Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

... onze God is ontfermende (Gods barmhartigheid en ontferming 10)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

... onze God is ontfermende (Gods barmhartigheid en ontferming 10)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezen: Psalm 116

In deze laatste Bijbelstudie in de serie rondom 'Gods barmhartigheid en ontferming' willen we stilstaan bij nog een belangrijk aspect dat hoort bij dit thema: het gebed. We hebben dat telkens gezien: bij Mozes, bij Nehemia en het volk; bij Hosea, Micha, David en Sálomo. Barmhartigheid en gebed zijn nauw aan elkaar verbonden. Gods barmhartigheid als liefdevolle zorg voor de nooddruftige wil Hij betonen op het gebed

Barmhartigheid - gebed
Heel duidelijk wordt die nauwe band met het gebed zichtbaar in Psalm 116. Deze Psalm is een lied dat opwelt uit de dankbaarheid en wederliefde tot God. Het is een heel persoonlijk danklied voor de door God geschonken verlossing. De dichter spreekt daarom allereerst zijn liefde tot de Heere uit, omdat Hij naar het geroep van de dichter heeft gehoord.
Wanneer de dichter terugdenkt aan zijn ellende, dan brengt hij dat indringend onder woorden: 'banden des doods' en 'angsten der hel', 'benauwdheid en droefenis'. Wat precies de oorzaak van zijn omstandigheden is geweest, wordt ons niet duidelijk. Was hij ernstig ziek? Stonden vijanden hem naar het leven? Liep zijn leven op een andere manier gevaar? Hoe het ook zij, hij was in grote nood en ellende. De dichter had het ergste te vrezen: de dood. Er was echter nog één weg overgebleven: de weg van het gebed. Het smeken en aanroepen van de Naam van de Heere (vs. 4). De Naam van de Heere, waarin de verkondiging klinkt: barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid.

Belofte - beleving
De beleving van Gods hulp is niet het fundament voor het geloof van de dichter. Maar het is de belofte van Gods trouw waaraan hij zich in de nood vastklampt. Gebonden in de banden van de dood, de benauwdheid en de droefenis, heeft de dichter geroepen, vertrouwend op Wie God is: genadig, rechtvaardig en ontfermend (vs. 5). De gewisse belofte van God is voor de dichter het enige houvast en fundament dat nog over is. Alles van hemzelf is weggevallen. Hij is daadwerkelijk aan het einde gekomen met zichzelf en niet meer in staat om zichzelf te redden.
Hoewel het geloof zijn fundament niet vindt in de beleving maar in de belofte, is de beleving voor het geloof toch onmisbaar. De Heere heeft op het gebed willen tonen dat Zijn belofte gewis is en dat Hij getrouw is.
'De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.' Zo zingt de dichter ervan. Hij heeft mogen beleven dat Gods beloften betrouwbaar zijn omdat God Zelf betrouwbaar is. Die beleving is dan geen fundament, maar wel een ondersteuning voor het geloof. Het versterkt het vertrouwen. Het spoort aan tot nieuw en voortdurend gebed (vs. 2).
De verkondiging dat God barmhartig is, nodigt en vermaant de mens om in zijn nood en ellende de Heere aan te roepen. De beleving dat God barmhartig is spoort aan om in vertrouwen op en afhankelijkheid van Hem te wandelen voor Zijn aangezicht (vs. 9).
Dat oprechte gebed is nauw verbonden met de verkondiging en betoning van Gods barmhartigheid. In dat gebed uit de bidder zijn nood en ellende; belijdt hij zijn zonden en overtredingen; doet hij een beroep op Gods eigenschappen en pleit hij op Gods beloften, smekend om verhoring. Zo'n gebed grijpt de Barmhartige aan op Zijn grote innerlijke liefde voor arme en ellendige zondaren. Dan wordt Hij door die innerlijke liefde bewogen om Zijn beschermende hand uit te strekken, om door Zijn sterke arm te verlossen, om met Zijn vaderlijke handen te herstellen, om met Zijn genadige handen de zonden weg te nemen en ze weg te werpen in de diepte van de zee.
Gods barmhartigheid is over al Zijn werken, maar Zijn bijzondere liefdevolle zorg van bescherming, verlossing, herstel en vergeving betoont Hij op het gebed. Dat wil zeggen in de persoonlijke band aan Hem: die van geloof en bekering en de vreze des Heeren.
En onze God ontfermt Zich op 't gebed. (Psalm 116:3 ber.).

In en door Christus
We hebben in de afgelopen Bijbelstudies verschillende facetten van Gods barmhartigheid in het Oude Testament gezien. In Zijn barmhartigheid schenkt Hij door genade vergeving van de zonden; verlost Hij uit de macht van vijanden, beschermt Hij tegen gevaar en herstelt Hij dat wat gebroken is.
We zien in het Nieuwe Testament deze facetten samenkomen in de Persoon van de Heere Jezus Christus. Het is alles in en door Hem.
De evangelisten schrijven van de Heiland vaak dat Hij 'met innerlijke ontferming bewogen was'. Het Nieuwe Testament getuigt er ook van dat Gods ontferming zich op het hoogst heeft geopenbaard in de gave van Zijn eniggeboren Zoon. Christus verlost, vergeeft, herstelt en beschermt. Dan is de persoonlijke band aan Hem onmisbaar. Alleen door een waar geloof in Hem is een mens verlost, hersteld, beschermd en zijn zijn zonden vergeven.
Het Nieuwe Testament verkondigt: God ís de Barmhartige in en door Christus. In en door Christus wordt hersteld wat door ons kapot is gemaakt. In en door Christus worden wij van de satan, de dood en de zonde verlost. In en door Christus worden onze schuld en overtredingen vergeven. In en door Christus is Zijn gemeente tegen de poorten der hel beschermd.
Juist ook in het Nieuwe Testament klinkt dan het gebed om Gods ontferming: 'Kyrie eleison'. Waar dat met het hart gebeden wordt, daar buigt een mens in de belijdenis van zijn zonde en schuld voor God. Daar bidt hij - met een beroep op Gods 'innerlijke bewogenheid' die Hij geloond heeft in de Heere Jezus Christus - om de vergeving van de schuld. Daar bidt hij om het herstel van de gemeenschap met God door de bevrijding uit de banden van de dood. Daar bidt hij om de bescherming tegen de verleidingen van de satan en zijn eigen boze hart. Daar bidt hij om de definitieve verlossing van de zonden en de boze. 'Och, Heere! bevrijd mijn ziel.' (vs. 4).
Waar de Heere Zich op dat gebed ontfermt, daar klinkt ook reeds iets van de dank: 'Ik heb lief want de Heere hoort mijn stem, mijn smekingen. De Heere is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.' Psalm 116 wordt opgenomen en klinkt mee in het nieuwe lied dat gezongen wordt voor de troon: 'Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid.' (Openbaring 5:13b).
Zo staan Gods ontferming en het gebed om Gods ontferming uiteindelijk dan ook in het licht van de wederkomst van Christus en de komst van Gods Koninkrijk. Kyrie eleison!


Vragen
1. Welke facetten heeft Gods barmhartigheid?
2. Hoe horen Gods barmhartigheid en het gebed bij elkaar?
3. Wat brengt u tot gebed: de omstandigheden of Wie God is? Of beide?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 2003

De Wekker | 16 Pagina's

... onze God is ontfermende (Gods barmhartigheid en ontferming 10)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 2003

De Wekker | 16 Pagina's