hij de band met Zijn verloren volk. In Christus alleen wordt ons Gods Vaderhart geopenbaard. Alleen door het geloof in Christus ingeplant delen we in die door Hem verdiende Vaderlijke zorg. De Zoon werd verlaten door de Vader 'opdat zelfs het wederhorig kroost, altijd bij U zou wonen.' Wie daar persoonlijk iets van mag kennen door het werk van de Heilige Geest, die zingt het: 'Loof, loof den Heer', gij Zijne legerscharen (...) en gij mijn ziel, looft gij Hem bovenal!


Vragen
1. Hoe ervaart u persoonlijk het onderscheid tussen God en de mens?
2. Gods Vaderlijke zorg is niet 'goedkoop'. Hoe beleeft u dat?
3. Roept u anderen wel eens op om God te loven?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 2003

De Wekker | 16 Pagina's

Meer dan een vader zich ontfermt... (Gods barmhartigheid en ontferming 7)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 2003

De Wekker | 16 Pagina's